Wie de woningen ook toewijst doet er in principe niet toe, omdat 90 van de toewijzingen aan de hand van de feiten vastligt. Slechts 10 of 5 a 6 woningen zouden mogelijk anders worden toegewezen. Daarbij kan net zo goed gesteld worden, dat de gemeente fout toewijst dan de StichtingOok nu wordt vanuit de bevolking door teleurgestelde woningzoekenden ten onrechte aan de gemeente vriendjespolitiek en onkunde verwetenDit zal altijd zo blijven wie ook toewijst. De kosten voor andere toewijzing van 5 a 6 woningenwaarbij het dan nog gaat om woningzoekenden met een beperkte urgentiekunnen gesteld worden op f. 45.000,of ruim 2 onroerend-goedbelasting verlaging of minder verhogingUit een onderzoek bij een vijftal gemeenten in West-Brabant tussen 10.000 ën 20.000 inwoners is geblekendat alleen de gemeente Zundert nog zelf woningen toewijst en dit omdat in die gemeente de gemeente zelf de woningen exploiteert De heer VAN REIJEN vraagt zich af of een bijdrage van de Stichting Regionaal Woningbezit in de kosten van toewijzing niet beter zou zijn. De SECRETARIS merkt op, dat ook deze mogelijkheid in de brief aan de Stichting Regionaal Woningbezit was verijield. De VOORZITTER ziet bij het uiteindelijke voorstel aan de raad graag aangegevenwaarom de gemeente de eis van toewijzing door de gemeente gesteld bij de overdracht van het gemeentelijk woningbezit heeft verlaten Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTE WERKEN: De heer VAN RIESSEN is huiverig voor overdracht van de woningtoewijzing aan Stichting Regionaal Woningbezit. Hij is bevreesd, dat de objectiviteit zal wegvallen. Bovendien vervalt de controlerende taak van de gemeenteraad. In het gestelde wordt hij bijgevallen door de heer IJZERMANSLaatstge noemde stelt dat zijn fractie van oordeel is dat de woningtoewijzing een gemeentelijke aangelegenheid dient te blijvendoch dat dan wel een kosten verhaal op Stichting Regionaal Woningbezit dient te worden overwogen. De heer VAN REIJEN herhaalt, dat zijn fractie van mening is, dat de woningtoewijzing taak van de gemeente moet blijven, ook al kan dit op grond van de wet niet worden geclaimd. Bij de overdracht van het gemeentelijk woningbezit is dit als voorwaarde gesteld. Zijn fractie vindt wel, dat tenminste een deel van de vergoeding voor woningtoewijzing, die thans bij de woningstichting terecht komt, aan de gemeentelijke instantie, die de werkelijke kosten maakt, ten goede komt. De VOORZITTER antwoordt, dat b&w het in grote lijnen met de heer van Reijen eens zijn. De Stichting moet nog een beslissing nemen en het college wacht die af. De heer VAN RIESSEN hoopt dat b&w in hun overwegingen zullen meenemen, hetgeen hij in de commissie heeft opgemerkt. De VOORZITTER verklaart, dat het college geen zorg heeft over de overdracht van de toe wijzing als zodanig. Al zijn de andere gemeenten, waar de Stichting werkzaam is weliswaar kleiner, voor zover hem bekend heeft alleen de gemeente Steenbergen de toewijzing in eigen hand. Overigens is daarvoor een adviserend orgaan ingesteld en aan te nemen is, dat ook de Stichting daar niet buiten zal kunnen. Hij zegt toe de opmerking van de heer van Riessen in de overwegingen te betrekken. De heer VAN SCHILT heeft begrepen, dat het C.D.A. niets voelt voor overdracht van de woningtoewijzing. Oo^ neemt hij aan, dat de gemeente wel van de Stichting verlangt, dat zij de kosten verbonden aan het toewijzen van woningen, betaalt. Overigens weet. hij, dat de raad bij de overdracht van het woningbezit aan de Stichting heeft geëist, dat de woningtoewijzing aan de gemeente blijft. Hij maakt er bezwaar tegen, dat een C.D.A.-lid in de commissie-financiën gezegd heeft bang te zijn voor vriendjespolitiek als de Stichting de woningtoewijzing zou gaan verzorgen. Hij begrijpt niet hoe hij daar aan komt. De heer VAN ELZAKKER, die de gemaakte opmerking gemaakt heeft, zegt met een voorbeeld te hebben aangehaald hoe dat zou kunnen, zoals in andere gemeenten blijkbaar is voorgekomen. Zo betreuren sommige gemeenten het, dat zij ook de woningtoewijzing hebben overgedragen. Hij heeft later het gebruik van; de zware uitdrukking "vriendjespolitiek" wel wat betreurd. Wel houdt hij staande, dat de toewijzing niet objectiever kan als het nu gebeurt. Nu vindt toewijzing plaats door de burgers voor de burgers en in het belang van de burgers moet het z.i. zo blijven. - 4 -

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 76