-7- De heer VAN REIJEN vraagt of bekeken is of niet door aankoop van andere grond in de hoek rondweg-Past.Kerckerstraat minder vierkante meters gekocht behoeven te worden en dat eventueel onder ruiling met een derde partij. Voorts vraagt hij of b.v. een fietssstalling en een vrij grote parkeerplaats persé nodig zijn. Zijn fractie denkt, dat daar en in zelfwerkzaamheid besparingen te vinden zijn. Ook het benutten van gebruikte tegels e.d. kan de kosten drukken. Wethouder HAGE stelt voorop, dat het alternatief, dat j.l. zaterdag is aangedragen zo nieuw is, dat hierover nu geen uitsluitsel is te geven. Inderdaad zal eerst moeten worden nagegaan of het waterschap en het hoogheemraadschao medewerking willen en kunnen geven. Daarnaast is overleg met de grondeigenaar en onderzoek door gemeentewerken nodig. Gezien het aantal van 5 senioren en 3 junioren-elftallen van Van Aan is de behoefte als zodanig niet aanwezig, maar als bij aanpassing een bedrag van 10.000,a 11.000,voldoende is, dan zijn b&w in principe bereid medewerking te verlenen. Overigens kan het veld in De Heen de bespeling door acht elftallen gemakkelijk aan. Het hoofdveld van De Heen staat bij gemeentewerken bekend als een van de beste in Steenbergen. Een en ander is bekrachtigd door de hoofdconsul de heer Beeckersvan de afdeling Noord-Brabant, die geen klachten over het competitie-verloop heeft. De heer IJZERMANS beschikt over een brief van de K.N.V.B., d.d. 7 mei 1985 waarbij dispensatie wordt verleend om met meer dan vier elftallen op één veld te spelen. In die brief staat duidelijk, dat een vereniging die met meer dan vier elftallen in competitieverband deelneemt verplicht is de beschikking te hebben over twee goedgekeurde speelvelden. Wethouder HAGE hecht meer waarde aan het oordeel van de hoofdconsul van dezelfde K.N.V.B., die j.l. dinsdag verklaarde, dat een tweede veld absoluut niet nodig is. De door de heer IJzermans aangehaalde brief heeft een heel andere oorzaak, waarop hij liever niet ingaat. De heer IJZERMANS deelt die mening niet. Wethouder HAGE zegt tegen de heer van Riessen, dat ook voor b&w de kwestie van een tweede veld in Welberg niet volledig van de baan behoeft te zijn. De deur blijft op een kier. Feit is, dat het altijd een dure zaak z,al zijn, ook al gaat er door besparing en zelfwerkzaamheid b.v. 80.000, af. Dan resteert nog 300.000,Gegeven is ook, dat er qua capaciteit voldoende velden aanwezig zijn en dat er een landelijke tendens is van terugloop van leden. Op 4 december a.s. vindt een gesprek met het S.C.W.-bestuur plaats, waar zij het in hun brief genoemde plannen ter tafel kunnen brengen. Hij vindt het noemen van b.v. een middellange of lange termijn weinig inhoud hebben. Eerlijkheid en realiteitszin acht hij beter op zijn plaats, al behoeft daarmee de deur niet te worden gesloten. De heer IJZERMANS informeert nog naar de mogelijkheid in westelijke richting uit te breiden. Dat betreft alleen de aankoop van een klein stukje grond, Val Aan is dan geholpen. Wethouder HAGE vreest, dat de eigenaar niet tot verkoop bereid zal zijn, zoals onlangs bij pogingen tot aankoop van 26 m2 bleek. Hij zal het wel proberen. De VOORZITTER meent,^dat het beter is de discussie voorlopig te beperken tot het Val Aan- alternatief De heer IJZERMANS is het hiermee eens. Zijn idee geldt alleen als dit niet zou lukken. Wethouder HAGE stelt t.a.v. het tweede veld in Welberg voorop, dat b&w wel begrip hebben voor hetgeen S.C. Welberg bezielt. Het zijn de kosten, die het onhaalbaar maken. De heer IJZERMANS vraagt om eerst eens met het S.C.W.-bestuur te overleggen, want hem is ge bleken, dat er aanzienlijke besparingen in de orde van 100.000,— a 130.000,— mogelijk zijn. Voor zijn fractie is 380.000,— ook veel te duur. Wethouder HAGE wacht met belangstelling af wat S.C.W. op 4 december a.s. te bieden heeft. Hij wijst er op, dat ook al komen de kosten dan op 275.000,— de gemeente geconfronteerd wordt met een structurele kostenpost van 35.000,— tot 40.000,— per jaar. Daar is voorlopig geen ruimte voor. De heer ADRIAANSEN lijkt het ook beter om eerst het alternatief plan van De Heen en het overleg met S.C. Welberg af te wachten. Aan de hand van de resultaten kunnen b&w dan een nieuw voorstel doen„ De VOORZITTER kan dit wel begrijpen, maar hij wijst erop, dat al jaren beide kwesties uit voerig in openbare raadsvergaderingen zijn besproken. Zo heeft Val Aan in een openbare sportcommissie- - vergadering de gelegenheid gekregen om haar plannen toe te lichten. Daar is van uitgegaan. Plotseling komen er dan alternatieven, die eerder niet zijn aangedragen en dan doelt hij voornamelijk op De Heen. Probleem is, dat de sportcommissie en het college een bredere visie t.a.v. de accommodaties hebben dan, als begrijpelijk de individuele verenigingen. De behoefte aan nieuwe velden in de totaliteit van de beschikbare terreinen is niet aangetoond.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1985 | | pagina 141