I
-4-
De VOORZITTER denkt, dat niet zo gemakkelijk kan. De gemeente kan b.v. volstaan met
een bord "slecht wegdek", zoals wel meer voorkomt. In 1990 zal de wegverbinding Bergen op Zoom -
Halsteren - Steenbergen gereed zijn en dat zal zeker tot minder verkeer leiden. Overigens denkt
hij, dat het wegdek niet zo slecht is, mits de snelheid wordt aangepast. Hij geeft toe, dat
de opstelling van b&w een gokelement bevat.
De heer VAN REIJEN heeft begrepen, dat een fietspad langs de Moerstraatseweg er niet in zit.
De VOORZITTER beaamt dit. Alleen door verlegging van bermstroken en grondverwerving, ge
koppeld aan een reconstructie,is dit mogelijk. Dat is onbetaalbaar.
Het gebruik van de weg en de tijd zal leren wat en wanneer de Moerstraatseweg moet worden aange
pakt.
De heer VAN REIJEN sluit af met de conclussie, dat zijn fraktie akkoord gaat met de
reconstructie van de Burg. v. Loonstraat en haar vrees behoudt over de gevolgen van de overname
van wegen.
De heer FRANKEN vraagt of, nu er enige vertraging door de verwijdering van de PNEM-kabel
ontstaat, er kans is, dat de Kade geheel wordt geasfalteerd. Er ontstaat anders door het
bestratingsverschil een gevaarlijke situatie.
De VOORZITTER kan dit niet zeggen, omdat de provinciale staten nog moeten beslissen.
Voorwaarde was, dat er tijd en geld zou zijn. Zoals bekend betaalt de provincie dit
De heer VAN SCHILT heeft in het voorstel gelezen dat er mogelijk ook meevallers te
verwachten zijn. Welke kunnen dat zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat bij dergelijke werken b.v. de aanneemsom kan meevallen of
er "minder werk"-posten zijn, maar er kunnen ook tegenvallers zijn. B&w bedoelen met die zin,
dat als er meevallers zijn die aan het wegenfonds worden toegevoegd.
De heer VAN SCHILT denkt dat na de bouwvakvakantie met de reconstructie kan worden be
gonnen en hoopt, dat de werkzaamheden einde jaar gereed zijn. Het zware verkeer zal gedurende
die tijd door Steenbergen moeten.
De VOORZITTER neemt aan, dat de veronderstellingen van de heer van Schilt juist zijn.
De heer REIJNDERS vraagt zich af of de gemeente aan de overname van wegen en de daaraan
verbonden bijdrage niet de voorwaarde moet verbinden, dat, als t.z.t. aan andere gemeenten
hogere bijdragen worden verstrekt, Steenbergen een na-uitkering krijgt.
De VOORZITTER wijst er op, dat een en ander moet worden gezien in het licht van het
voornemen van de minister van verkeer en waterstaat om alle wegen te herschikken. Dat moet
budgettair neutraal gebeuren. Daarover is op vele niveau's, ook in de Tweede Kamerover
gediscussieerd. Uiteindelijk is er, onder voorzitterschap van G. Brokx, een werkgroep inge
steld, die de gehele materie gaat onderzoeken. Mede in het kader van het gesloten bestuurs
akkoord mag het nooit zo zijn, dat de gemeenten voor hogere kosten komen. Dat gemeenten, die
weigeren wegen over te nemen, in een betere positie komen lijkt hem onwaarschijnlijk.
Mocht de raad een clausule, als de heer Reijnders bedoelt, inbouwen dan wordt een overeenkomst
met de provincie op losse schroeven gezet. De gevolgen zijn dan geen asfaltering,, De
provincie'zal dan herstraten en de weg zo overdragen, omdat nu eenmaal niet is vol te houden,
dat de Burg. v. Loonstraat een provinciale weg moet blijven- Het gaat de gemeente nu precies
wel om asfaltering en dat met name om de geluidsoverlast voor de bewoners terug te brengen.
Dat is ook de reden, dat de provincie met de gemeente is gaan meedenken en uiteindelijk de helft
van de extra asfalteringskosten betaalt-
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN waarschuwt er voor, dat een clausule, zoals de heer Reijnders
wil, inhoudt, dat bij gebleken lagere uitkeringen de gemeente terug zal moeten betalen.
•De heer REIJNDERS zou het toch betreuren, dat over enige jaren andere gemeenten hogere"
bijdragen ontvangen, die Steenbergen dan derft. Uiteraard gaat het hem niet om geld terug te
geven.
De heer VAN ZANTVLIET vraagt of b&w al plannen hebben over een doelmatige gladheidsbe-
strijding, na de overdracht van wegen, zodat niet de ene gemeente dezelfde weg al gestrooid
heeft, maar de andere nog niet.
Wethouder OOMS vindt dit een goede vraag. Niet alleen met de gemeente Roosendaal, maar
ook met de provincie zal overleg nodig zijn. Zo zullen in Kruisland zowel de provincie voor de Gas-
telseweg, als Roosendaal en Steenbergen voor de Roosendaalseweg-Vroenhoutseweg, moeten
strooien. Hij zegt op korte termijn overleg toe, waarbij uiteraard ook het kostenaspect mee^
speelt. Dat zal vóór de komende winter geregeld moeten zijn.
De heer HEIJMANS is eveneens blij met-het voorstel. T.a.v. de Moerstraatseweg is hij in
middels wat gerust gesteld, omdat ook hij vreesde, dat de gemeente tot snelle reconstruktie