i - 5 - De VOORZITTER merkt op, dat de minister de maximum prijs voor grond en woning bepaalt. De consequentie voor de overige grond is dan duidelijk. Keuze is er uit verhoging prijs overige grond of een bijdrage uit de algemene middelen. Omdat dat laatste onmogelijk is schiet er weinig anders over dan de grondprijs verhogen. Of dat nodig is zal t.z.t. uit de herberekening blijken. Het is overigens de raad, die de minimumprijzen vaststelt. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 5. RUILING GROND MET A.C. FRIJTERS, CORNELIUSSTRAAT 44 TE STEENBERGEN T.B.V. DE BOUW VAN 4 WONINGWETWONINGEN. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 6. VESTIGING RECHT VAN OPSTAL T.B.V. S.V.DIOMEDON De heer REIJNDERS is het opgevallen, dat in dit voorstel melding wordt gemaakt van de clausule,: dat de gemeente bij beëindiging van het recht niet tot aankoop kan worden verplicht. Hij mist -een dergelijke voorwaarde in voorstel 7 t.a.v. KREGO. De VOORZITTER begrijpt dit verschil niet, maar zal dit nagaan. 'De. RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 7. VESTIGING RECHT VAN OPSTAL T.B.V. S.V. KREGO De VOORZITTER deelt mee, dat Inmiddels is gebleken, dat de voorwaardeniidentiek zijn aan die in voorstel 6. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 8. AANBIEDING A. GEMEENTEREKENING 1982 B. JAARREKENING VLEESKEURINGSDIENST 1982 C. JAARREKENING GEM.GRONDBEDRIJF 1982. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming akkoord te gaan. met de: voorgestelde procedure. 9. VOTERING KREDIET T.B.V. DE RESTAURATIE VAN HET OUD-ARCHIEF (33e wijz. begr. 1984) Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN: "De heer IJZERMANS meent te mogen stellen dat het vocht de grote schade - oorzaak is en vraagt zich daarom af of de archiefkelder nog wel een goed bruikbare ruimte is. Bovendien vraagt hij zich af waarom bij de onlangs plaatsgevonden "restauratie" van het stadhuis daarbij ook niet de archief kelder is betrokken De heer VAN SCHILT bevreemdt het dat de schade-aantasting niet in een eerder stadium is geconstateerd en vraagt zich af waarom niet eerder wellicht goedkopere maatregelen zijn getroffen Antwoord B&W" De VOORZITTER licht toe, dat de huidige ruimte nu wel, vroeger wellicht niet, geschikt is. De heer VAN SCHILT wijst er op, dat de Archiefwet een goede én geordende in standhouding van archiefstukken voorschrijft. Daaraan heeft Steenbergen zich dus niet gehouden. De VOORZITTER erkent, dat er een tijd is geweest, dat er aan het archief minder zorg is besteed. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 10. AANWIJZING CENTRAAL DEPOT ZEVENBERGEN ALS GEMEENTELIJKE ARCHIEFBEWAARPLAATS Mevr. ONLAND- VAN HAAREN vraagt wat er met de registers van de burgerlijke stand gaat gebeuren.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 90