i -5- De heer VAN SCHILT is blij over de toezegging, dat aan het instellen van een bebouwde kom voor Heense Molen zal worden meegewerkt. De VOORZITTER waarschuwt er voor, dat het werkelijk nut in twijfel wordt getrokken. 6. Overlast hondenvuil Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN "De heer IJZERMANS vraagt zich af of het gebruik van de huidige hondentoiletten het rechtvaardigt om ook op andere lokaties een dergelijke voorziening te realiseren. De heer CORNEL is van oordeel, dat het gebruik redelijk is, doch een uitbreiding acht hij niet reëel. Uitvoering geven aan de slogan "Hoge nood hond in de goot" is zijns inziens doeltreffenderOp een vraag van de heer VAN SCHILT deelt de heer CORNEL mede, dat de hondentoiletten regelmatig worden ge reinigd. Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN De heer VAN REIJEN pleit voor beter onderhoud aan en uitbreiding van hondentoilettei Tevens verzoekt hij om na te gaan of het voor bepaalde straten niet mogelijk is om te verbieden zich daar met een hond te bevinden De heer FRANKEN constateert een toenemend aantal loslopende honden en zou gaarne een verscherpt toezicht daarop zien. De heer VAN DE KAR concludeert uit de mededeling van B&W, dat zij geen nuttig effect van een extra oproep aan de hondenbezitters verwachten. Hij blijft toch met klem verzoeken om d.m.v. een brief of folder begrip te vragen. Het zou ook een algemeen schrijven kunnen zijn, waarin ook het vandalisme, en de overlast van katten en duiven onder de aandacht wordt gebracht. De VOORZITTER zegt toe, dat B&W deze suggestie in overweging zullen nemen. Wellicht is een artikeltje in Het Pompke en de Steenbergse Courant beter. De heer VAN REIJEN is het met B&W eens, dat, gezien de overmaat aan papier in de brievenbus, een brief niet veel zal uithalen. Overlast van hondenvuil is een nationaal probleem, dat zeker aanpak verdient. Hij denkt dan aan meer praktische zaken, zoals uitbreiding van hondentoiletten, het creëren van uitlaatveldjes en in ieder geval goed onderhoud van de bestaande hondentoiletten. Datlaatste kan z.i. beter. Mocht dit alles niet helpen dan zal er toch gezocht moeten worden in de richting van de opsporingssfeer, met name t.a.v. loslopende honden. De VOORZITTER antwoordt, dat de politie naast vele andere zaken, hierop let. In uitbreiding van het aantal hondentoiletten ziet hij geen oplossing. Verhoging van de hondenbelasting zou wellicht financiële middelen kunnen geven om iemand met controle te belasten. De heer VAN REIJEN meent, dat dan eerst eens zou moeten worden nagegaan of althans een gedeelte van de hondenbelasting gericht wordt besteed. Over eventuele verhoging van de hondenbelasting wil hij nog eens denken. 8. Inschakeling P.T.T. voor het verrichten van gemeentehandelingen Uittreksel vergaderverslag CIE GEMEENTEWERKEN "Met uitzondering van de heer ABBENHUIS is de commissie van oordeel, dat, bij wijze va'n proef gedurende de nog resterende 8 maanden van dit jaar, te De Heen éénmaal per maand een zitting moet worden gehoudenIn januari 1985 de resultaten evalueren De heer VAN DE KAR vraagt aandacht voor een adequate berichtgeving naar de burgers toe. Onlangs zouden diverse personen te Kruisland onverrichter zake huiswaarts zijn gekeerd Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN "De heer VAN ZANTVLIET vindt inschakeling van de P.T.T. een verbetering, omdat men doorlopend van de diensten gebruik kan maken en niet is gebonden aan één middag per week. Mevr. VAN NISPEN-AARDEN acht voor Kruisland de uitbreiding met één uur voldoende en geeft hieraan voorkeur boven inschakeling van de P.T.T. Voor De Heen acht zij inschakeling van de P.T.T. op zijn plaats. De meerderheid van de commissie kan met deze opmerking meegaan. Wethouder HAGE wijst de commissie nog op het kostenaspect. De heer ADRIAANSEN merkt op dat de P.T.T. aan de gemeente een voorstel heeft gedaan om bij wijze van proef één jaar voor de halve prijs haar diensten aan te bieden. Wellicht zal Kruisland met een uur verlenging ééns per week door de hulpsecretarie voldoende kunnen worden bediend. Hij stelt voor om in De Heen wel die proef te nemen en na een jaar te zien of men daarmede in een behoefte voorziet.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 37