ft
- 9 -
11. BOUWRIJPMAKEN BESTEMMINGSPLAN NOORD-OOST 2e EASE
(29e iMijziging begroting 1987 en 6e wijziging begroting grondbedrijf 1987)
Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN:
"De heer Hage stelt voor om i.v.m. de verkeersproblemen in de D.v.Orliensstraat
zo spoedig mogelijk de ontsluiting via de Watertorenweg te realiseren. De
secretrais stelt, dat in 1989 opnieuw bouwrijp gemaakt zal moeten worden.
Als gekozen wordt voor de lokatie richting Watertorenweg zou het haalbaar zijn
om deze ontsluiting te realiseren
Antwoord b&w
Door het college zal de ontsluiting van het plan Noord-Oost via de Watertoren-
weg zo spoedig mogelijk ter hand worden genomen."
Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN:
"De heer Franken is van oordeel dat een verdichting van de bebouwingzoals
in de le fase niet meer mag worden gerealiseerdWethouder Ooms is het hiermee
eens
De heer IJzermans vraagt - mede i.v.m. een brief van de bewoners van de
D.v.Orliensstraat - om spoedige aanleg van de 2e ontsluitingsweg N.O. naar de
WatertorenwegTevens om spoedige behandeling van de klachten:
grote hoeveelheid verkeer, snleheidparkeren.
Wethouder Ooms zegt toe dat met spoed overleg met de verkeerspolitie zal plaats
vinden
Antwoord b&w:
Zie onder commissie financien.
De heer FRANKEN is blij, dat ook b&w van oordeel zijn, dat de verdichting in de 2e fase
minder moet zijn dan de eerste. Hij vraagt om na te gaan of fase 2, maar ook fase 1, niet
als woonerf ingericht kunnen wordenzoals de heer IJzermans al verschillende malen heeft
gevraagd, en waarop nog steeds geen antwoord is gekomen.
De VOORZITTER is het met de woonerfgeachte eens en dat is in de 2e fase te realiseren.
De eerste fase ligt moeilijker, omdat er dan een tekort aan parkeergelegenheid ontstaat.
De heer FRANKEN acht dit een reden temeer om bij fase 2 nu al van woonerven uit te gaan,
waardoor de gevolgen van fase 1 zijn te voorkomen.
De VOORZITTER zegt toe, dat de plannen zullen worden uigevoerd zoals ze door de raad akkoord
zijn bevonden.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.
12. VERKLARING DAT WORDT VOORBEREID EEN PART. WIJZIGING VAN:
1. HET BESTEMMINGSPLAN "NATUURGEBIEDEN, 1971" T.B.V. DE AANLEG VAN EEN BOOTJES
HAVEN NABIJ DE HAVEN TE DE HEEN (C.DE NEVE) EN DE AANLEG VAN RECREATIEVE
VOORZIENINGEN AAN HET BENEDENSAS
2. HET UITBREIDINGSPLAN IN HOOEDZAAK T.B.V. DE AANLEG VAN EEN CAMPING NABIJ
DE HAVEN TE DE HEEN (M.V.NIEUWENHUYZEN.
(Red: Zie de verslagen van de commissies en de antwoorden van b&w daarop)
Mevr. Onland-VAN HAAREN verklaart, dat de CDA-fractie het eens is met het voorstel. Zij hoopt,
dat dit particulier initiatief zal slagen en een impuls voor de werkgelegenheid zal zijn.
De heer VAN REIJEN hoopt, dat alle overheden toch uiteindelijk tot een beleid komen, maar
hij behoudt zijn bedenkingen. Zijn fractie gaat met het voorstel akkoord.
De heer HEIJMANS steunt het voorstel van b&w en ziet graag, dat de eerstvolgende excursie
van de raad zich op de watersportsteunpunten zal richten.Hij vraagt de voorzitter dit voor te
bereiden, zodat de raadsleden ter plaatse tekst en uitleg krijgen.
De VOORZITTER meent, dat dit buiten de orde is en stelt voor om hierover na de vergadering
te overleggen.
De heer HAGE vindt het vreemd, dat men bevreesd is voor beïnvloeding van het Volkerak door
boten, die in De Heen ligplaats hebben. Het is toch duidelijk dat de bezitters zich juist op de
binnen-rivieren zullen richten. Hij vindt het dan ook onjuist om de capaciteit tot 175 boten
te beperken.