-24-
18.2. BEHANDELING MOTIES EN VOORSTELLEN
1. Groeiklasse gemeente Steenbergen C.D.A. (nr. 8.15)
in streekplanherzieninq
De VOORZITTER stelt aan de orde de volgende door het C.D.A. ingediende motie
"MOTIE van de C.D.A.-fraktie van de gemeenteraad van Steenbergen.
kennis genomen hebbende
van de door de provincie uitgebrachte nota herziening Streekplan en
de schriftelijke reactie hierop van het College van b&w d.d. 28 maart
1985 aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gehoord de beschouwingen hierover in de gemeenteraad
is de mening toegedaan
- dat het voornemen om Steenbergen onder te brengen in groeiklasse III
indruist tegen de behoefte van de eigen bevolking om de leefbaarheid
op het huidige peil te handhaven en zo mogelijk naar een hoger niveau
uit te bouwen;
- dat in dit verband als belangrijke aspecten zijn te noemen
le de werkgelegenheid de belangstelling voor kleinschalige industrie
neemt steeds toe.
2e Steenbergen voorziet in een regionale funktie m.b.t. het voort
gezet onderwijs
3e Steenbergen voorziet in een regionale funktie m.b.t. het winkel
bestand.
4e het aantal woningzoekenden; dat zal stijgen en noodgedwongenten
gevolge van de toekenning groeiklasse IIIzal men een woning moeten
zien te verkrijgen in de grotere steden.
Verzoekt het college van b&w deze mening kenbaar te maken aan
- Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
- Provinciale Staten van Noord-Brabant
De Gewestraad van het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant
en gaat over tot de orde van de dag.
Steenbergen, 19 december 1985."
De heer ABBENHUIS mist in de nota, dat de raad daartoe besluit. De tekst suggereert,
dat het de C.D.A.-fractie is.
De VOORZITTER merkt op, dat het de bedoeling is, dat de raad de motie overneemt.
De heren ADRIAANSEN, FRANKEN, VAN REIJEN en REIJNDERS delen mee, dat hun fracties
de motie ondersteunen.
De VOORZITTER^concludeert, dat de motie zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
B&w zullen zorgen, dat deze ter bestemder plaats komt.
2. Aanleg- parkeerplaats achter het mort.nnri urn C.D.A. (nr. 2.9)
en aan de Ram van Haqedoornstraat. (nr. 2.10)
De heer VAN ELZAKKER koppelt aan de tweede termijn van de algemene beschouwingen
het voorstel om het terrein zo te laten als het is, het van een goede afrastering te
voorzien en opnieuw te verhuren aan de vorige huurder. Daartegenover de aanleg van een
parkeerterreintje aan De Ram van Hagedoornstraat.
De VOORZITTER antwoordt, datb&w dit niet de meest fraaie oplossing vinden, maar
zij willen graag een uitspraak van de raad.
De heer ABBENHUIS zou graag willen weten waarom het C.D.A. een afrastering op kosten
van de gemeente wenst.
De heer VAN ELZAKKER stoelt dat op de conclusie van b&w, dat het aanzicht ter plaatse
slecht is en verbetering behoeft. Het C.D.A. is het daarmee eens. Door de huidige slechte
afrastering door een nieuwe te vervangen is dat probleem opgelost. De vorige huurder is
bereid om de poort wanneer nodig te openen, zodat ook het parkeerprobleem uit de wereld is.
De heer ABBENHUIS merkt op, dat er dan een particulier terrein ontstaat, dat nog afge
sloten is ook. Van een parkeergelegenheid is dus geen sprake meer.