- 10 - De heer VAN RIESSEN deelt mede in de raadsvergadering op dit voorstel terug te komen. De heer VAN SCHILT deelt nog mede vernomen te hebben, dat in de toekomst regionale mortuaria zullen verschijnen." De heer VAN RIESSEN spreekt als volgt: "De inhoud van uw raadsvoorstel voor de vergadering d.d. 29 november 1984, agendapunt 15a is voor het C.D.A. aanleiding na te gaan wat in voorafgaande jaren in de raad is besproken en besloten. Reeds in 1979 is de bouw van een mortuarium door onze fractie in de algemene beschouwingen ingebracht. In uw vergadering van 16 december 1981, betreffende de algemene beschouwingen 1982, antwoordt u dat het gebouw, waar het mortuarium nu tijdelijk is ondergebrachtnog wel enkele jaren zal blijven staan en wordt het ingebrachte C.D.A.-alternatief naar de toekomst verschoven. In uw vergadering van 9 december 1982in antwoord op de algemene beschouwingen 1983, deelt u mede: "Hoewel het huidige pand aan de Wouwse- straat beslist niet als ideaal mag worden gezien, voldoet het naar onze inzichten als tijdelijke voorziening wel. Als tijdelijk wordt door u aan gegeven 4 a 5 jaar" Op 23 november 1983, in antwoord op de algemene beschouwingen 1984, deelt u de raad mee bereid te zijn een reservering voor de bouw van een mortuarium op te voeren tot f. 150.000,teneinde de voorziening veilig te stellen. Daarbij dient gestreefd te worden om de exploitatie zoveel mogelijk kostendekkend te maken. Omtrent de gemeentelijke taak in deze merkt u op dat er sprake is van een gemeenschapsbelangVoor zover in een dergelijk geval het particulier initiatief achterwege blijft is het gewenst dat de overheid initiatieven ontplooit. Dientengevolge is door u een bedrag van f. 150.000,gereserveerd Uit uw voorstel d.d. 20 november 1984 blijkt dat de huidige gebruiker is overeengekomen extra voorzieningen ten bedrage van f. 70.000, te investeren. Het C.D.A. had het op prijs gesteld dat ook met de huidige gebruiker gesproken was over zijn aandeel in de bowu van een nieuw mortu arium met een langere huurtermijn dan de door u vermelde 15 jaar. Het het door u ingebrachtedat in financieel opzicht het huidige pand als mortuarium te blijven gebruikenis in strijd met eerder door u gedane uitspraken en ingenomen standpunten. Het huidige pand leent zich niet voor een definitieve vestiging van een mortuariumomdat het pand reeds een bestemming had in het verkeerscirculatie plan en voor de toekomst mogelijk een bestemming krijgt in het kader van stadsvernieuwing of het reeds eerder genoemde verkeerscirculatieplan Wij gaan weliswaar met het voorstel van burgemeester en wethouders accoord maar stellen de raad voor daarnaast ten eerste het gereserveerde bedrag van f. 177.500,vermeerderd met de renteopbrengst, te blijven reserveren en ten tweede burgemeester en wethouders op te dragen binnen een tijdsbestek van 5 jaar te komen met een uitgewerkt plan voor de bouw van een nieuw mortuarium met een plan van mogelijke lokaties Tevens hebben wij nog in gedachte de mogelijke nieuwbouw van een verpleeg huis in de jaren 19891990 Dit voorstel wordt mede gesteund door V.V.D. en G.B.W.." De VOORZITTER verbaast zich er over, dat de heer van Riessen net doet of de financiële situatie inmiddels niet volledig veranderd is. Zijn standpunt is, dat een mortuarium een particuliere aangelegenheid is. Het verkeerscirculatieplan komt voorlopig niet aan uitvoering toe en dus is het reëel aan te nemen, dat het pand voorlopig kan blijven staan. Wat ligt dan meer voor de hand dan om in ieder geval nieuwbouw af te wegen tegen voorlopige handhaving van een toch tegen aanzienlijk minder kosten aan te passen gebouw. Alternatief is sloop, waardoor een gat in de bebouwing ontstaat, omdat de geplande wegreconstructie moest worden uitgesteld. Met de plaatselijke begrafenisondernemer is uitvoerig overleg gepleegd, dat heeft geleld tot het b&w-voorstel. In dit verband is het stellen van een limiet van 5 jaar on verstandig, want overeengekomen is een periode van 15 jaar. Eerder beëindigen van de overeenkomst zal de gemeente duur komen te staan. Een kortere tijd zal de ondernemer afschrikken, gezien de investering, die hij moet doen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1984 | | pagina 120