fltf
- 9 -
De heer IJZERMANS vindt het opmerkelijk, dat het met name de sportcommissie is, die veel
kritiek op het voorstel heeft. Hij stelt voor om het voorstel terug te nemen en de sportcommissie
te laten adviseren over andere mogelijkheden.
Wethouder HAGE stelt met nadruk, dat de sportcommissie sinds 1981 al pleit voor een berging,
aanvankelijk gecombineerd met een tribune. Om technische redenen is de berging losgekoppeld van de
tribune en aan de achterzijde van het gebouw gesitueerd. In 1984 is daarvoor op de investeringsstaat
een bedrag uitgetrokken van 64.000, De sportcommissie staat achter het plan van gemeente
werken maar ook daar is de vraag gesteld of het onder dezelfde voorwaarden goedkoper kan.
Daarop past hetzelfde antwoord, n.l., dat b&w daartoe geen mogelijkheid zien. De publikatie in de
pers geeft de discussie in de sportcommissie weer, maar het advies is positief, zowel t.a.v. het
gebouw als de prijs.
De heer IJZERMANS blijft het toch een erg duur gebouw vinden.
De heer ADRIAANSEN, voorzitter van de financiële commissie verwijst naar het verslag en con
stateert dan, dat de commissie adviseert om het voorstel voor nader onderzoek terug te nemen.
In tegenstelling tot wat de heer van Riessen beweert stelden de beide C.d.A.-leden zich achter het
commissie-advies
Zijn fractie blijft achter het commissie-advies staan, erkennend dat de berging een noodzaak
is. Het nagaan van een goedkopere oplossing lijkt hem zeer de moeite waard.
Wethouder HAGE herhaalt, dat gemeentewerken geen kans ziet een goedkoper ontwerp te maken
als het eisenpakket hetzelfde blijft. Gezien de resultaten van de plannen van De Stelle en de
tribune heeft hij alle vertrouwen in de deskundigheid van de betrokken medewerkers.
De heer VAN SCHILT is het duidelijk geworden, dat vóór het maken van het plan geen overleg
met de sportcommissie heeft plaatsgevonden. Daarom wil zijn fractie de zaak opnieuw door de
sportcommissie bekeken hebben.
Wethouder HAGE moet de heer van Schilt gedeeltelijk gelijk geven. In 1981 toen het tribune
plan ter sprake kwam, was er wel overeenstemming over afmetingen en andere eisen aan een berging
te stellen. T.a.v. het huidige plan is dit inderdaad niet vooraf gebeurd.
De heer HEIJMANS is erg gelukkig met de inhoud van het persbericht in Het Brabants Nieuws
blad, waaruit tè lezen valt, dat de sportcommissie zegt dat het veel goedkoper kan. Hij vindt,
ook gezien het advies van de financiële commissie, dat er veel voor te zeggen is om de sportcommissie
te laten nagaan of een dergelijk alternatief mogelijk is.
Wethouder HAGE acht het uitgangspunt onjuist. De sportcommissie is helemaal niet tegen het
plan. Citerend uit de notulen kan hij verklaren, dat de sportcommissie besloot te kiezen voor
het door gemeentewerken opgestelde plan en vroeg om te bezien of het alsnog goedkoper kan.
B&W hebben dit nagegaan en het blijkt niet mogelijk om met een deugdelijke bewaring een goed
kopere bouw te plegen.
Mevr. VAN NISPEN-AARDEN begrijpt niet, dat wethouder Hage zijn pleidooi niet tijdens de
commissie-vergadering hield. De commissie is er toen van uitgegaan, dat het beter was om het
voorstel aan te houden. Dat was niet, omdat er geen vertrouwen was in de bekwaamheid van de
ontwerpers, maar om te bekijken of bezuiniging mogelijk was. Op een vraag van de voorzitter
waren alle commissie-leden het met aanhouden eens. Zij blijft dan ook bij haar stem in de
commissie, dus aanhouden.
Wethouder HAGE zegt, dat hij het tijdens de commissievergadering wel met een nader onderzoek
eens kon zijn, maar nu dat heeft geleid tot de wetenschap, dat het huidig plan niet goedkoper
kan, ziet hij geen enkel nut in aanhouden.
De heer VAN ZANTVLIET merkt op, dat de heer Franken, lid van de sportcommissie, ook sprak
over aanhouden en het opnieuw bekijken.
Wethouder HAGE antwoordt, dat de heer Franken als persvertegenwoordiger aanwezig was.
De heer IJZERMANS herinnert er aan,.,dat wethouder Hage in de commissie gemeentewerken heeft
gezegd, dat hij niet volledig op de hoogte was. Spreker ziet graag aanhouding van het voorstel.
Dan kan ook bekeken worden of wellicht een openbare aanbesteding tot een goedkopere aanneemsom
kan leiden, al zal dit wel niet erg meer lukken nu de prijzen bekend zijn. Onderzoek naar een
eenvoudigere bouw lijkt hem in ieder geval gewenst.
De VOORZITTER wijst er op, dat aanbesteding pas kan plaatsvinden als de raad tot de bouw
heeft besloten. Onderzoek of het goedkoper kan heeft, gezien de toelichting van wethouder Hage
geen zin. Daarom handhaven b&w hun voorstel en zal bij de inschrijving blijken of het goedkoper
kan.
De heer ADRIAANSEN wenst stemming.
De VOORZITTER brengt het voorstel van b&w in hoofdelijke stemming.
Vóór stemmen E.van Riessen, P.Abbenhuis, M.Reijnders, D.Hage, M.Onland-van Haaren, C.Ooms.
Tegen stemmen: J.van Zantvliet, J.van Schilt, A.Heijmans, A.Adriaansen, A.v.Nispen-Aarden,
A.IJzermans, H.van Elzakker.