_4~ Gezien de grootte van Steenbergen en het aantal artsen moet een lokale weekenddienst haalbaar zijn. Met name voor de ouderen die vaak niet over eigen vervoer beschikken is dit hard nodig. Hij vraagt om bij de artsen nogmaals op een lokale regeling aan te dringen, omdat hij weet, dat het standpunt van de artsen, in tegenstelling met wat b&w meedelen, niet unaniem is. De VOORZITTER meent, dat het antwoord van de artsen duidelijk is. Er is een dienstdoende arts en een achterwacht. Als de heer IJzermans een herhaald verzoek wenst dan adviseert hij om de raad een voorstel te doen. De heer IJZERMANS dient een voorstel, als bedoeld in. De heren VAN RIESSEN en FRANKEN delen mee, dat hun fractie het voorstel steunen. De VOORZITTER constateert, dat acht leden het voorstel steunen, zodat het is aangenomen. Hij zegt toe de artsen nogmaals te benaderen. De heer IJZERMANS deelt mee, dat hem uit een gesprek met de voorzitter van de patiënten- raad is gebleken, dat deze kwestie meerdere malen aan de orde is geweest. De artsen zouden hier verschillend over denken, maar in Halsteren is geen meerderheid voor lokalisering te verkrijgen. De patiëntenraad staat duidelijk lokalisering voor. 5. Werkgroep werkqeleqenheidsaangelegenheden Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN: "Het bevreemdt de heer VAN ELZAKKERdat van de zijde van de werknemers organisaties niet is gereageerd op het verzoek om vertegenwoordigers voor de werkgroep werkgelegenheidsaangelegenheden voor te dragen,, De heer VAN REIJEN vraagt om de betreffende instellingen nog eens te benaderen De heer VAN REIJEN stelt voor om bij de organisaties voor de derde keer aan te dringen om met spoed de vertegenwoordigers aan te wijzen,en dat de raad in de januari-vergadering zijn vertegenwoordigers aanwijst. Hij acht het noodzakelijk, dat de commissie snel aan het werk gaat. De VOORZITTER deelt mee, dat alleen de Stichting Mensen Zonder Werk heeft gereageerd. Hij zegt een voorstel toe en vindt ook, dat dan altijd later nog de overige vertegenwoordigers kunnen inhaken. 4. ONTWERP-BEGROTING 1985 WOONWAGENSCHAP WESTELIJK NOORD-BR ABANT De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 5. BENOEMING W.P. MEULBLOK EN A.P. SCHENK- DE CALUWE TOT AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND De VOORZITTER brengt het voorstel in schriftelijke stemming en benoemd tot leden van het stembureau mevr. Onland en de heren Reijnders en Van Elzakker. De heer REIJNDERS deelt mee, dat zijn uitgebracht 2 x 15 stemmen, waarvan op mevr. Schenk 14 stemmen en één ongeldig op W. Meulblok 14 stemmen en één ongeldig. De VOORZITTER constateert, dat overeenkomstig het voorstel is besloten. 6a. VASTSTELLING "INSPRAAK-VERORDENING, 1984" (Uitvoering Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing) De heer IJZERMANS meent, dat de vaststelling en goedkeuring van de verordening minder problemen zal opleveren dan het binnenhalen van de subsidies. Volgens de rijksverdeling 1985 zou Steenbergen 408.000,— toekomen. In de afgelopen commissievergadering is duidelijk geworden dat er een andere verdeling tot stand zal komen. De mogelijkheid bestaat, dat 30% of zelfs 50% wordt gestort in het provinciaal fonds en dus naar andere gemeenten gaat. Zijn fractie verzoekt het college dan ook nu al krachtig bij G.S. te protesteren en er op aan te dringen, dat ook de kleinere gemeenten hun aandeel volledig uitgekeerd krijgen.Aileen dan zal het mogelijk zijn iets aan stadsvernieuwing en sanering te doen en niet te vergeten de particuliere woningverbetering. De VOORZITTER,antwoordt, dat g.s. nog geen beslissing hebben genomen over de mate van doorgifte van de rijkssubsidies. Gedeputeerde Brugman heeft onlangs verklaard te denken aan een verdeling 70%/30%, dus 70% doorgeven aan de betreffende gemeenten en 30% voor provinciale fondsvorming t.b.v. incidentele gevallen en grote knelpunten. Hem lijkt het niet verstandig aktie te ondernemen tegen iets wat nog niet bekend is. Hij is wel bereid om bij de provincie naar de stand van zaken te informeren. Zodra de beslissing is genomen zal, als deze niet naar genoegen is,zeker aktie door de V.N.G. en de gemeenten worden ondernomen. De heer ABBENHUIS meent, dat in ieder geval de gemeente plannen gereed zal moeten hebben, ook voor bijzondere projekten. Hij denkt b.v. aan de brug in de Dinteloordseweg.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 128