4 B. MEDEDELINGEN 4. huur mortuarium. De heer VAN ELZAKKER valt het op, dat alleen over handhaving van het huidig mortuarium wordt gesproken. Hij neemt aan, dat ook de nieuwbouwmogelijkheid in het voorstel aan de orde zal komen. De VOORZITTER verklaart, dat b&w nooit aan nieuwbouw hebben gedacht en de raad daarover nimmer een positieve uitspraak heeft gedaan. De heer VAN ELZAKKER stelt, dat het C.D.A. in principe voor nieuwbouw is, maar open staat voor een andere oplossing als die beter blijkt. Het is daarom, dat het C.D.A. verwacht, dat het voorstel alle mogelijkheden belicht, ook op langere termijn. Omdat daar enige tijd mee gemoeid zal zijn noemt hij: genoegen met een latere behandeling dan in de oktobervergadering. Voor nieuw bouw is een tekening beschikbaar, zodat gemeentewerken een kostenraming kan opstellen. Er zijn in totaal drie nieuwbouwplannen beschikbaar, waarvan een C.D.A.-alternatiefHij wijst er voorts op, dat het huidig mortuarium in een oud gebouw is gevestigd, dat geld zal blijven kosten. De VOORZITTER meent, dat b&w duidelijk hebben gemaakt op grond van de financiële conse quenties niet voor nieuwbouw te voelen. Voorop staat, dat de exploitatie kostendekkend zal moeten zijn, dat geldt zowel voor verbouw als nieuwbouw. Hij meent, en met hem meerdere uit de raad, dat het niet om een gemeentelijk belang maar om dat van de burger gaat. Deze zal, al dan niet via een verzekering, daarvoor moeten betalen. De heer VAN ELZAKKER herinnert aan het antwoord van b&w op de algemene beschouwingen, waar in :is toegezegd om ook nieuwbouw in de studie te betrekken. De VOORZITTER is dit zonder raadpleging van de stukken niet bekend. Mocht de raad ook de kosten van nieuwbouw willen weten dan zal het voorstel pas in november of december gereed kunnen zijn i.v.m. drukke werkzaamheden op gemeentewerken. Met name de aanleg van kabeltelevisie is een arbeidsintensieve bezigheid en daar komt de riolering nog bij. De heer VAN ELZAKKER dient een voorstel in om in het voorstel van b&w ook gegevens over nieuwbouw te betrekken. Daarbij zullen ook de onderhoudskosten van zowel verbouwing als nieuw bouw, en dat op langere termijn, moeten worden opgenomen. Voor nieuwbouw zijn verschillende plaatsen denkbaar, waaronder gemeente-^êigendommen. De heer ADRIAANSEN deelt mee, dat zijn fractie voor behoud van het huidige mortuarium is en verheugd is, dat het college met zijn voorbereidingen voor aanpassing als zover gevorderd is. De heer IOZERMANS is het hiermee eens. De commissie gemeentewerken zou het huidig mortu arium bekijken en er zou een overzicht van aanpassing en kosten worden opgemaakt. Hij wil dit eerst zien voordat er kosten worden gemaakt voor een nieuwbouwplan. De heer ABBENHUIS verklaart, dat de V.V.D. niet direct voor nieuwbouw is, maar toch wel graag een kostenplaatje voor een nieuw mortuarium ziet. Hij steunt daarom het voorstel van het C.D.A. De heer HEIJMANS vindt het voorstel van de heer van Elzakker redelijk en steunt dit. De VOORZITTER concludeert, dat de raad in meerderheid het voorstel van de heer van Elzakker aanvaardt. B&W zullen in de decembervergadering met een compleet uitgewerkt voorstel komen, waarbij uitgegaan wordt van een kostendekkende exploitatie voor zowel verbouw als nieuwbouw. T.a.v. de nieuwbouw zal een ruwe schets met globale kostenberekening worden overlegd. De heer VAN SCHILT bevreemdt het, dat de C.D.A.-commissie zo laat met het nieuwbouwvoor- stel komt. De heer VAN ELZAKKER wijst er op, dat het geen C.D.A.-commissie is ,maar dat het gaat om een werkgroepje uit de hele bevolking. Bovendien is het het C.D.A., dat op een antwoord van b&w wacht, zoals tijdens de algemene beschouwingen is toegezegd. B&W stellen telkens uit, waarvoor hij overigens alle begrip heeft. 4. OVERDRACHT 122m2 GROND AAN STICHTING REGIONAAL WONINGBEZIT T.B.V. DE BOUW VAN 7 WONINGWETWONINGEN TE WELBERG. De heer ABBENHUIS is wat huiverig bij het idee, dat de mogelijkheid bestaat, dat mettertijd de prijs van de resterende kavels moet worden verhoogd. Omdat de hoogte van de grondprijs toch al vaak een belemmering is om te bouwen stelt hij, dat de grondprijs alleen maar mag worden verhoogd als het werkelijk niet anders kan.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 89