-6- Hij vindt, dat er goed onderbouwde plannen bij de provincie ingediend moeten worden en dat daarop een bijdrage gevraagd moet worden. De COMMISSIE is het met deze stelling eens. Mevr. MACHIELSE-SCHOUTEREN vraagt nog eens waarom geen gebruik is gemaakt van het aanbod van de stedebouwkundige om een plan te maken, dat als grondslag kan dienen voor het aanvragen van bijdragen De secretaris antwoordt, dat dit aanbod ook is gedaan door de Grontmij Als men de vrij hoge advieskosten wil bestedenmoet men er wel van overtuigd zijn, dat deze terugverdiend kunnen worden. Hierover valt nog steeds niets te voor spellen Naar aanleiding van de aankoop van Trouw vraag de heer VAN REIJEN wanneer het perceel ontruimd zal worden. De VOORZITTER antwoordtdat Trouw tot eind dit jaar de gebouwen en grond nog mag gebruiken. De heer VAN REIJEN denkt dat als deze grond eigendom van de gemeente is het geen verschil maakt of°^deze grond of in Noord-Oost gebouwd wordt. De SECRETARIS stelt, dat het dan in principe geen verschil maakt, doch dat er andere zaken voor concentratie kunnen zijn." Mevr. ONLAND- VAN HAAREN verklaart, dat de C.D.A.-fraktie niet tegen het voorstel is, maar wel enkele opmerkingen en vragen heeft. In de vergadering van 25 september 1986 is de raad zeer uitvoerig op deze materie ingegaan en ook toen kwam het z.g. "gatenplan" ter sprake. De prioriteiten lijst toen en nu vergelijkend is alleen nr. 3 "Zoutstraat-mortuarium" overgebleven. De Visserstraat had de kwalificatie "niet aantrekkelijk i.v.m. de aanwezige bar", terwijl deze nu op nrsl staat. Zij meent, dat verplaatsing van de bar het verleggen van het probleem is. De fraktie heeft voorts bezwaar tegen vernieuwing van de hoek Markt - Grote Kerkstraat "a la Napoleon huis". Zij vindt, dat in ieder geval de gevel in takt moet blijven. Zij constateert t.a.v. dit pro- jekt een verschil. Het voorstel spreekt van 8 woningen, terwijl subsidie-aanvrager het over 4 woningen heeft. De vier projekten gaan samen 462.000,kosten, maar er is slechts 273.000,beschikbaar. Zij vraagt of er dus een keus moet worden gemaakt en over hoeveel woningen het gaat. Er is sprake van verschillende invullingen. Zo wordt uitgegaan van 6 HAT- en 3 woningwetwoningen en het voorstel noemt 3 HAT en 6 woningwetwoningen. De VOORZITTER denkt, dat het C.D.A, een verkeerde benadering kiest. Al heel lang wordt gepro beerd om iets aan de Visserstraat te doen. Die straat heeft duidelijk een "oppepper" nodig en de stads en dorpsvernieuwingsfondsen maken dat nu mogelijk. B&w zijn daarom in overleg getreden met de Stichting Regionaal Woningbezit. Die heeft de haalbaarheid onderzocht en ziet kans om daar bouwplannen te verwezenlijken. Hij acht het voorbarig om nu al te eisen, dat de gevel van de Markthoek gehandhaafd moet blijven. Het gaat dan niet om stadsvernieuwing maar om een bouwvergunning met welstandsbeoordeling. Zo is ook de probleemverplaatsing van de bar nu niet aan de orde. Het is niet begonnen om dit probleem, maar om de bouw van kleine woningen, waar grote vraag naar is. Dat er meer geld mee gemoeid is, als voor dit jaar beschikbaar is, is duidelijk. Door het afsluiten van meerjarencontracten wordt bereikt, dat alle projekten gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard wordt de raad van de onderhandelingen en plannen op de hoogte gehouden. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN is het er mee^ eens, dat er in de Visserstraat en Poststraat iets moet gebeuren. De mensen, die nabij het café wonen hebben zich bijna aLlen gevestigd toén de bar er al was; Bij verplaatsing van de bar worden mensen met het probleem opgezadeld, die er eerder woonden. De VOORZITTER vraagt of het juist is, dat de bar verplaatst wordt. Overigens is'de stads- en dorpsvernieuwing aan de orde en niet het vestigingsbeleid van horecabedrijven. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN blijft er bij, dat de beoogde stadsvernieuwing slechts kan plaatsvinden als de bar verdwijnt. De horeca-ondernemer wil alleen dan zijn pand verkopen als hij zich elders in het centrum kan vestigen. Zij maakt zich zorgen over de nieuwe buren van die bar. Als de raad met het plan akkoord gaat heeft dat gevolgen enerzijds voor een rustige Visserstraat, maar ander zijds minder prettige voor anderen. Haar bezwaar is, dat de raad geconfronteerd wordt met een raadsvoorstel, waartegen hij eigenlijk geen "nee" meer kan zeggen, omdat de onderhandelingen al ver gevorderd zijn. De VOORZITTER begrijpt deze conclusie, die in feite betekent, dat de aanpak van de Visserstraat moet wijken voor een bar, niet. Bovendien is de beslissing aan de raad, onderhandelingen of niet. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN herinnert eraan, dat zij haar betoog is begonnen met te zeggen, dat het C.D.A. met het voorstel akkoord is, maar enkele opmerkingen en vragen heeft.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1987 | | pagina 33