- 5 - De VOORZITTER herhaalt, dat dergelijke voorwaarden niet in een dergelijke vrijstelling thuishoren. Het is vrijstelling verlenen of weigeren. In het betoog van de heer van Eek mist hij het precedent. De heer VAN ECK heeft daarom ook voorgesteld om de vrijstelling voor één jaar te verlenen, bij wijze van proef. De VOORZITTER wijst er op, dat iemand aan een vrijstelling rechten kan ontlenen. Zo vergt de inrichting een investering voor langer dan een jaar. De heer HOENDERVANGERS deelt mee, dat ook zijn fractie er veel voor voelt de dames een kans te geven. Het is een vorm van zelfwerkzaamheid, want het zal gedragen kleding zijn en dat moet voorwaarde zijn. Hij vindt, dat de vrijstelling wel aan een bepaalde tijd gebonden kan zijn. Een dergelijke activiteit kan de woonsfeer juist ten goede komen en leidt tot contacten. De VOORZITTER acht het stellen van voorwaarden buiten de bestemmingsplanwerking onmogelijk. Hij vraagt zich voorts af, waar de raad de grens trekt bij nieuwe verzoeken. De heer VAN DE KAR is gevoelig voor het sociaal aspect, juist in deze tijd. Een proeftijd van één jaar en een beperking van de openingstijden moet toch haalbaar zijn. Dan is te zien hoe het werkt en worden er geen precedenten geschapen. De VOORZITTER is van oordeel, dat dergelijke voorwaarden niet kunnen worden opgelegd, omdat dit oneigenlijk gebruik van bestemmingsplan en voorschriften is. Hij zal dit moeten laten nagaan. Wethouder OOMS ziet als oplossing de dames een standplaats op de weekmarkt toe te wijzen. Die plaats lijkt hem beter geschikt dan een woonwijk. De heer VAN DE KAR lijkt het moeilijk, omdat het ook gaat om het inleveren van gebruikte kleren. Mevr. VAN NISPEN ziet moeilijkheden, omdat het onmogelijk is om op de weekmarkt een klein kind kleren te laten passen. De VOORZITTER ontkent dit, want op de weekmarkt zijn kledingkramen, ook met baby- en kinder kleding. De heer ABBENHUIS is niet bang voor een precedent. Elke mogelijke nieuwe aanvraag zal op haar merites worden beoordeeld. De VOORZITTER brengt het voorstel van burgemeester en wethouders de vrijstelling te weigeren in stemming: De VOORZITTER kan zich niet met de verhoging van 4 verenigen. Hij vreest dat vanwege de inkomstenverlagingen muziekonderwijs op deze wijze voor een groot gedeelte van de bevolking niet meer betaalbaar zal zijn". Vóór stemmen C.Ooms, L.v.d.Kar en D.Hage Tegen stemmen H.v.Elzakker, J. van Schilt, C. Hoendervangers,M.Onland-v.Haaren, P.Abbenhuis E.van Riessen, A.Adriaansen, A.v.Nispen-Aarden, J.v.Eck, C.Franken en A.IJzermans. De VOORZITTER concludeert, dat de raad met 11 tegen 3 stemmen de vrijstelling alsnog in beroep verleent. 8. VERKLARING DAT WORDT VOORBEREID EEN WIJZIGING VAN HET BESTEMMINGSPLAN HOOGSTRAAT, E.O. 1981" De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 9o NADERE VASTSTELLING EXPLOITATIEVERGOEDINGEN KLEUTERSCHOLEN OVER 1981. De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 10. AANPASSING "VERORDENING SCHOOLGELD MUZIEK- EN BALLETONDERWIJS" Uittreksel vergaderverslag CIE FINANCIEN: De heer VAN ECK vraagt zich af hoe de gemeente Bergen op Zoom tot verhoging komt in een tijd, dat kosten en lonen omlaag gaan. De VOORZITTER ontkent, dat dit het punt is. Het gaat erom, wat het de gemeente Steenbergen kost.Omdat dat veel is stellen b&w voor tot aanpassing over te gaan. Helaas wordt het voor de ouders duurder, maar dat zal op veel meer terreinen gebeuren. In de augustusvergadering komen b&w daar op terug.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1983 | | pagina 55