- 11 - 7. Vaststelling tracé Zoomweg (M. Onland- v. Haaren) Mevr. ONLAND-VAN HAAREN deelt mee, dat tijdens een bijeenkomst van C.D.A.-bestuurders in Wouw de verkeersproblematiek rond Steenbergen aan de orde is gesteld. Daarbij kwam duidelijk naar voren, dat het uitblijven van de tracé-vaststelling van de Zoomweg het de provincie onmogelijk maakt in West-Brabant de wegen-problematiek aan te pakken. Het C.D.A. vraagt B&W om een brief naar het Ministerie van Verkeer en Waterstaat te schrijven met het verzoek om zo spoedig mogelijk het tracé vast te stellen, opdat de provinciale en plaatselijke overheden hun plannen daarop kunnen richten. De gemeenten ten noorden van Bergen op Zoom zitten qua tracé -keuze op één lijn. Den Haag wil blijkbaar eerst het gedeelte tussen Bergen op Zoom en Belgie aanleggen. Steenbergen en andere betrokken gemeenten zouden kunnen vragen de gehele Zoomweg, en desnoods voorlopig tweebaans, te realiseren. In eerste instantie is echter de vaststelling van het tracé noodzakelijk. Als bijlagen zouden eventueel kunnen worden meegezonden alle correspondentie, die de gemeente al over deze kwestie heeft verzonden, alsmede die over het kruispunt, het landbouwverkeer en de gevraagde noordelijke omleiding. Deze brief zal ook dienen als ondersteuning van de provincie, die ook al lang voor de Zoomweg pleit. De VOORZITTER antwoordt, dat het wachten is op de tracé-studie die blijkbaar nog steeds niet is afgerond. Hij acht het uitgesloten, dat het noordelijke deel van de Zoomweg op kortere termijn zou worden aangelegd. Mevr. ONLAND-VAN HAAREN heeft van gedeputeerde de Geus begrepen, dat de provincie zelf ook al heeft aangedrongen op spoedige tracé-vaststelling en de voorkeur heeft uitgesproken voor de aanleg van een voorlopige tweebaans Zoomweg boven een zuidelijke vierbaansweg. Zij vindt, dat Steenbergen deze wens best kan ondersteunen. De VOOZITTER herinnert er aan, dat de minister met zoveel woorden heeft gezegd, dat zij wegens gebrek aan geld het noordelijke gedeelte niet zal aanleggen en zich moet beperken tot het urgentere zuidelijke deel. Voor dat laatste heeft zij advies aan de raad voor de waterstaat gevraagd. Mevr. ONLAND-VAN HAAREN concludeert daaruit, dat Steenbergen dan de dupe is, want zolang het tracé niet is vastgesteld doet de provincie ook niets en dat kan zij begrijpen ook. De VOORZITTER vindt het discutabel om iets te gaan vragen in een tijd, dat er allerwege moet worden bezuinigd. Als voorbeeld wijst hij op het mogelijk uitstel van de afbouw van de Philipsdam. Wethouder OOMS resumeert, dat het gesprek dat de dames Onland en van Nispen en hij met gede puteerde de Geus hadden, er op neer kwam, dat de Geus juist steun van de gemeenten vroeg. De verkeersproblematiek in het Westbrabantse, vooral tussen Halsteren en Bergen op Zoom maar ook het door gaand verkeer langs Steenbergen, is verschrikkelijk. Daarom vraagt de provincie om niet eerst het zuidelijk gedeelte vierbaans aan te leggen, maar het gehele tracé tweebaans. De gedeputeerde gaat het erom om als één blok, dus alle gemeenten én de provincie druk op de minister uit te oefenen. Zolang er geen tracé is vastgesteld kan de provincie niets doen. Dat is ook de reden waarom de provincie de motie van de raad t.a.v. een noordelijke omleiding opzij moet leggen. De heer de Geus heeft de over tuiging, dat als alléén het zuidelijke gedeelte van de Zoomweg wordt aangelegd, de eerste tien a vijftien jaar er noordelijk niets zal gebeuren. De VOORZITTER verbaast zich erover, dat de gedeputeerde dat nu pas zegt. Het typische is, dat juist de gemeenten aan het noordelijk gedeelte met moeite door Steenbergen tot één gezamelijke keuze zijn gebracht, ook Bergen op Zoom. Tegen het college heeft gedeputeerde de Geus gezegd, dat de minister wacht op het advies van de raad voor de waterstaat over de tracé -studie. Als de raad dat zinnig vindt kan uiteraard een brief naar de minister worden gezonden. De heer HOENDERVANGERS acht dit nu echt een zaak voor het streekgewestHet gaat om een regionale aangelegenheid. Dan komt er een blok tot stand, dat veel meer effect heeft dan een brief van éen gemeente. De VOORZITTER ziet dit niet als haalbaar, want juist de gemeenten ten zuiden van Bergen op Zoom verschillen van mening. Wethouder HAGE acht het zenden van een brief altijd nuttig. Efficiënter acht hij het benaderen van kamerleden door de politieke partijen. Beide kan gebeuren. Mevr. ONLAND-VAN HAAREN neemt aan, dat de parlementaire kanaLen toch wel zullen worden aangeboord. De VOOZITTER zegt toe, dat het college aan de minister van Verkeer en Waterstaat een brief overeenkomstig de bedoelding van Mevr. Onland zal schrijven. Hij gaat er vanuit, dat de raadsleden zich tot de hun partij-verwante kamerleden zullen wenden. 8. Vergadering Verkeerscommissie (M. Onland.v. Haaren) Mevr. ONLAND-VAN HAAREN vraagt wanneer de verkeerscommissie weer eens vergadert. In maart heeft zij gevraagd naar de 30-km-borden Dit jaar is er nog geen vergadering gehouden. De VOORZITTER streeft naar een bijeenkomst omstreeks september.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1983 | | pagina 61