- 14 - De heer IJZERMANS wijst er op, dat hij aan zijn voorstel ook deskundig onderzoek naar daarvoor in aanmerking komende plaatsen heeft toegevoegd. De VOORZITTER vraagt zich af of uitvoering in W.S.W.-verband financieel aantrekkelijk is. 8. vestiging dierenkliniek aan van Gaverenlaan AIJzermans De heer IJZERMANS heeft gehoord, dat er een verzoek is gedaan tot vestiging van een dierenkliniek op het terrein tussen Tienenbolwerk en van Gaverenlaan. De betrokken dierenartsen wachten al sinds januari op antwoord. Hij vraagt om standpuntbepaling door b&w, zodat de dierenartsen desgewenst bij de raad in beroep kunnen gaan. De VOORZITTER antwoordt, dat hij persoonlijk van mening is, dat op dat terrein geen gebouw thuis hoort. Het is thans als speelterrein/trapveldje door de jeugd in gebruik. Bovendien is de stedebouw- kundige van oordeel, dat gekozen moet worden uit de volgende twee oplossingen: of op het stadscentrum aansluitende massale bebouwing of laanboombeplanting aanbrengen.B&W hebben een en ander thans in studie en zijn nog niet tot een oplossing gekomen. Het college ziet niet in waarom het terrein moet worden aangetast, waarbij moet worden bedacht, dat de omwonenden bezwaar aantekenen en mogelijk schadeclaims indienen. Het komt er op neer, dat de stedebouwkundige het plaatsen van één gebouw planologisch afraadt. B&W hebben de dierenartsen andere locaties voorgesteld, zoals op een gedeelte van het grote parkeer terrein aan de Rozemarijnstraat.Men zit echter graag bij het busstation i.v.m. het bezoek van mensen met kleine huisdieren. Hem komt dit argument niet zo sterk voor, want in zulke gevallen zal men toch wel per auto reizen. Wethouder OOMS is het hiermee eens, terwijl wethouder Hage een ander standpunt heeft ingenomen. Wethouder HAGE heeft een minderheidsstandpunt ingenomen, omdat de dierenkliniek een regionale functie zal hebben, die ook enige uitbreiding van werkgelegenheid en bezoek aan Steenbergen zal mee brengen. Bovendien is de ligging bij een bushalte en andere dienstverlenende regionaal werkende in stellingen van belang. Eén gesloten geheel, zoals de stedebouwkundige voorstaat; ziet hij ook liever. De dierenkliniek kan een aanzet zijn, maar ook is denkbaar de combinatie boomaanplant en een flink gebouw. De heer IJZERMANS meent, dat de stedebouwkundige in staat moet zijn om het geheel in te passen en een verantwoord geheel tot stand te brengen. Waar het hem nu om gaat is, dat er een beslissing komt, waardoor de betrokkenen verder kunnen. De VOORZITTER vraagt aan de raad om de kwestie te beoordelen. De raad moet immers bestemmingsplannen vaststellen. Mogelijkheid is om de stedebouwkundige een schetsplan te laten maken en dat aan de commissie ruimtelijke ordening voor te leggen. De heer IJZERMANS verklaart, dat de P.v.d.A. geen bezwaar heeft tegen de bouw van een dierenkliniek, aangepast aan de omgeving. Het lijkt hem, dat de stedebouwkundige de invulling van het terrein kan bepalen. Hij denkt overigens dat de dierenkliniek een flink gebouw eist, ook omdat er opvang- en onderzoek/behandelruimten nodig zijn. De heer ABBENHUIS verklaart, dat ook de V.V.D. niet tegen de bouw van een dierenkliniek ter plaatse is, voorzover er thans gegevens beschikbaar zijn. De stedebouwkundige bezwaren deelt hij niet, zeker als men ziet welke fouten op dat terrein zijn gemaakt. De heer IJZERMANS vraagt stemming. De heer VAN RIESSEN deelt mee, dat de C.D.A.-fractie van mening is, dat het terrein öf volledig öf helemaal niet moet worden bebouwd. Als alternatieve bouwplaats kan gelden het terreintje naast de kleuterschool aan de Zuidwal.Hij vindt, dat de raad thans aan het beraadslagen is, terwijl hij niets weet van afmetingen e.d. De heer REIJNDERS zou toch ook eerst wat meer gegevens willen hebben, ook t.a.v. van de exacte plannen van de dierenartsen. De VOORZITTER antwoordt, dat het terrein bij de school te klein is. B&W vinden, dat het argument van de bushalte niet op gaat en het terrein aan de Rozemarijnstraat zeker geschikt is. Er is dan ook een mooie afscherming van het parkeerterrein en voldoende parkeergelegenheid voor het bezoek. Hij meent dat de raad ook rekening moet houden met mogelijke schadeclaims. STEMMING TOTALE BEBOUWING: De VOORZITTER brengt in stemming het voorstel om het terrein voor totale bebouwing te bestemmen, zoals de stedebouwkundige als een van de oplossingen aangeeft. Dit is te beschouwen als het verst gaand. Vóór stemmen Tegen stemmen M.Onland-van Haaren, COoms C. van Reijen A.IJzermans M.Reijnders P.Abbenhuis E.van Riessen H.v.Elzakker A.Adriaansen J.van Zantvliet D.Hage A.v.Ni

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1985 | | pagina 61