-27- NR. REPLIEK Dat zal wel op korte termijn dienen te gebeuren. Voorstel: Het houden van een enquete onder jongeren en op basis daarvan opnieuw opstarten van aktiviteiten. DUPLIEK-DISCUSSIE-BESLUITVORMING De enquete was een gedeeltelijk succes, want men bereikte één groep niet; daarom die aanpas sing. De VOORZITTER zegt toe, dat in de a.s. be stuursvergadering van het regionaal centrum hier over gesproken zal worden. Opheffing commissie voor de verlening van bijstand C.D.A.: Tegen het opheffen van de commissie tot ver lening van bijstand tekenen wij bezwaar aan. Ook al zijn veel richtlijnen ten aanzien van het verstrekken van bijstand vastgelegd is het voor bijstandstrekkers belangrijk bij inwoners uit onze gemeenschap aan te kunnen kloppen, die deel uitmaken van de commissie. In de ogen van de bijstandstrekker blijft de weg naar een ambtenaar voor hem een moei lijke weg. Bij afwijzing zijn commissie leden in staat elders hulp te bieden die noodzakelijk is, omdat onze gemeenschap nog steeds charitatieve instellingen in haar midden heeft. De VOORZITTER stelt voorop, dat het idee van op heffen niet ingegeven is door de wil om te be zuinigen en al evenmin omdat de Commissie niet goed zou werken. B&W zijn blij, dat er burgers te vinden zijn, die tegen een geringe vergoeding het college willen bijstaan. Punt is, dat het nut van de Commissie achterhaald is door wijziging in het bijstandsbeleid. Er is nu een besluit lande lijke normering van de kosten van bijstand en een ambtenaar kan aflezen wat hij in een bepaald geval moet voorstellen. In feite komt het er op neer, dat de Commissie alleen maar "ja" kan zeggen tegen een goed advies van de ambtenaar. In dat licht bezien is de Commissie overbodig en levert boven dien nog tijdsverlies op. Om die reden is het col lege tot zijn idee gekomen, alhoewel wethouder Ooms zich daarvan gedistanieerd heeft, omdat hij als voorzitter van de Commissie daar weerstand ont moette en daarvoor begrip heeft. B&W maken er geen halszaak van maar vinden opheffing voor de hand liggen, omdat het zuiver een kwestie van toepassen van regels betreft. De mensen willen zo gauw mogelijk hun uitkering en be handeling in de Commissie kost tijd. Het argument van het C.D.A., dat bij af wijzing de commissieleden in staat zijn hulp te bieden, vindt spreker oneigenlijk want daar is de commissie niet voor. Waarom zou een ambtenaar niet naar een hulpinstelling kunnen verwijzen De heer VAN RIESSEN stelt, dat een ambtenaar nu eenmaal meestal niet op de hoogte is van chari tatieve instellingen, terwijl commissieleden, die uit alle kernen komen daarmee goed de weg weten. De VOORZITTER ziet hierin het gevaar van pro pageren van de vooroologse bedeling. Als het waar is, dat het de commissie is die de wegnaar parti culiere hulp weet aan te geven, dan laat hij graag het voordeel van de twijfel. Opheffing van de commissie is voor B&W geen "heet hangijzer", al houden wethouder Hage en spreker in stand, dat de commissie best kan worden opgeheven. BEHANDELING VOORSTEL VAN HET C.D.A. TOT HAND HAVING VAN DE COMMISSIE VOOR DE VERLENING VAN BIJSTAND De VOORZITTER deelt mee, dat het C.D.A. een voorstel heeft ingediend de commissie te hand haven. De heer FRANKEN stelt voor, dat B&W samen met de commissie het bestaansrecht bespreken, waarna de raad volgend jaar een voorstel tot op heffing of instandhouding ontvangt. X.12.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1983 | | pagina 156