- 9 - Ten tweedeBenut zoveel mogelijk de mogelijkheden die het z.g. individuali- seringsbeginsel van de Algemene Bijstandswet biedt. Ook wanneer dat extra werk betekent. Ten derde: Geef goede en regelmatig herhaalde voorlichting over de mogelijk heden die t.a.v. steun aan de minima bestaan. Wij denken hierbij o.m0 ook weer aan het individualiseringsprincipe Ten vierde: probeer die uitbreiding van het gemeentelijk studiefonds zo snel mogelijk te realiseren Hoewel het natuurlijk een absurde situatie is dat van gemeentewege moet worden getracht de ellende op te vangen die een gevolg is van bewust beleid van de rijksoverheidlijkt het ons toch een prima zaak dat de gemeente opkomt voor de zwaksten van zijn burgers. Ten slotte zouden wij graag zien, dat de gemeenteraad van tijd tot tijd wordt ingelicht over het verloop van uw in spanningen en dat uiteraard zonder het noemen van namen." De VOORZITTER merkt t.a.v. het individualiseringsbeginsel op, dat de chef sociale zaken werkt aan het opstellen van een circulaire. Probleem is, dat als een krantebericht uitgaat wel licht valse hoop wordt gevestigd. Het is de bedoeling om een gerichte brief te verzenden aan de mensen, die mogelijk in aanmerking komen. B&w hebben de ervaring, dat als de mensen zich tijdig tot de gemeente hadden gewend er beter geholpen had kunnen worden. Er schijnt toc'n een drempel te zijn van niet durven of niet weten. Uit het betoog var; de heer van Reijen begrijpt hij, dat aan het voorstel steun wordt betuigd. Wethouder OOMS weet, dat 5.000,— geen groot bedrag is, maar verhoging is mogelijk. Doelstelling is om vooral in trieste gevallen, vaak in een overgangssituatie naar een minimaal inkomen, te kunnen helpen. Het betreft vaak een gewenningsbijdrage. De heer VAN ELZAKKER complimenteert het college met de inhoud van het voorstel. Graag had hij nog een andere mogelijkheid opengesteld gezien, n.l. vrijstelling van de onroerend goedbelasting voor bepaalde woningen, zoals in de commissie financiën is besproken. Hij verzoekt om na te gaan in wat voor soort woningen, diegenen, die in 1984 en 1985 voor een éénmalige uitkering in aanmerking kwamen, wonen. Het gaat hem dus om de echte minima. In andere gemeenten gebeurt dat namelijk ook. Hij acht het bezwaarlijk een willekeurige groep belastingplichtigen te helpen. Daar is de belastingsheffing niet op toegespitst. De VOORZITTER vreest, dat dan de verkeerde weg gevolgd word. Zo zou het dan mogelijk worden om vermindering van reinigingsrecht toe te staan. De heer VAN ELZAKKER zou graag inzicht willen hebben in welk soort woningen die groep woont. Overigens zijn er gemeenten, die het wel doen en waar een eerste vrijlating bij een inkomen van o.a. 60.000,geldt. Het gaat dan om een groep, die in een bepaald soort woning wonen, die niet hoger wordt getaxeerd dan een bepaald bedrag of beneden een bepaalde m' inhoud blijft. Hij stelt zijn vraag, omdat hij denkt, dat de echte minima in die categorie vallen ook al beseft hij, dat het nega tief kan uitvallen. Daarom is hij zo benieuwd naar het percentage. De VOORZITTER zal dit opnemen en proberen de raad in een volgende vergadering te informeren. Hij merkt nog wel op, dat een belasting, die algemeen is, niet voor een willekeurige groep buiten toe passing kan blijven. Bovendien wisselt die groep steeds door verandering in financiële omstandigheden, woonsituaties e.d. De heer VAN REIJEN beseft, dat er nu niet ineens een gelstroom naar de minima op gang komt. Het ging en gaat zijn fractie er om, dat in ieder geval de ergste gevallen wat soulaas geboden worden. De heer VAN SCHILT vindt het voorstel een goed stuk al acht hij 5.000,nogal "mager". Veel mensen kunnen er niet geholpen worden en hij gaat er vanuit dat dat bedrag zo nodig verhoogd kan worden. De VOORZITTER wijst er op, dat het om buitengewone gevallen gaat die buiten alle normen vallen, dus waar ook het individualiseringsbeginsel niet werkt. Daarnaast zijn er particuliere instellingen, die ook nu al hulp bieden. De bedoeling is om in incidentele schrijnende gevallen de helpende hand te bieden. Mocht 5.000,te weinig zijn dan zal zeker om een aanvullend crediet worden gevraagd. De heer ABBENHUIS verklaart, dat de V.V.D. het voorstel van harte ondersteunt. Hij is wel bang, dat veel mensen er voor zullen terugschrikken "hun hele hebben en houen" op tafel te moeten leggen. Wethouder OOMS ziet hier geen aanleiding toe, want het gaat om mensen, waarvan de "financiële situatie toch al bekend is. Weliswaar vertrouwelijk, maar dat geldt t.a.v. de toepassing van de Algemene Bijstandswet ook.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1985 | | pagina 128