-7-
10. VOTERING KREDIET AD. 24.000,— T.B.V. HET AANBRENGEN VAN EEN VERHARDING
AAN DE NOORDZIJDE VAN DE WESTLANDSE LANGEWEG (83 E WIJZIGING BEGROTING 1987)
Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN
"De heer REIJNDERS betwijfelt of de beoogde bermverharding in de voorgestelde
vorm noodzakelijk is. Een verharding bij de perceelstoegangen acht hij op zijn
plaats. Met de heer REIJNDERS is de heer IJZERMANS van oordeeldat het gebruik
van de bermverharding door derden als parkeerplaats mogelijk zal leiden tot
klachten inzake overlast aan de omwonenden. Voorts vernemen zij ook graag of
de beoogde voorziening geschiedt op verzoek van de aanwonenden.
p>e heer HEIJMANS is van oordeeldat deze voorziening een precedent
scheppende werking kan hebben. Er zijn namelijk veel soortgelijke gevallen, b.v.
de Welbergsedijk
De heer VAN SCHILT is van oordeel, dat nu aan de zuidzijde een doeltreffen
de voorziening is gerealiseerd, ook de noordzijde om een aanpassing vraagt.
Wethouder OOMS deelt mede, dat de voorgestelde voorziening wordt voorge
legd op verzoek van de aanwonenden. Hij betoogt, dat de bebouwing ter plaatse
gezien moet worden als een woongebied en gezien de aangebrachte verbeteringen
aan de zuidzijde en de wegbreedte is, om een goede verkeersafvloeiing mogelijk
te makeneen aanpassing aan de noordzijde ook vereist.
Daarnaast bepleit hij om de aan de zuidzijde gelegde betongootwelke tot levens
gevaarlijke situaties zal leiden, te doen vervangen door een klinkerverharding
De heren REIJNDERSIJZERMANS en HEIJMANS kunnen zich gezien de nadere
informatie van wethouder OOMS met het voorstel verenigen mits aan de zuidzijde
in plaats van de diepe betongoot een klinkerverharding wordt aangebracht en voor
de noordzijde een parkeerverbod wordt ingesteld."
Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN
"De heer VAN ZANTVLIET vraagt wie de werkzaamheden zal uitvoeren.
De VOORZITTER stelt, dat dit nog niet bekend is.
De heer VAN REIJEN vraagt of deze voorziening getroffen wordt op grond van
klachten van omwonenden. De VOORZITTER weet dat ook weggebruikers op de onge
wenste situatie hebben gewezen."
"Met het aanbrengen van de bermverharding aan de noordzijde zal tevens de
betonnengoot aan de zuidzijde worden vervangen door een goot van klinkers.
Ten aanzien van de wenselijkheid tot het instellen van een parkeerverbod
zullen wij de rijkspolitie advies vragen. Eventueel kan het punt ook in de
verkeerscommissie aan de orde worden gesteld. Overigens dient er voor gewaakt
te worden, dat er in deze gemeente geen "bordenwoud" gaat ontstaan. Verkeers
maatregelen moeten werkelijk zin hebben en controleerbaar zijn.
Antwoord ES&W
De heer IJZERMANS verklaart, dat,zijn fraktie aanvankelijk wat moeite met het voorstel had,
maar' wethouder Ooms heeft in de commissievergadering duidelijk de motieven uitgelegd. Zijn
fraktie was n.ï. bevreesd, dat het om parkeerruimte ging. Wethouder Ooms heeft wel toegezegd,
dat er ter plaatse een parkeerverbod zal worden ingesteld.
Wethouder OOMS merkt op, dat er van een toezegging geen sprake kan zijn, want hij is daar
niet bevoegd toe. Wel heeft hij beloofd dit in het college te bespreken.
De VOORZITTER lijkt het verstandig om eerst eens af te wachten of een parkeerverbod wel
nodig is.
De heer HEIJMANS wijst er op, dat de commissie uitdrukkelijk het parkeerverbod als
voorwaarde van instemming heeft gesteld, want anders is de weg te smal.
Wethouder OOMS stelt, dat het in wezen om een logische zaak gaat. Aan de noordzijde is een
tegelpad aangelegd en een berm opgeofferd. Daardoor is er nog maar 2.85 meter wegbreedte over,
zodat passeren niet meer mogelijk is.
De heer FRANKEN leest in het antwoord van b&w dat advies aan de rijkspolitie zal worden ge
vraagd en eventueel de verkeerscommissie de zaak krijgt voorgelegd. Hij vindt dat voldoende.