- 5 - Hij heeft ook gewezen op de hoge kosten en vindt dat daar in samenwerking met de Stichting iets aan gedaan moet worden. De VOORZITTER licht de huidige situatie toe. Voor Steenbergen geldt de Woonruimtewet niet, zodat voor de verhuur van woningen geen vergunning van b&w nodig is. Van oudsher is er in Steenbergen een adviescommissie. In 1979 is het gemeentelijk woningbezit aan de Stichting overgedragen en daar hebben b&w nimmer spijt van gehad, want de Stichting doet het uit stekend. Toen is inderdaad als voorwaarde gesteld, dat de gemeente zou toewijzen. Inmiddels zijn de omstandigheden veranderd en dan wordt nagegaan waar taken, die geld kosten en waarvoor^een ander een vergoeding geniet, kunnen worden afgestoten. Daar komt nog bij, dat een ambtenaar van Sociale Zaken het werk doet en juist op die afdeling is de werkdruk erg groot. De keuze is dan öf de Stichting doet de toewijzing öf zij draagt de kosten geheel of gedeeltelijk. De Stichting ontvangt n.l. in haar exploitatievergoeding een bepaald bedrag per woning i.v.m. de toewijzing en wat daarmee verband houdt. Het college heeft deze kwestie aan de Stichting voorgelegd en die heeft dat thans in beraad, ook gezien de gang van zaken in andere gemeenten. Voor een gemeente als Steenbergen is het onmogelijk, dat b&w de toewijzing zelf ter hand nemen. Ook voor de objectiviteit is het van belang, dat terzake de toewijzing een ambtenaar voorbereidend werk doet en een commissie adviseert. Uiteindelijk beslissen b&w en dat loopt goed. Steenbergen neemt in het geheel van het werkgebied van de Stichting een uitzonderings positie in en ook dat speelt in de overwegingen van de Stichting uiteraard een rol. De beweegreden van b&w is dan ook het terugbrengen van kosten waar dat mogelijk is. In dit geval ligt dat voor de hand, omdat de Stichting een vergoeding ontvangt voor een taak, waarvan de kosten voor rekening van de gemeente komen. De heer IJZERMANS herinnert er aan, dat zijn fractie tijdens de algemene beschouwingen heeft gevraagd om de kosten die de gemeente maakt op de Stichting te verhalen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit alleen gevraagd kan worden, van verhalen, dus verplichten, kan geen sprake zijn. De heer ADRIAANSEN voelde zich als voorzitter van de Stichting aangesproken, toen in de commissievergadering financiën bij voorbaat al over vriendjespolitiek werd gesproken. Via de voorzitter zou hij van de heer van Elzakker om nadere uitleg willen vragen. De VOORZITTER gaat dit te ver, omdat inmiddels duidelijk is geworden, dat gedoeld wordt op "objectiviteit". Overigens zal de Stichting z.i., net zoals b&w, niet buiten een advies orgaan kunnen, juist omwille van de objectiviteit. De heer ADRIAANSEN wil opmerken, dat de Stichting in geen enkele gemeente woningen toe wijst. De voorbeelden waarop de heer van Elzakker doelt, moeten dus op een andere woning corporatie slaan. Hij heeft beluisterd, dat een meerderheid uit de raad niet voor een overdracht aan de Stichting voelt. Hij zou graag een uitspraak van de raad hebben, zodat de Stichting weet waaraan zij toe is. De VOORZITTER lijkt dit niet verstandig, want dat zal neerkomen op toewijzing door de gemeente en kosten daarvan voor de Stichting. De raad kan echter nooit een beslissing van de Stichting frustreren, want toewijzen wil in feite zeggen: verhuren. Iets wat b&w in feite nu ook doen. Omdat de Woonruimtewet niet van toepassing is heeft de eigenaar het verhuurrecht. Iets anders is, dat z.i. de Stichting er onverstandig aan zou doen de toewijzing aan zich te trekken. Wel zou b.v. een Stichtingsmedewerker de administratie kunnen verzorgen. Spreker heeft alle hoop, dat met de Stichting tot overeenstemming zal worden gekomen. De heer ADRIAANSEN deelt mee, dat de kwestie in de novembervergadering door het algemeen bestuur zal worden behandeld. De heer VAN ELZAKKER wil nog opmerken, dat in de commissievergadering de betreffende wethouder zei, dat b&w al spijt hadden over de inhoud van de mededeling. Omdat blijkens de mededeling het college zich al tot de Stichting had gewend, meende hij goed te doen bij voorbaat een waarschuwend geluid te laten horen. Hij heeft niet direct op de Stichting gedoeld, want die wijst in geen enkele gemeente woningen toe. Zijn waarschuwing is gericht op de toe komst. 10. Ontwikkelingen m.b.t. Landgoed Dassenberg. De heer VAN RIESSEN vraagt of het oriënterend gesprek met de eigenaresse al heeft plaats gevonden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Vandaag is er een brief ontvangen van de Vogelwerkgroep West-Brabant, die ernstig bezwaar aan tekent.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 77