-8-
Gisteren heeft het college een uitvoerig gesprek met de direkteur gemeentewerken en het
bureau weg- en waterbouw gehad. Uitdrukkelijk is afgesproken, dat de wethouder over alle zaken
juist zal worden ingelicht. Hij hoopt, dat hij in het vervolg juist zal worden geïnformeerd, want
alleen dan is hij in staat de raad goede informatie te geven. Al met al is spreker blij, dat
dit in een openbare vergadering ter tafel is gekomen.
2. Éénmalige uitkering (H. v. Elzakker)
De heer VAN ELZAKKER vraagt of deze uitkering vóór 1 januari a.s. zal kunnen worden verstrekt.
Wethouder OOMS antwoordt, dat alle aanvragen zijn afgewerkt. Op 14 na hebben alle ge
rechtigden de uitkering al ontvangen. Over die veertien aanvragen moesjten nog aanvullende gegevens
worden verstrekt. De brieven, die een afwijzing inhouden, gaan een dezer dagen uit. Uiteraard
kan men zich voor nadere informatie tot de afdeling Sociale Zaken wenden.
3. Verpleeghuis Steenbergen (mevr. Onland- v. Haaren)
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN heeft in de openbare besluitenlijst van g.s. gelezen, dat het
ontwerp-uitwerkingsplan verpleeghuizen in West-Brabant is vastgesteld en ter visie is gelegd.
Zij vraagt wat het plan inhoudt.
De VOORZITTER deelt mee, dat het plan ook op het stadhuis ter inzage is gelegd. Voor
Steenbergen is voor 1990 in een verpleeghuis voorzien. Gezien de financiële positie van het rijk
verwacht hij de bouw op een later tijdstip. B&w hebben op uitnodiging van het A.B.G. reeds een
gesprek gehad. Daarnaast is Onze Stede bezig om een bestemming voor het klooster te vinden.
Meer is er op het moment nog niet van te zeggen.
4. Aankoop riet- en weilanden langs de Vliet (M. Onland- v. Haaren)
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN vraagt of de aankoop Steenbergs grondgebied en/of eigendommen
betreft, dan wel of er gemeentebelangen in het spel zijn.
Wethouder OOMS antwoordt, dat een en ander in het kader van de aanpassingswerken plaatsvindt.
Zo wordt de bagger uit de haven in de rietkragen gestort. Er is geen grond van de gemeente bij
betrokken.
5. Verkeersproblematiek binnenstad (M. Onland- v. Haaren)
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN vraagt of de raad spoedig kan worden ingelicht over het voorstel
van de provincie, dat voor pré-advies in handen van b&w is gesteld (ag.pt. 3, stuk VI.2.)
De VOORZITTER deelt mee, dat thans het interne- en politie-advies wordt ingewacht. Daarna
zullen b&w zich een oordeel vormen om vervolgens de raad volledig te informeren. Hij verwacht,
dat dit in februari kan gebeuren.
6. Verwarming zwembad (M. Onland- v. Haaren)
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN heeft in de krant gelezen, dat b&w positief tegenover de verwarming
van het zwembad staan.
De VOORZITTER vraagt zich af waarom mevr. Onland deze vraag niet heeft gesteld tijdens de
behandeling van de mededelingen.
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN heeft hiermee gewacht om aan de algemene beschouwingen, waarin dit
onderwerp mogelijk ook aan de orde zou komen, geen afbreuk te doen. Het gaat er haar om, dat in de
krant staat vermeld, dat b&w vóór verwarming van het zwembad zijn, maar de raad hiervan nog
niet op de hoogte hebben gesteld.
Wethouder HAGE verwijst op de eerste plaats naar mededeling 2. De krantpublikatie vond
plaats naar aanleiding van het besprokene in de sportcommissie, waarvan de vergaderingen openbaar
zijn. B&w staanin principe achter het werk van de sportcommissie, maar dat moet nog nader
worden uitgewerkt, zoals uit de mededeling duidelijk blijkt. B&W hebben dus nog geen standpunt
ingenomen.
De VOORZITTER onderstreept, dat b&w eerst willen weten wat het kost. Het verwijt van
mevr. Onland- v. Haaren is niet terecht, immers b&w schrijven de krant niet. In de mededeling
aan de raad is de stand van zaken precies weergegeven.
Mevr. ONLAND- VAN HAAREN is tot haar vraag gekomen, omdat het niet de eerste keer is, dat
de raad uit de krant zijn informatie moet krijgen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit de prijs is, die men voor de openbaarheid betaalt.
Commissie-vergaderingen zijn nu eenmaal, en terecht, openbaar en het is de taak van de pers
daarop in te spelen. De juistheid van de persberichten behoort echter niet tot de verantwoordelijk
heid van het college.