I
De voorzitter antwoordt, dat het Hoogheemraadschap aan de minister een sloopvergunning heeft
aangevraagd. Hij is graag bereid om te trachten door verkleining een gedeelte van het Sashuis
te behouden, maar vindt dat de raad niet zover moet gaan om een geldelijke bijdrage te verlenen.
Deze tijd laat z.i. niet toe om voor dergelijke zaken geld beschikbaar te stellen, hoe vervelend
dit ook is. Het idee van de heer Heijmans op zich wil hij graag overnemen. Graag ziet hij daaraan
gekoppeld de uitspraak van de raad geen subsidie te verlenen.
De heer VAN DE KAR wil in tegenstelling tot wat de heer Heijmans zei, opmerken, dat hij een
ander standpunt huldigt en vervolgt:
"Er van uitgaande dat wij als gemeente Steenbergen partnoch deel hebben in het
herstel van het Sashuis, omdat voldoende rechthebbende instanties hierover de
verantwoordelijkheid bezitten het volgende
Daar wij ons inzetten als gemeente om vastgestelde beeldbepalende objecten
in de gemeente te handhaven, moet ik toch duidelijk stellen dat Kruisland '78
niet bereid is om in te stemmen met dit voorstelHet medewerking verlenen tot
herbouw van het Sashuis.
Nu de burger door bezuinigingen zwaarder belast wordt en de verenigingen ge
kort worden, lijkt het er op of men met groter gemak voorstellen doet om groepen
en instanties op provinciaal of algemeen belang financieel te steunen. Ik noem
het Brabants Landschap, V.V.VEigen burgers worden vergeten en overkoepelende
instellingen en instanties komen meer in de belangstelling
Nu het voorstel aan de orde is om alsnog pogingen in het werk te stellen het
Sashuis te herstellen, moeten wij als Kruisland '78 u echter teleurstellen.
Wij merken op geen vertrouwen te hebben in een uitsluiting van gemeentelijke
bijdrage in de herbouw of in de exploitatieWij vrezen,dat straks door manipulaties
toch een gemeentelijke bijdrage noodzakelijk moet worden afgedwongen
Een ander gevaar zien wij, wanneer het Hoogheemraadschap zijn kosten door
gaat berekenen op de ingelandenWij doen niet mee aan een verkapte opzadeling van
nog meer lasten op de schouders van onze burgers.
Wij vinden dat in deze een bemoeienis van het gemeentebestuur niet op zijn
plaats is
De VOORZITTER constateert, dat de heer van de Kar anders dan de heer Heijmans beweert, geen
enkele aktie wil.
De heer VAN SCHILT deelt namens zijn fractie mee, dat zij graag overleg ziet, maar dat daaraan
geen financiële consequenties mogen worden verbonden. Hij acht b.v. het behoud van telefooncellen
in De Heen en Welberg veel belangrijker.
De heer IJZERMANS is het met het voorstel eens, maar het mag de gemeente absoluut geen geld
kosten.
De heer VAN ELZAKKER meent, dat het voorbehoud t.a.v. de financiën niet zonder meer mag gelden.
In het kader van de stimulering van de werkgelegenheid komt er toch rijksgeld beschikbaar. Onlangs is
tweehonderd miljoen uitgetrokken voor het instandhouden van kerkgebouwen, doe op de monumentenlijst staan
en het zou hem niets verwonderen als binnenkort ook voor andere monumenten subsidie beschikbaar komt.
Wellicht, dat het betrekken van een vertegenwoordiger van monumentenzorg in het overleg de kansen voor
het Sashuis iets vergroot.
Mocht monumentenzorg een subsidie toekennen dan zijn toch de gemeente en de provincie verplicht
hun aandeel bij te dragen?
De VOORZITTER gelooft niet, dat op een rijkssubsidie niet kan worden gerekend, gezien het grote
aantal aanvragen, dat er al ligt.
Als er wel een subsidie zou komen, dan zijn, zoals de regeling was, zowel de provincie als de
gemeente gehouden om hun bijdrage te verstrekken. Dan krijgt de gemeente het bedrag in dertig jaren
terug en kost het haar in feite alleen de rente. De nieuwe financiële verhoudingswet kent deze verfijning:
uitkering echter niet meer.
Waar het nu om gaat is restauratie van het Sashuis zonder subsidie van monumentenzorg. En in dat
geval ziet hij graag een uitspraak van de raad, dat de gemeente daarin niet,financieel bijdraagt.
Hij constateert, dat de fracties van de Werknemerspartij en de P.v.d.A. het hier mee eens zijn en
de heer van de Kar zelfs nog verder gaat.
De heer HEIJMANS herhaalt, dat zijn voorstel uitgaat van overleg en niet van een gemeentelijke sub
sidie. Overigens is er met de raadsleden overleg gevoerd waar de heer van de Kar bij was, en hem is
ontgaan, dat de heer van de Kar het niet met het voorstel eens zou zijn. Hij vraagt voor deze vergissing
excuses.
De heer FRANKEN herinnert aan een tip van de direkteur van gemeentewerken tijdens de commissie
vergadering, welke inhoudt, dat de W.S.W. een restauratieploeg gereed heeft staan, die graag bereid is
de restauratiemogelijkheden te bekijken en daarvoor gratis een plan wil opmaken. Hij vraagt om dit in
het overleg te betrekken.
-8-