-12- De heer HEIJMANS meent, dat een subsidie van 0,35 per inwoner goed besteed is. Het gaat om de opvang van jonge bouwvakkers. Het is hem bekend, dat Ossendrecht en Halsteren ook het volledige bedrag beschikbaar stellen. Met alle respect voor het advies van de werkgroep werkge- legenheidsaangelegenheden vindt hij een bedrag van 1.500,— voor dit doel te mager. Het gaat om een startsubsidie. De heer ABBENHUIS is het met de heer Heijmans eens. Het gaat om de inrichting van de werk plaats en een eenmalige uitkering van 0,35 per inwoner vindt hij niet teveel. De heer IJZERMANS deelt die mening ook, maar vindt, dat votering van het meerbedrag moet plaatsvinden uit de algemene middelen. De heer ADRIAANSEN, lid van de werkgroep, verdedigt het advies. Hij wijst op precedentwerking, want er zijn instellingen, die met een zelfde verzoek zullen komen. De werkgroep vindt 1.500,— startsubsidie voldoende. Voor dit bedrag kunnen drie instellingen worden geholpen. Wethouder HAGE stelt voorop dat b&w het advies van de door de raad ingestelde werkgroep hebben gevolgd. Ook b&w realiseren zich, dat er een precedent geschapen wordt. Overigens is de werkgelegenheid in de bouw thans van dien aard, dat de behoefte niet zo groot is. De jongelui blijken steeds meer bij de aannemers aan het werk te zijn. De heer HEIJMANS meent, dat doordat de stichting een twee-jarige overeenkomst kan aanbieden de aannemers de jongelui gemakkelijk voor een bepaald werk kunnen aannemen. Zijn zij niet meer nodig dan kunnen zij weer naar de werkplaats. Weliswaar gaat het in de bouw wat beter, maar in deze regio is er toch nog werkloosheid. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN merkt op, dat steeds als probleem wordt genoemd, dat de jongeren geen ervaring hebben en dus niet aan het werk komen. Daarom is deze stichting zo nuttig en ziet zij graag het gevraagde subsidie toegekend. De heer VAN ELZAKKER wijst erop, dat de werkgroep tot een afgewogen advies is gekomen. Zij heeft de direkteur van de stichting voor een toelichting uitgenodigd. Helaas moest deze nogal eens het antwoord schuldig blijven. Zo was de bijdrage van de aannemers nog niet bekend en evenmin de totale kosten. Tenslotte is er bij de direkteur op aangedrongen om alle subsidie-mogelijk heden na te gaan, want daaraan bleek nog niets te zijn gedaan. Ook de precedent-werking is door de werkgroep onderkend. De werkgroep heeft een en ander duidelijk als een startsubsidie gezien. Bovendien hebben de aannemers de laatste jaren zelf niets aan opleiding gedaan en heeft dat hen dus ook geen geld gekost. De bijdrage van de aannemers mag daarom best wat hoger zijn. De heer ABBENHUIS gaat er vanuit, dat de subsidie uitsluitend voor de inrichting is bedoeld. Het maakt dan weinig uit hoeveel leerlingen er zullen zijn. Als er andere instellingen met verzoeken komen zullen die op hun meritus moeten worden be oordeeld. De VOORZITTER maant tot voorzichtigheid De subsidie moet meer worden gezien als een aan moedigingspremie. De werkgelegenheid wordt er niet zozeer mee gestimuleerd, wel komt er een betere vakopleiding. De kans bestaat, dat ook andere sectoren op het idee worden gebracht en dan kan moeilijk minder subsidie worden gegeven. De gemeente Bergen op Zoom redeneert ook zo en geeft zelfs maar 2.000,—. Bij de aannemers ligt deze zaak natuurlijk heel goed, want het werkt, als een soort poule. De heer HEIJMANS wijst erop, dat in 1984 en in 1985 45 jongeren tewerk zijn gesteld. De aannemers is moeilijk iets te verwijten, want er was gewoon geen werk dus kon men ook niet opleiden. Juist voor een éénmalige startsubsidie is 4.770,— zeker niet hoog. Hij vraagt stemming. De heer VAN SCHILT vindt, dat de raad niet voor niets een werkgroep in het leven heeft geroepen. Slechts om zeer dringende redenen moet van het advies worden afgeweken, anders is zo'n werkgroep overbodig. De heer VAN REIJEN, lid van de werkgroep acht het belangrijk te beseffen, dat de werkgroep twee avonden met de direkteur heeft gesproken. Duidelijk is gebleken, dat deze niet de subsidiërings mogelijkheden optimaal benut heeft. Spreker vindt, dat juist dat eerst moet gebeuren. Hij kan met de heer Heijmans meevoelen, maar de gesprekken met de direkteur geven daarvoor echt geen aanleiding. Spreker maakt zich sterk voor de werkgelegenheid, niet voor een soort verkapte sub sidie aan ondernemers. De heer IJZERMANS hecht veel waarde aan het opdoen van ervaring. Daarom acht hij 'een subsidie van 4.770,— wel op zijn plaats. Bij hem speelt ook het gegeven, dat jeugd, die geen werk heeft baldadigheid pleegt. De VOORZITTER gaat dit laatste te ver en buiten de zaak waar de raad nu voor staat. Wethouder HAGE voegt hieraan toe, dat op het moment de behoefte aan de leerlingenwerkplaats niet zo groot is. De heer FRANKEN, lid van de werkgroep houdt zich aan het afgewogen advies van de werkgroep.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1985 | | pagina 90