fe
-6-
daartegen niet verzet. Het gebruik moet uiteraard wel in het betreffende ge
bied passen.
De heer VAN ZANTVLIET wijst er op, dat de onttrekking aan de agrarische
bestemming tien jaar geldt. Wat moet er gebeuren als men daarna b.v. weer
agrarische of andere bestemming wenst.
De VOORZITTER antwoordt, dat dan inderdaad de raad zich opnieuw daarover
moet uitspreken.
De heer REIJNDERS vraagt of het mogelijk is de eis van groenblijvende
beplanting dwingend op te leggen. Ook hij is n.l. bang, dat er in de toe
komst zich meer gevallen zullen aandienen. Het lijkt hem nuttig om t.a.v. de
beplanting e.d. nu algemene regels op te stellen.
De VOORZITTER betwijfelt of dwang haalbaar is, maar hij laat dit na
gaan. In het kader van het bestemmingsplan kan dit niet.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
8. VERKLARING DAT WORDT VOORBEREID EEN WIJZIGING VAN HET UITBREIDINGSPLAN
STEENBERGEN, D.D. 24-06-1957 (PARKEERTERREIN ROZEMARIJNSTRAAT)
De heer FRANKEN vraagt om de parkeerplaatsen aan de Zoutstraat op te
nemen in vervangende parkeergelegenheden. Tevens ziet hij graag het hekwerk
daar hersteld of verwijderd, want zoals het er nu bij staat is het gevaar
lijk aan het worden.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Mevr. MACHIELSE-SCHOUTEREN heeft met haar vraag in de commissievergade
ring t.a.v. invalidenparkeerplaatsen bedoeld om die tegelijk met de aanleg
van vervangende parkeerplaatsen aan te brengen en niet achteraf.
De VOORZITTER antwoordt, dat b&w op alle parkeerplaatsen ook in parkeer
gelegenheid voor invaliden willen voorzien.
De heer VAN REIJEN vraagt of er bodemonderzoek moet plaatsvinden.
De VOORZITTER zal dit nagaan.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
9. GARANDEREN GELDLENING STICHTING BEJAARDENZORG STEENBERGEN TEN BEHOEVE VAN DE
FINANCIERING VAN 20 BEJAARDENWONINGEN OOSTDAM TE STEENBERGEN
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel
10 VOORSTEL INZAKE INSTELLING EN SAMENSTELLING REGIONAAL EDUCATIEF BERAAD
BASISEDUCATIE
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel
11 VASTSTELLING "KAMPEERVERORDENING STEENBERGEN, 1988"
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel