-4- Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN "In verband met de komst van een 10-tal omwonenden van de put-Aarts" wordt een "voorbespreking" gehoudenDe omwonenden spreken hun ongerustheid over de opslag van de filteraarde uit, waarvoor geen vergunning is verleend en blijkens de ont vangen concept-beschikking ook geen vergunning zal worden verleend Wethouder OOMS kent de gevoelens van de omwonendenHij stelt dat afgelopen vrijdag de politie is ingeschakeldNiet bekend is of het bij een constatering registratie is gebleven dan wel ook verbaliserend is opgetreden De OMWONENDEN vragen zich af of de gemeente niet handelend kan optreden Het enigste wat zij wensen is stopzetting en verwijdering van de opslag. De notulist stelt dat z.i. ook de opslag -en toch zeker wanneer deze 4 meter diep in een put wordt gestort- onder de verwerkingssfeer van de Afvalstoffenwet valt. Het bevoegde orgaan is dan de ProvincieDe gemeente kan dan niet handelend optredenOp zijn hoogst zou via overlegaandringen een optreden bevorderd kunnen worden. Zijns inziens kunnen de omwonenden de provincie verzoeken politiedwang toe te passen danwel via een art. 1401 Burgerlijk Wetboek -aktie de vermeende aktiviteit bestrijden Wethouder OOMS zegt morgen overleg te zullen plegen met de provincie en het Hoogheemraadschap om een spoedige "stoplegging" te bevorderen. Zo nodig moet men maar naar Den Bosch. In de a.s„ raadsvergadering komen er nadere mededelingen." De VOORZITTER acht het naar aanleiding van perspublikaties en de discussie in de commissie nood zakelijk hierover nadere mededelingen te doen. De aanwezigheid van een aantal belanghebbenden op de publieke tribune brengt hem er toe om dit punt eerst te behandelen. Hij is voornemens om na de discussie de vergadering te schorsen en de publieke tribune de ge legenheid te geven opmerkingen te maken en vragen te stellen. Het gegeven is, dat er aanvankelijk een aanvraag bij de provincie is ingediend om filteraarde te mogen storten in de zandwinningsput aan de Moerstraatseweg. Dat heeft aanleiding gegeven tot een compe tentiegeschil tussen de provincie die de Afvalstoffenwet behandelt, en het Hoogheemraadschap West-Brabant, dat de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater uitvoert. Het doet B&W dan pijn, als wordt geconcludeerd, dat de gemeente Steenbergen zo teleurgesteld heeft. Niets is n.l. minder waar, want van het begin af aan is overleg gepleegd met, en aandrang uitgeoefend op de provincie en het Hoogheemraadschap. Bekend is, dat uit een bij de aanvraag gevoegd deskundig rapport blijkt, dat van verontreinigde grond geen sprake zou zijn. De provincie heeft inmiddels via een concept-besluit kenbaar gemaakt, dat zij de gevraagde vergunning zal weigeren. De aanvrager is toen niet in de put gaan storten, maar is tot opslag naast de put overgegaan. Vanmiddag heeft het college nog een onderhoud gehad met de aanvrager, die verklaarde, dat hij alleen maar gestort heeft, de bleekaarde vermengt en dit dan afvoert. Daarvoor heeft hij dus geep vergunning. Punt is nu of daar vergunning voor nodig is en dan komt de Hinderwet als mogelijkheid naar voren, desnoods als middel om voorlopige stopzetting van de aktivi- teiten af te dwingen. Voorzichtigheid is echter geboden, want zou de gemeente ten onrechte optreden dan volgt er mogelijk schadevergoeding. In verband hiermee is overleg met de provincie, het Hoogheemraad schap en de politie gevoerd. Vandaag is bericht ontvangen, dat de provincie ook t.a.v. de storting van mening is dat de Afval stoffenwet van toepassing is en dat aanvrager een aanschrijving of sommatie zal krijgen, dat met de aktiviteiten moet worden gestopt. Dit is een telefonische mededeling van een ambtenaar en afgewacht moet worden of dit bestuurlijk wordt onderschreven. Gevolg hiervan is wel dat de gemeente zich voorhands van het nemen van maatregelen dient te onthouden. Als de Afvalstoffenwet van toepassing is geldt de Hinderwet n.l. niet. B&W hebben aanvrager in overweging gegeven om voorlopig met de aktiviteiten te stoppen, totdat de provincie heeft beslist. Spreker begrijpt de bezorgdheid van de omwonenden, maar zij zullen begrip op moeten brengen in deze. Aangenomen mag echter worden dat de provincie op aandrang van de gemeente maatregelen zal nemen. De heer VAN SCHILT vraagt naar het verschil tussen opslaan en storten. De VOORZITTER wijst er op, dat de aanvrage het storten in de leeg te zuigen put betreft, maar dat er nu wordt aangevoerd en op het land opgeslagen. De heer VAN SCHILT vraagt zich af hoe de gemeente, zijnde niet competent, dan een proces-verbaal wegens overtreding van de Hinderwet kan laten opmaken. De VOORZITTER antwoordt, dat het hem er vooral om gaat om het constateren wat er daar gebeurt en rapportage daarvan. De heer IJZERMANS heeft uit vrij betrouwbare bron vernomen, dat er in de put gier gestort is. Hij heeft die informatie van het Hoogheemraadschap.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 4