-4-
De VOORZITTER zegt, dat hiervan geen sprake van kan zijn en al
evenmin nodig is. Al heeft de brandweer er geen problemen mee, denk
baar is, dat de politie en de brandweer over een sleutel zullen be
schikken.
De heer VAN REIJEN stelt het wat teleur, dat de coalitie-fracties
zich bij de situatie neerleggen, want men heeft destijds toch welover
wogen anders beslist. Het indienen van een voorstel om in hoger beroep
te gaan heeft nu dan ook geen zin, want de stemhouding is duidelijk.
Het bevreemdt hem, dat men nu ineens "om" is, terwijl het doodlopende
slopje er komt en dat precedent is geschapen.
De RAAD besluit overeenkomstig het voorstel van B&W, waarbij mevr. MACHIELSE
SCHOUTEREN en de heer VAN REIJEN geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
De VOORZITTER zegt toe te trachten met de heer Hoppenbrouwers een voor
ieder bevredigende regeling te treffen. Ook vooreen goede verlichting zal
worden gezorgd.
B.MEDEDELINGEN
Algemeen
De heer HEIJMANS vraagt schorsing van de vergadering om gelegenheid
te krijgen de nu pas gereed liggende commissieverslagen en antwoorden te
raadplegen.
De VOORZITTER merkt op, dat deze stukken al vanaf 18.45 uur zijn in te
te zien, maar is bereid de vergadering te schorsen.
De RAAD gaat hiermee akkoord
De VOORZITTER schorst om 19.16 uur de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.25 uur.
B.13.Richtgetallen woningbouw
De heer HAGE vraagt om ook de mogelijkheden voor meer vrije sectorbouw
na te gaan. Het kost de overheid geen geld en waarom zouden de gemeenten daarin
niet meer armslag kunnen krijgen. Wellicht is daarvoor met andere gemeen
ten samen te pleiten. Hij denkt, dat er zowel vanuit de eigen bevolking als
van mensen elders belangstelling bestaat. De meeste aanvragen om grond voor
eigen bouw wijzen in die richting. Bovendien blijkt de gewenste verstedelij
king weinig aan'te slaan en woont men liever in een kleinere gemeente.
De VOORZITTER wijst erop,dat het streekplan slechts opvang van 85% van
de eigen aanwas toestaat. De woninglijst bevat voornamelijk candidaten voor
de sociale woningbouw. Hij ziet geen argumenten om bij de provincie voor een
hoger contingent vrije sector te pleiten.
De heer HAGE vreest dat als overenkele jaren het contingent tot 54 en
zelfs 47 is gedaald meer aan mogelijke belangstelling voor vrije sector
bouw kan worden tegemoet gekomen.
De VOORZITTER meent, dat het beter is dan de werkelijke situatie te be
oordelen. Wellicht zijn er tegen die tijd wel motieven om voor verruiming te
pleiten. Helaas is de geest van het streekplan anders.