-8- Als er dus geen behoefte is dan moeten er andere argumenten zijn om, juist in deze tijd, toch de noodzaak aan te tonen. Niet vergeten mag worden, dat ook de gemeente in alle sectoren moet bezuinigen en daardoor veel verenigingen in hun ontplooiing worden belemmerd. Het gesprek met S.C. Welberg is een kwestie van willen aanhoren. Ook al kan 120.000,worden bespaard dan nog blijft er 260.000,— te investeren over en hij vraagt zich af of de raad hiertoe, in deze tijd en dat afwegend tegen andere belangen, bereid is. B&W blijven dan ook nog keihard staan achter het voorstel, dat nu aan de orde is, zij het dat t.a.v. De Heen, als die goedkope oplossing haalbaar is, nog te praten valt. De heer VAN SCHILT vraagt of het bestuur van Val Aan de besprekingen met het waterschap en het hoogheemraadschao mag bijwonen. Het is geen kwestie van wantrouwen, maar zij zouden dat op prijs stellen. De VOORZITTER acht dit niet nodig. De heer VAN RBIJEN wil het voorstel van de heer Adriaansen,om eerst de komende gesprekken af te wachten en daarna een nieuw voorstel van b&w in behandeling te nemen,ondersteunen. Hij vindt, dat de raad geen beslissing kan nemen op een voorstel, dat z.i. te weinig onderbouwd is. De VOORZITTER spreekt dit tegen en wenst, dat de heer Van Reijen zijn mening motiveert. De heer VAN REUEN meent, dat dit in de loop van de discussie voldoende is gebeurd. Hij heeft er bezwaar tegen om bij het gesprek met S.C.W. een raadsbesluit "als mes op tafel te leggen" Zo'n gesprek moet open zijn. De VOORZITTER is het hier niet mee eens. Mevr. ONLAND- VAN HAAREN weet, dat De Heensche Polder deze week vergaderd heeft. Wellicht is de kwestie van De Heen aan de orde geweest. Wethouder HAGE deelt mee, dat de bereidheid aanwezig is, behoudens het dempen van de sloot, mits de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. Het gesprek met S.C.-Welberg vindt plaats n.a.v. de brief, die b&w en allé frakties ontvangen hebben. Het gaat dan om het geven van een toelichting daarop. De mogelijkheid van een ingang aan de Wipstraat zal worden nagegaan. Vorig jaar is dat ook ge beurd en toen waren er nog al bezwaren. Over het tweede veld in Welberg herhaalt hij, dat de behoefte daaraan niet is aangetoond. Hij wijst er voorts op dat in 1967 met S.C. Welberg is overeengekomen om op het sportpark in Steenbergen te spelen. De heer VAN REUEN wil toch over de behoefte iets zeggen. Het gaat hem dan niet over de capa citeit in totaliteit. Hij kan zich voorstellen, dat er een behoefte in de zin van een dorpsgemeen schap, die op zichzelf wil zijn. Voor een goede ontplooiing van een vereniging is er de behoefte, dat men niet uit elkaar getrokken wordt, maar zijn aktiviteiten kan concentreren in zijn eigen gemeenschap. Hij zegt daarbij, dat daaraan een prijs moet zitten, die voor de raad aanvaardbaar is. Het gaat er hem nog steeds om, dat het kostenplaatje dat nu is voorgelegd volgens zijn fractie niet reëel is en herzien moet worden. Zijn fractie heeft aangegeven, dat er bij goed overleg besparingen mogelijk zijn. Zo vraagt hij zich af of de sportcommissie met S.C. Welberg heeft gesproken. Wethouder HAGE merkt op, dat de sportcommissie niet over financiën, maar over behoeften van een vereniging adviseert. De VOORZITTER stelt, dat er een zo goed mogelijk afgewogen voorstel van het college is voorge legd. De behoefte is daarbij een belangrijk element in deze tijd. Hij vraagt welk bedrag voor een tweede veld in Welberg dan wel aanvaardbaar wordt geacht. Bedacht moet worden, dat ook bij andere sectoren na afweging is bezuinigd. De heer VAN REUEN gaat het er om, dat de kostenraming reëel moet zijn, zodat daarover een beslissing is te nemen. Hij meent, dat dat nu niet het geval is. De VOORZITTER ontkent dit. Er zal meer grond dan nodig voor het veld alleen moeten worden aange kocht en de besparingen door zelfwerkzaamheid zijn niet vooraf te ramen. En al wordt er 120.000,— bespaart dan nog is het de vraag of de investering acceptabel is. De heer UZERMANS wel eerst weten hoeveel de werkelijke kosten zullen zijn, alvorens een uitspraak te doen. De VOORZITTER meent, dat S.C.-Welberg het antwoord op besparingen, zoals door zelfwerkzaamheid, zal moeten geven De heer UZERMANS zegt, dat dat hetgeen is, waar zijn fractie om heeft gevraagd. Daarna kan de raad dan beslissen. De heer ADRIAANSEN verklaart, dat zijn fractie mee kan gaan met het voorstel van het college, mits er een goed onderzoek t.a.v. De Heen plaatsvindt en wordt nagegaan of een toegang via de Wipstraat mogelijk is dan wel het gesprek met S.C. Welberg tot een aanzienlijke vermindering van kosten leidt.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1985 | | pagina 142