- 7 -
De VOORZITTER kart het ingebrachte onderschrijven en vraagt zich af waarom
hier een afwijkende procedure is gevolgdWaarom wordt nu ook aan om
wonenden gevraagd of zij interesse hebben in aankoop.
De heer HEIJMANS deelt nog mee, dat de Leefbaarheidsgroep Welberg er voor
keur aangeeft om bedoelde lokatie te bestemmen tot volkstuinen en anders
maar ter beschikking te stellen van S.C.W.
De COMMISSIE is van oordeel, dat voor de zaak Laurentiusdijk" een oplos
sing moet worden gezocht, zonder afwijkende proceduresde "gedupeerde"
wordt geïnformeerd over de huidige stand van zaken en de omwonenden een
langere termijn wordt geboden om op het schrijven van 18-8-1987 te reageren.
ANTWOORD B&W:
Zodra alle reacties binnen zijn zullen wij u t.z.t. informeren over de
eventuele verkoop van de grond aan de Laurentiusdijk
Met het voorliggende voorstel kan worden ingestemd
De heer FRANKEN wil beginnen met te verklaren dat de V.V.D.-fractie met moeite begrip
kan opbrengen voor het door b&w ingenomen standpunt. Nadat het perceel eerst aan een ander
is toegezegd wordt nu verkoop aan de heer de Jong voorgesteld. Men kan echter van gedachten
veranderen.
De VOORZITTER interrumpeert met op te merken, dat van een gedachte-verandering geen
sprake is. Het college is tot de conclusie gekomen, dat er eerder toezeggingen waren ge
daan.
De heer FRANKEN vindt de affaire een goede les om geen grond aan iemand te beloven,
wat niet kan. Dat is geen goede zaak.
Met toestemming van de VOORZITTER brengt de heer FRANKEN vervolgens in discussie de
verkoop van het voormalige speelterreintje aan de Laurentiusdijk in Welberg. Naar hij heeft
vernomen is dit perceel aan de heer A.IJzermans te koop aangeboden.Daarna is er een brief
naar enkele omwonenden gestuurd, waarin ook gelegenheid werd gegeven zich als candidaat-
koper te melden en dat vóór 1 september. Hij mist in de correspondentie een brief aan de
heer IJzermans die immers ook gegadigde was.
Spreker vraagt op de eerste plaats om de termijn van reactie te verlengen, want de
heer IJzermans zal alsnog in de gelegenheid moeten worden gesteld ook te reageren en
zijn wensen kenbaar te maken. Hij heeft immers maanden geleden om 200a 300 m2 grond ge
vraagd en volgens de genoemde brief wordt uitgegaan van 70 m2.
De VOORZITTER ontkent, dat de heer IJzermans 200 a 300 m2 grond heeft gevraagd
noch is hem dat te koop aangeboden.
De heer FRANKEN heeft gehoord, dat de heer IJzermans, met wethouder Ooms en secretaris
Meulblok,een bezoek aan het perceel heeft gebracht. Hij zou een aanbod krijgen voor aan
koop van het gehele perceel.
Wethouder OOMS ontkent pertinent met dhr IJzermans het perceel te hebben bezocht.
Hij heeft voor het laatst contact met dhr IJzermans gehad op de laatste raadsvergadering.
Hij heeft alleen met de fractievoorzitter van de P.v.d.A-fractie één maal telefonisch
contact gehad over de zaak.
De heer FRANKEN is dan verkeerd geinformeerd en dat spijt hem. Wel blijft zijn vraag
of de heer IJzermans alsnog wordt ingelicht over de mogelijkheid van aankoop van 70 m2
waarvan 50 m2 mog worden bebouwd...
De VOORZITTER verklaart, dat de heer IJzermans inmiddels een gesprek met de secretaris
heeft gehad en volledig op de hoogte is. De datum 1 september is niet fataal, maar het
college wil op een gegeven moment weten wie wat wil. Spreker geeft toe, dat de heer
IJzermans eigenlijk een copie van de brief aan de omwonenden had moeten krijgen.
Het verloop van de Zaak is wel verklaarbaar. De heer Ijzermans zoekt een perceeltje,
waarop hij een loods kon bouwen. Wethouder Ooms dacht dat gevonden te hebben in tiet
gemeentewerkplaatsje in De Heen. Hem was. ontschoten dat de naaste bewoner het terrein-
tje in gebruik had en zich al eerder als candidaat-koper had aangémeld. Bovendien heeft
de heer de Jong meer belang bij dat stuk grond dan de heer IJzermans.
In zijn goedheid heeft wethouder Ooms toen het speelterreintje vrij kwam gedacht,
dat dat mogelijk iets voor de heer IJzermans was. Het college heeft toen de leefbaarheids-
groep gevraagd of zij tegen het opruimen van het speelterreintje bezwaar hadden want de
onwonenden klagen al geruime tijd over de overlast.
Daarna hebben b&w besloten, en daar was wethouder Ooms niet bij, om aan eerdere gegadigden
gelegenheid tot koop te bieden en op een situatietekening aan te geven welke gedeelte aan de
heer IJzermans werd toegedacht. B&w gingen daarbij uit van het aanvankelijke verzoek van de
heer IJzermans om een loods van 50 m2 grond te bouwen.