i t 9X931 DJ 95 nx 9S99W9P 21 95"30 ra ."399:4 néé join aDcios:.' no 1 JI9Jl"33.f Tl ff TRSrf O it-j.., - j 9or 'i&Ji'aoitn enor: 91.'- ,-f 9 1 -un oficr neqoiapie jon e.g.9 3 9XD nu ins qC 9 'r r r-j..; JOB 1. v JOi j r - - -■> 9 n&' nr. -jnon;:. 90 novo Jxq 3 nric xntn ns" ;'x I9/.son 1 or rxw n.- 037 v ,n y tu iio:: X)i:n b jj oar xispoTi nee n9l~OQ39p nor>00.7 noonxnoaodi -"loidoirr -dei)". n ïJq. n >v bivrr .'■no;:ori rxci ai •irxle^ernxDon Pon -'•? -MOc. - 'bOsO f ia jeei*j. 1 v is'!r o'i'jod' a Oei a 99aov 'exXf exXito JlL 312 IX. FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 1. De huidige begroting, volgens de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften samengesteld, was voor ons niet zo duidelijk als we gewenst hadden. Tijdens de zitting van de onderzoekscoitmissie bleek dat bepaalde gekonstateerde verschillen wel verklaard konden worden, maar dat raadsle den, met wat minder specialistische financiële kennis, daar moeite mee ble ven houden. Een stukje scholing of voorlichting zou hier in de toekomst wat soulaas kunnen brengen. Wellicht is een wat ruimere toelichting al voldoende. 2. Wij zouden graag een prestatiebegroting (volgens art.12 van de nieuwe voorschriften) opgenomen zien. Kan daar alsnog aan worden voldaan? 3. Om enigszins zicht te krijgen op het beleid dat het college voert, zouden wij graag antwoord hebben op de volgende vragen - Hoeveel is er de afgelopen jaren bezuinigd - Welk deel betreft daarvan het verlagen van subsidies - Wat is het financiële effect van de doorlichting en het efficiency- onderzoek van het ambtelijk apparaat - Welke exogene tegenvallers hebben er zich de laatste jaren voorgedaan - Hoe zijn deze verwerkt in de begrotingen Per sector gecompenseerd of opgevangen in de totale begroting ■4. Wij konstateerden een meerjarenbegroting 1986 - 1989 die niet bepaald overloopt van visie. En dat moet volgens ons toch de opzet van een meer jarenraming zijn. Hoe kan de raad anders jaarlijks het gevoerde beleid toetsen Om toch enigszins een meerjareninzicht te verkrijgen zouden wij graag de volgende meerjarenramingen 1986 - 1989 zien - Aantal inwoners. - Aantal te bouwen woningen c.q. wooneenheden (dit laatste i.v.m. een op handen zijnde wijziging van de Financiële Verhoudingswet 1984). - Aantal bijstandsgerechtigden. - Aantal leerlingen basisonderwijs. - Natuurlijk verloop van het ambtelijk apparaat. 5. Voor een goede beoordeling van het financiële beleid en de voorliggende begroting in het byzonder, zou het fijn zijn te weten op welke punten het college zich in het byzonder toespitst. Welke prioriteitsvolgorde hanteert het college bij het aanwenden van de beschikbare middelen Als géén prioriteitsvolgorde gehanteerd wordt, waarom niet 6. Wat is de visie vah het college, meerjarig gezien, ten aanzien van het woonlastenvraagstuk Kan het college ons een overzicht verstrekken van de hoogte van de verschillende belastingen en retributies en, indien van toepassing, de daarbij behorende dekkingspercentages IQ9 Tl iJxo; -j x X

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 157