I
- 14 -
21 A UITBREIDING TOERISME EN OPENLUCHTREKREATIE AAN DE VLIET
1. DEELNEMING IN "STICHTING VAARROUTEPLAN BINNENWATEREN WEST-BRABANT"
2. UITVOERING AANLEGPLAATSENPLAN, IE FASE (BENEDENSAS)
Ook gediscussieerd over
Mevr. ONLAND-VAN HAAREN vraagt hoe het staat met de aanleg van een nieuwe brug over de
Steenbergse Vliet.
De VOORZITTER antwoordt, dat de plannen technisch zijn uitgewerkt en de provincie dit jaar nog
met de aanleg wil beginnen. Er wordt thans onderhandeld met de eigenaren van benodigde grond,
waarbij er met één problemen zijn i.v.m. een op- en afrit. Doordat de twee dijken doorgraven
mogen worden betekent de aanleg van de brug ook een verbetering van de verkeersveiligheid. Alleen
in de eindfase zal de weg en dan voor maar enkele dagen afgesloten moeten worden.
De heer VAN REIJEN blijft er wat moeite mee houden, dat er aanzienlijke bedragen aan de
watersport worden besteed ,maar voor de fieters een overgang op het Heense Sas te duur blijkt te
zijn. Omdat de portemonnaie van de meeste mensen wel een fiets maar geen boot toestaat, stoort
hem dat enorm.
Zijn fractie pleit er voor om toch een uiterste krachtinspanning te doen om de recreatie
voor de minder bedeelden zoveel als mogelijk te optimaliseren.
Hij doet dan ook een beroep op het college om nog eens te bezien of fieters over de Vliet kunnen,
toch minstens met een voetveertje.
De VOORZITTER acht de laatste mogelijkheid reëel als een ondernemer de kans krijgt om op het
eilandje recreatieve activitieten te ontwikkelen. Dat is echter Dinteloord's gebied en die denken
er wat anders over. Hij is toch voornemens nog eens met het hoogheemraadschap aan tafel te gaan
zitten. De verhoudingen tussen dit schap en de gemeente zijn bijzonder goed, zoals de nieuwe brug
aan het Bovensas, de voorzieningen aan het Benedensas en het gemaal aan de Oost-Havendijk wel
aantonen. Hij hoopt toch dat het zal lukken aan het Benedensas een waterovergang te krijgen, want
die kan daar eigenlijk niet gemist worden.
De heer VAN REUEN waardeert het streven van de voorzitter en wacht met belangstelling het
resultaat af.
De heer REUNDERS zou graag zien, dat Steenbergen nog eens contact met Dinteloord opneemt,
ook al is dat tot nu toe niet succesvol geweest. Hij denkt dan óók aan verharding van het
stuk weg tussen de beide fietsroutes Notendaal en Prinsenland. Dat geldt ook voor het Bovensas.
De VOORZITTER zegt toe initiatief te nemen om met Dinteloord de recreatieproblematiek aan
het Benedensas en Bovensas te gaan bespreken.
De heer HEUMANS wil de voorzitter een hart onder de riem steken, want de gehele raad staat
achter de noodzaak de fietsverbinding aan het Heense Sas in stand te houden.
De VOORZITTER wijst er wel op, dat er zeker een kostenplaatje aan hangt en subsidiëring
in de kosten is niet direct te verwachten.
De heer REUNDERS hoopt, dat eventuele realisering niet ten koste zal gaan van hengelsport
voorzieningen aan het Bovensas en de Kruisbeek.
De VOORZITTER begrijpt dit. Overigens heeft de H.S.V. De Kruisweel zich tot de gemeente
gewend en kenbaar gemaakt, dat zij liever bij het brugje aan 't Haantje visvoorzieningen ziet
dan aan de Kruisbeek. Ook deze wens zal in het vervolgoverleg met de ruilverkaveling worden
meegenomen.
De heer HAGE verklaart, dat de V.V.D.-fractie met het voorstel akkoord gaat, want het is
een logisch vervolg op een ingeslagen weg. Bij het aanlegplaatsenplan Heense Sas is voorzien
in een steiger voor een rondvaartboot. Hij zou deze faciliteit liever in Steenbergen zien, omdat
dit uitstraling heeft op horeca ea winkels.
De VOORZITTER zegt toe deze mogelijkheid te zullen nagaan maar dan wel in de C.S.M.-
haven, want de gemeentehaven heeft nu al capaciteitstekort.
De heer UZERMANS vraagt of inmiddels alle betrokken gemeenten met hun aandeel in de kosten
van de nieuwe brug akkoord zijn.
de VOORZITTER antwoordt, dat nog één gemeente "over de brug getrokken moet worden"; de rest
doet mee. Ook al haakt die gemeente af dan gaat de aanleg toch door, want dan betalen de overige
gemeenten iets bij. In eerste instantie is de bijdrage gerelateerd aan het subsidiebedrag voor
de aanlegplaatsen,
0e heer VAN REUEN vraagt zich af of een subsidie-toezegging van een staatssecretaris voldoende
hard is en dat er niet pas zekerheid is als de toezegging schriftelijk is bevestigd. Het zou de
eerste keer niet zijn dat zoiets misliep.
De VOORZITTER meent te moeten aannemen, dat op een mondelinge toezegging moet kunnen worden
afgegaan.
(red: zie ook verslag fin„cie en antwoord b&w) hengelsportvoorzieningen.