De heer ADRIAANSEN gaat daar van uit, maar tijdens de voorbespreking is het hem opgevallen, dat de secretaris over de personele inzet erg gemakkelijk oordeelde. Uit ervaring weet hij, dat daar juist de knelpunten komen te liggen. Graag zou hij in de augustus of septembervergadering een overzicht verstrekt zien, waarop staat aan gegeven hoe in de personeelsbezetting wordt voorzien en wat daarvan de kosten zijn. De VOORZITTER zegt dit toe, zodra er daarover inzicht bestaat. De heer VAN. REIJEN spreekt als volgt: "Automatisering kunnen we, in een zeker opzicht, beschouwen als een noodzakelijk kwaad. Velen willen het eigenlijk niet, omdat het toch erg kan ingrijpen in de beleving van iemands arbeid als individu en in de werkgelegenheid in algemene zin. Maar toch komt het er. De ontwikkelingen op dit gebied noodzaken de maatschap pij hierop in te spelen. Als zodanig zijn wij dan ook niet tegen dit voorstel Daar het ons echter bekend is dat de invoering van een geautomatiseerde admini stratie, met name op de afdeling financiën, nogal wat extra werk met zich mee brengt willen wij voor het volgende waarschuwen: Wij zijn tegen structureel overwerk Het extra-werk uitvoeren door merendeels overwerk van het huidige personeel a„ Is in een maatschappij met bijna 900.000 werklozen niet ethisch, b. Zou wel eens veel te belastend kunnen zijn voor de betrokkenen Het zoveel mogelijk inzetten van tijdelijke krachten (liefst jonge werklozen uit de eigen gemeente) zou een oplossing moeten kunnen zijn. Deze krijgen zo de kans om ervaring op te doen, die aldus zo vaak gevraagd wordt. Daardoor worden ze kansrijkerInschakeling van uitzendbureaus wijs ik daarom af De VOORZITTER ziet ook mogelijkheden in het aantrekken van W.V.M.'ers Inderdaad is struk- tureel overwerk uit den boze. De heer ABBENHUIS merkt op, dat de V.V.D. automatisering niet als een kwaad, wel als nood zakelijk beschouwt. Dat geldt zeker voor een zo gecompliceerde administratie. Ook in de commissie vergadering heeft.hij gezegd, dat naar zijn mening te licht wordt gedacht over de ingewikkeldheid van de materie. Hij wil daarvoor waarschuwen. De VOORZITTER deelt mee, dat de secretaris en de chef financiën een bezoek hebben gebracht aan de gemeente Oostburg, waar dezelfde apparatuur al in gebruik is. Met flink personeel valt het in totaliteit best mee. Mevr. ONLAND^ VAN HAAREN is in eerste instantie geschrokken van het bedrag. Tijdens de informatie-avond kreeg zij n.l. te horen dat het in de begroting geraamde bedrag voldoende zou zijn en dat was 150.000,—, nu wordt er 230.000,— gevraagd. Overigens is zij wel akkoord, omdat is verklaard, dat dit bedrag ruim voldoende is en de aanschaf geen arbeidsplaatsen kost. De VOORZITTER erkent dit, maar van lieverlee is er meer inzicht in de werkelijke kosten opgetreden. De heer VAN REIJEN wil reageren op de opmerking van de V.V.D.als zou automatisering geen noodzakelijk kwaad zijn. De P.v.d.A. vindt het een kwaad in die zin, dat het sterk kan ingrijpen in de beleving van iemands arbeid als individu en in het algemeen ook de werkgelegenheid aantast. De heer ABBENHUIS merkt op, dat door de automatisering werk tot stand kan worden gebracht, waarvan anders geen sprake zou zijn. Hij verwijst dan naar de deltawerken. De heer IJZERMANS vraagt of er t.a.v. de bediening en toegankelijkheid richtlijnen worden vastgesteld. Dit ter bescherming van de privacy. De VOORZITTER antwoordt, dat dit aspect bijzondere aandacht heeft en er een afdoende be veiliging wordt vastgelegd. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomst het voorstel, 6. VOTERING KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE UITVOERING RIOLERINGS PLANNEN (30ë wijz. begr. '84) De heer ADRIAANSEN acht het een goed punt, dat ook in huisaansluitingen wordt voorzien. Dan kan het niet meer voorkomen, dat een buitenstaander de gemeente op het aantal aansluitingen moet wijzen. Het Hoogheemraadschap West-Brabant heeft n„l. moeten zeggen, dat er 30 aansluitingen meer zijn. De VOORZITTER ontkent dit. De gemeente kan de verplichting opleggen binnen vijf jaar op de riolering aan te sluiten. -7-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 64