-9-
De heer REIJNDERS heeft niet de bedoeling een open deur in te trappen. Zijn vraag is
uitsluitend informatief.bedoeld met het oog op de toekomst.
De VOORZITTER herhaalt, dat het college absoluut niet bezig is met opheffing. Bovendien
vindt hij, dat een verzoek om informatie een andere teneur eist dan het poneren van
stellingen en veronderstellingen.
De heer REIJNDERS had die bedoeling niet en heeft ook niet de indruk, dat men de
Kruislandse brandweer weg wil hebben.
De heer VAN ZANTVLIET is met het door b&w gegeven antwoord over het ontbreken van een
lichtaggregaat niet tevreden. Hij heeft er toch moeite mee, dat men zich moest behelpen
met een zaklantaarn. Ook voor kleine branden kan een afdoende verlichting van vitaal belang
zijn. Nog kwalijker vindt hij, dat bij de jaarlijkse keuring in de Kruislandse brandweer
wagen de portofoon en het lichtaggregaat wel worden geplaatst om daarna te worden verwijderd.
De VOORZITTER is hier niets van bekend en dat is ook een van de redenen, waarom hij
een gesprek met de wnd. commandant zal hebben.
De heer VAN ZANTVLIET weet, dat door de Kruislandse brandweer meerdere malen om die
apparatuur is gevraagd. Daarop is nooit gereageerd. Omdat "de eerste uitruk de beste" is vraagt
hij om spoedige maatregelen.
De VOORZITTER zegt toe ook met de bevelvoerder van Kruisland overleg te voeren. Als er
zaken zijn die verbeterd moeten worden dan zal dat gebeuren. Desnoods zal spreker aan de
regionaal commandant of de inspekteur advies vragen. Hij begrijpt niet, dat hij nooit door
de bevelvoerder of een ander personeelslid daarover is ingelicht.
De heer VAN ZANTVLIET vraagt om zo snel mogelijk de aanstaande vakatures aan te
vullen, zodat de nieuwe bemanning tijdig is ingewerkt en opgeleid.
De VOORZITTER zal dit in het overleg betrekken. De raad zal nader worden geïnformeerd.
12.2. Watercapaciteit Molenweg Kruisland (M. Reijnders)
De heer REIJNDERS vraagt onderzoek naar de watercapaciteit bij brand. Men zegt,
dat door de reconstructie van de Molenweg deze niet meer gegarandeerd is.
12.3. Woninqbouwcapaciteit in Kruisland (M. Reijnders)
De heer REIJNDERS heeft dit probleem uitgediept en met enkele ambtenaren besproken. Hij
heeft het Dorpenplan bekeken en daaruit blijkt, dat in de periode 1983 t/m 1997 er in
Kruisland 109 woningen mogen worden gebouwd. Het Dorpenplan concludeert o.a., dat een nieuw
bestemmingsplan voor Kruisland niet nodig is. Het afgelopen jaar gaat de gronduitgifte ineens
veel harder dan verwacht. In 1986 zijn 20 bouwpercelen uitgegeven of in onderhandeling.
Van de 109 woningen zijn er inmiddels in fase 3 nog maar vier over en in fase 4 komen
veertig percelen beschikbaar.Dat betekent, dat er tot 1997 nog maar 44 woningen kunnen worden
vervallen gebouwd, -waa-Ft-0e-er-at-2-Q-per-eelen-2ijfi-ef--weïëen-veBkeekfe-. Hij maakt zich zorgen over
continuering van de bouw in Kruisland en de opvang van 2/3 van de natuurlijke aanwas. De
restcapaciteit bedraagt dan nog 2 a 3 percelen per jaar, los van de vrije sektorbouw.
Hij vraagt zich in dat licht bezien af of het geen tijd wordt om het puntensysteem weer
in te voeren, waardoor sociale of economische gebondenheid bepalen of men voor een bouwper
ceel c.q. woning in aanmerking komt. Dan kan de verkoop in de hand worden gehouden. Het Dorpen
plan stelt duidelijk, dat alleen zeer zwaar wegende argumenten extra woningcapaciteit
kan opleveren. Versnelde bouw zal zeker zo'n argument niet zijn. Het doen van pogingen bij
de provincie om meer capaciteit .moet uiteraard wel overeind blijven.
De VOORZITTER zegt de raad een nota toe, waarin aandacht zal worden besteed aan
a. sociale en economische gebondenheid;
b. opvang natuurlijke aanwas;
c. temporisering van grondverkopen;
d. het instrumentarium voor deze taakstellingen.
De heer REIJNDERS stelt het op prijs, dat nu nog inkomende aanvrager worden aangehouden.
De VOORZITTER zegt toe, dat het college dit in overweging zal nemen.
De heer HAGE zou het een verkeerde zaak vinden om de grondverkoop af te remmen. Er
wordt naar meer inwoners gestreefd en als het Hoogje vol is komt er heus wel weer grond
beschikbaar.
De heer REIJNDERS begrijpt deze opmerking, ook uit financieel oogpunt gezieq,wel, maar
wijst er op, dat dit niet ten koste van de leefbaarheid van Kruisland mag gaan. Mensen van
buiten zijn van harte welkom, maar leefbaarheid is alleen mogelijk als er ook naar de
behoefte van de dorpsbewoners gebouwd kan worden. Als zijn angst door het aantonen met
cijfers kan worden weggenomen dan zal hij daar heel blij mee zijn. Het mag toch niet zo zijn,