De reactie van de heer IJzermans is wel vreemd als hij nu vraagt, waarom hij geen stukje volkstuin mag hebben. Daar is immers nooit geen sprake van geweest. Ook moet de loods nu ineens 100 m2 worden en dat laatste is in strijd met het bestemmingsplan. Dit alles is hem onlangs uitgelegd en het college heeft de indruk dat de heer IJzermans niet weet, waar hij mee bezig is. Hem is verzocht om duidelijk aan te geven wat hij precies wil. De heer IJzermans kan iedere keer wel wat verder gaan met zijn verzoek; en daar heeft spreker best begrip voor, maar b&w zitten er voor om alle belangen in de gaten te houden. Hij begrijpt desnoods ook nog, dat de heer IJzermans zich over de grond in De Heen heeft opgewonden, maar spreker blijft volhouden en heeft dat hem ook gezegd, dat het toch onvoor stelbaar is, dat een C„D.A„^wethouder bedenkt om een raadslid om de tuin te leiden. Wet houder Ooms heeft een vergissing begaan en dat mag en kan maar dat is toch geen reden om van kwader trouw uit te gaan. Dat gelooft toch geen zinnig mens. Een stukje grond aan de Laurentiusdijk kan alsnog oplossing bieden. Aan de meest-betrok- kenen is grond aangeboden met de mededeling, dat het college ook een gedeelte aan de heer IJzermans wil verkopen. Dat is eerlijk en open spel naar iedereen, maar nu moet er ineens een volkstuin bij en moet de loods eens zo groot worden. Dat gaat zo maar niet, ook niet voor de heer IJzermans want er geldt een bestemmingsplan en dus zal de raad geraadpleegd moeten worden. Dat is de gehele zaak; klaar en duidelijk. Het is niet het college geweest, die de kwestie heeft opgeblazen. De heer VAN REIJEN vraagt nog om duidelijkheid t.a.v. de vraag of de heer IJzermans om 250 m2 grond heeft gevraagd dan wel een loods of garage van 50 m2. Mevr. ONLAND-VAN HAAREN heeft in het dossier een aanvraag gezien van een perceeltje grond van 200 tot 400 m2*, dat is het eerste verzoek. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat de heer IJzermans gesproken heeft over een loods die zij het met enige moeite, onder de bepalingen van het bestemmingsplan te brengen. Men kan ook zeggen, dat het eigenlijk niet kan. Daarvan uitgaande is geconcludeerd, dat 70 m2 grond nodig is. Wil de heer IJzermans meer grond, dus geen grotere bebouwing, dan lijkt dat best mogelijk, want dat is een kwestie van verdeling. Daarom is het zaak de reacties op de brief af te wachten. De heer VAN REIJEN is er tevreden mee, als bevestigd kan worden,dat de claim van 70 m2 geen maximum is. Hij erkent, dat ook de omwonenden "hun zegje" moeten kunnen zeggen. De VOORZITTER antwoordt, dat met de heer IJzermans is afgesproken, dat hij daarover een brief zal schrijven. Daarna wordt de complete verkoop van het perceel opnieuw bezien. Er ligt niets vast. De vraag om 200 a 400 m2 gold voor De Heen. De heer VAN REUEN meent, dat aangenomen kan worden, dat dit ook voor een ander per ceel zal gelden. Nu er blijkt een zekere rek in te zitten heeft hij er vrede mee. Hij wacht de verdere behandeling af. De VOORZITTER merkt op dat de raad over de verkoop te beslissen zal krijgen. De heer HEIJMANS heeft een ander idee. De brief van het bestuur van s.c. Welberg spreekt hem meer aan. Er bestaat nu de kans om die vereniging aan een oefenhoek te helpen. De VOORZITTER lijkt dit onmogelijk want er is al grond aan particulieren aangeboden. Het zou onbehoorlijk zijn hierop totaal terug te komen. De heer HEIJMANS heeft anders van omwonenden gehoord, dat zij gebruik door S:C.Welberg een goede oplossing vinden. De omheining kan dan worden verplaatst en de overlast is voorbij. Hij ziet toch graag om deze mogelijkheid in de afweging te betrekken, want die dient een algemeen belang. De heer IJzermans moet z.i. geholpen worden, maar dan wel in zijn woon plaats Steenbergen. De VOORZITTER is var, mening dat de raad hierover beslist, maar het college heeft andere oplossingen in gedachten gehad en aanbiedingen gedaan. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. VERKOOP WONING KRUISPOORT 46 MET 215 M2 GROND AAN DE HEER H.M. VAN DEN KIEBOOM, ERANSEWEG 37 TE TSEENBERGEN. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1987 | | pagina 89