MÉ -4- aanmerkingen van verenigingen en instellingen. Uiteraard geven b&w het antwoord De heer VAN REIJEN vraagt of dan ook de adviezen van de welzijnscom- missie ter inzage komen te liggen. Wethouder ADRIAANSEN zegt dit, zoals gebruikelijk is, toe. B.15. Systeem inzameling probleemstoffen (D. Hage) De heer HAGE vindt, dat het college een stap in de goede richting zet door met het inzamelen van batterijen te beginnen. Dat is wel niet helemaal in overeenstemming met het uitgangspunt van het streekgewest om alle probleemstoffen op te halen en dat op de manier, waarvoor de gemeenten, ieder voor zich, kiezen. Daarna zal een evaluatie moeten uitwijzen welke methode de beste is. Hij adviseert het college om alle probleemstoffen op te halen, waardoor een betere vergelijking met de resultaten in andere gemeenten mogelijk zal zijn. Bovendien voldoet het "systeem Goirle" niet aan de gestelde normen, omdat de categorieën niet gescheiden worden aangeboden. Ook moet er eigenlijk registratie plaats vinden Wethouder OOMS wijst er op, dat het ophalen via een chemokar aanzienlijk duurder is en veel minder frequent gebeurt. Naast een schoolactie denkt hij b.v. ook aan de benadering van winkeliers, die verf verkopen, om verfresten in te zamelen. Hij voelt er weinig voor om de burgers op hoge kosten te jagen en ziet meer in het verantwoordelijk maken van de inwoners t.o.v. dit probleem. Het begin is een bak aan de vuilniswagen, waar men d.m.v. zakjes of bakjes kleine probleemstoffen kwijt kan. Belangrijk is ook dat de manier van ophalen in Goirle de beste ophaalresultaten te zien geeft. Mevr. SOFFERS vraagt of al is bekeken of het gezamenlijk ophalen door een aantal gemeenten goedkoper is. De VOORZITTER ziet in dit stadium alleen de mogelijkheid om met Din- teloord en Nieuw-Vossemeer contact op te nemen, omdat Steenbergen daar toch het vuil ophaalt. Gezien de afstanden lijkt hem samenwerking met andere gemeenten financieel niet haalbaar. Hij vindt, dat eerst maar eens het resultaat van de thans voorgenomen inzameling en de evaluatie daarna moet worden afgewacht. Uiteraard kan wel worden geïnformeerd naar mogelijkheden van inzameling in nog breder verband. De heer IJZERMANS vraagt wie de voorlichting over inzameling en op slag op de scholen gaat geven. Hij denkt dan aan het risico van lekken de batterijen. De VOORZITTER zal hier aandacht aan besteden. De heer FRANKEN merkt op, dat de kinderen zelf al wel aan lekkende batterijen hebben gedacht en daaraan de vraag koppelden wat daarmee moet gebeuren. Voorlichting is beslist noodzakelijk, omdat er een wed strijd over het aantal ingeleverde batterijen in het leven wordt ge roepen De VOORZITTER meent, dat dit aspect bijzondere aandacht verdient. SSLPS

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1988 | | pagina 32