De heer IJZERMANS wil de politieke partijen herinneren aan hun verkiezingsprogram. Hij heeft deze
eens doorgenomen en is tot de ontdekking gfekomen, dat de meeste partijen stellen, dat de
voorzieningen in de kleine kernen gehandhaafd moeten blijven. Het lijkt hem nuttig, dat men
daar nog eens over nadenkt.
De VOORZITTER wijst er op, dat men op belastingverlaging aandringt, maar wel kosten wil
maken voor een voorziening, waarvan amper gebruik wordt gemaakt. Zo komt men er nooit.
De VOORZITTER lijkt de tijd aangebroken om tot een beslissing te komen en hij brengt het
voorstel van B&W in mondelinge stemming. B&W willen de vanavond gedane suggesties nog wel
verifiëren, want over die mogelijkheid zijn zij door de P.T.T. niet geïnformeerd.
Vóór stemmen D. Hage, C. Ooms, P. Abbenhuis, C. Franken, L. v.d. Kar en A. Heijmans.
Tégen stemmen H. v. Elzakker, A. IJzermans, J. v. Schilt, A. v. Nispen-Aarden, J. v.
Zantvliet,C. v. Reijen, A. Adriaansen, M. Onland-v. Haaren en E. van Riessen.
De VOORZITTER concludeert, dat de RAAD met 9 tegen 6 stemmen het voorstel van B&W heeft
verworpen, zodat de telefooncellen tot 1 januari 1985 blijven gehandhaafd en langere instandhouding
in het kader van de begroting 1985 zal worden bezien.
9. MOTIE P.V.D.A. INZAKE ONDERSTEUNING WERKGELEGENHEID
Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN
"De heer VAN RIESSEN deelt mee, dat hij in de raadsvergadering op dit agenda
punt zal terugkomen."
Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN
"De heer VAN REIJEN kan met het voorstel instemmenmits de "redelijke termijn"
niet gebruikt wordt als handvat om medewerking te weigeren
De verschillende frakties zullen op dit voorstel in de raadsvergadering nog
terugkomen
De heer VAN RIESSEN spreekt als volgt:
"Het C.D.A. kan zich volledig aansluiten bij het voorsteldat burgemeester
en wethouders n.a.v. de P.v.d.A.-motie uitbrengen. Zijn fractie meent, dat elk
initiatief door de raad zal moeten worden afgewogen. De nadruk zal op een
startsubsidie moeten liggen. Er zal voor moeten worden gezorgddat projekten
de bestaande werkgelegenheid niet aantasten, terwijl ook in aanmerking moet
worden genomen de redelijkheidsfaktor ten opzichte van hen, die het alleen met
een uitkering moeten stellen. Daarom, ook vindt de fraktie het zo belangrijk, dat
burgemeester en wethouders er van uitgaandat geen blijvende financiële steun
te verwachten zal moeten zijn. Zij vindt bovendien, dat in principe financiële
middelen voor een start beschikbaar moeten zijn. Ook om de positieve intentie
te tonen zou in de begroting 1985 daarvoor een post kunnen worden opgenomen."
De heer VAN REIDEN hoopt, dat de aanneming van het voorstel een eerste stap zal zijn. De
tweede stap zal een actief werkgelegenheidsbeleid van het gemeentebestuur moeten zijn. Aan het
uitspreken van een intentie hoe goed bedoeld ook, heeft de werkloze burger niets. Het initiatief
van de werkgroep "Mensen zonder Werk" bewijst, dat men graag weer aan het werk wil. De punten,
die zij in haar notitie aanhaalt, verdienen stuk voor onderzoek. Een op te stellen werkgelegen-
heidsnota zal ook die elementen moeten bevatten. Tevens zou er gestudeerd moeten worden op de
financiële ruimte voor een werkgelegenheidsbeleid voor de komende jaren
De P.v.d.A.-fraktie verklaart zich bereid deel te nemen in een eventueel in te stellen
commissie of ander orgaan, dat het voorbereidende werk moet gaan doen.
De VOORZITTER twijfelt of er op dit moment al aan een commissie behoefte is. Het C.D.A. stelt
voor om eerst in de begroting 1985 geld vrij te maken. Eerst dan is bekend of en wat beschikbaar is.
Persoonlijk verwacht hij van een werkgelegenheidsbeleid op gemeentelijk niveau heel weinig.
B&W benaderen de motie echter positief en zij zullen terzake een nota uitbrengen, waarin de
suggesties van de werkgroep zullen worden beschouwd.
De heer ADRIAANSEN deelt mee, dat zijn fraktie zich met de motie en het voorstel kan verenigen.
Hij vraagt of al iets bekend is over de in te stellen z.g. toetsingscommissies.
De VOORZITTER antwoordt, dat volgens de pers de coördinatie bij de gewestelijke arbeids
bureaus zou komen. Z.i. wordt dit dan een onmogelijke zaak.
Wethouder OOMS weet, dat de-V.N.G. thans met de Staatssecretaris overleg voert over de
toetsingscommissies. De gemeenten willen die commissies op kleinere schaal binnen de klein-
regionale W.W.V.- of R.W.W.-commissie laten funktionereri. Dat zal beter werken dan in
groot verband.