tot waarde-degradatie leidt, financiële consequenties voor de gemeente kan hebben. Het gaat hem dan met name om waardevermindering door het resteren van een kleiner grondperceel. De VOORZITTER antwoordt, dat artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening de mogelijkheid biedt om een verzoek om planschadevergoeding in te dienen. Overigens zal dit aspect bij de grondverkoop aan de provincie kunnen worden betrokken. Dit staat echter los van het besluit, dat nu van de raad wordt gevraagd. De heer VAN REIJEN meent, dat b&w zullen begrijpen, dat zijn fractie in zoverre problemen met het voorstel heeft, waar het gaat om medewerking te verlenen aan een zaak, die de ge meente 300.000,- kost. Anderzijds heeft zijn fractie zich nooit gekeerd tegen de brug als zodanig en zij zal zich niet tegen het voorstel keren. Als stemverklaring kan worden beschouwd zijn hoop, dat de financiële middelen van de gemeente niet behoeven te worden aangesproken, desnoods ten koste van de brug. De VOORZITTER kan zich deze opmerking voorstellen, maar daar staat tegenover, dat in de toekomst de vruchten voor de gemeenschap kunnen worden geplukt. De heer HEIJMANS sluit zich,zoals voorheen, bij de woorden van de heet van Reijen aan. Hij is overigens niet tegen het voorstel. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 12. RONDVRAAG (begin: C.van Reijen) 12.1. wijziging structuur raadscommissies. (C.van Reijen) De heer VAN REUEN vraagt naar de stand van zaken t.a.v. wijziging in de rol van de financiële commissie bij de voorbereiding van de begroting. In de februari-vergadering is toegezegd, dat binnen enkele maanden een voorstel kon worden verwacht. De VOORZITTER antwoordt, dat het voorstel de volgende vergadering zal worden inge diend. 12.2. verontreiniging bouwterrein Postdam. (C.van Reijen) Uittreksel vergaderverslag CIE GEM.WERKEN: "De heer IJZERMANS vraagt wat de waarde is geweest van het bodemonderzoek. Hij vraagt zich af of dit wel juist is uitgevoerdWie draagt de kosten van de grondvervanging De heer OOMS deelt mede dat het onderzoek correct is uitgevoerd De monsterpunten zijn door de provincie aangewezenHet is toeval dat juist ter plaatse van verontreiniging niet is bemonsterd De kosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeente zal evenwel i.v.m. de eigen drempelbijdrage de provincie verzoeken om de gehele Oostdam onder één project te brengen. De heer IJZERMANS blijft de hele gang van zaken onbevredigend vinden. Hij vraagt om inzage van het bodemonderzoek. Antwoordb&w. Ook ons bevreemdt het dat het door de DHV ingestelde onderzoek geen duidelijke indicatie bevatte van deze mogelijke verontreiniging Omtrent deze problematiek zal medio mei nog een overleg met het D.H.V. plaatsvindenDe betreffende correspondentie zal u in de mei vergadering ter kennisname worden aangeboden." - 6 - De heer VAN REUEN vraagt welke kosten met de grondvervanging zijn gemoeid en of er iemand aansprakelijk is te stellen. De VOORZITTER antwoordt, dat het om ongeveer 37.000,gaat, waarvoor geen derden aansprakelijk zijn te stellen. De heer IJZERMANS vraagt, of als zou blijken, dat het onderzoek onvoldoende is geweest, de onderzoekkosten van het betreffende bedrijf zijn terug te vorderen. Het is hem opgevallen, dat maar liefst 22 meter grond is vervangen, terwijl het gehele perceel slechts 75 meter lang is. De VOORZITTER meent, dat eerst duidelijk moet zijn waarom het onderzoek op de gevolgde manier heeft plaatsgevonden. Zo is het van groot belang of het bedrijf tekeningen zijn voorgelegd, waaruit blijkt, dat zich ter plaatse de gemeentewerkplaats en brandweerkazerne bevonden. Intern zegt men, dat dit gebeurd is en dan zou er sprake zijn van een aanpak, die b&w niet van het onderzoekbureau gewend zijn.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1987 | | pagina 49