- 7 - De VOORZITTER meent, dat opdrachtverlening, als uitvoering van een raads besluit, tot de taak van B&W behoort. Als de raad dit tot gewoonte wil gaan maken dan zullen B&W zich hierover beraden en er zich eventueel naar schikken. Hij ontraadt de raad een dergelijke stap. B&W hebben het voornemen om de laag ste inschrijver te gunnen, dus niet aan de firma, die het C.D.A. noemt, een ander overeenkomstig het advies van de directeur gemeentewerken. Uiteraard zal de leverancier voor de service moeten zorgen, zoals vereist is. Gemeente werken zal met dit aspect zeker rekening hebben gehouden. De heer VAN ECK vraagt of het juist is, dat de fa. Mangnus en van der Heij den het al leenrecht in deze regio heeft en de andere firma dus niet mag leveren. Het lijkt hem nuttig dit na te gaan. De VOORZITTER lijkt dit niet nodig. Na de opdracht zal dit snel blijken. De heer VAN SCHIKT heeft met het voornemen van B&W ook moeilijkheden. De oude machine heeft acht jaar gewerkt en in die tijd moet er nogal eens onderhoud en reparatie aan gepleegd worden. Dat kon in Steenbergen en moet dan vanuit of in Goes gaan gebeuren. Zo1n machine is dagelijks nodig, dus er zullen tenminste tijdverlies en extra kosten ontstaan en dat voor een reeks van jaren. Als men het prijsverschil van 260,== dan plaatst bij vraagtekens, temeer omdat de gemeente over de service van de fa. Mangnus en van der Heijden zeer tevreden is. De VOORZITTER vindt, dat als met alle offertes zo gehandeld wordt, als nu wordt gesuggereerd, het vragen van prijsopgaven beter achterwege kan blijven. Er is in deze zaak aan twee firma's uit de gemeente offerte gevraagd en het is toch normaal, dat de laagste inschrijver de opdracht krijgt. Uiteraard zal op service-ver1 ening en de kosten daarvan worden gelet. In verband met de opmer kingen uit de raad zullen B&W nog nadere informatie inwinnen en garantie vragen, dat de service en kosten gelijk blijven. Blijkt dit niet het geval dan zullen B&W de opdracht anders formuleren. Hij vindt dit redelijk. De heer VAN RIESSEN wijst er op, dat er naast de directeur gemeentewerken, ook opzichter Hoetelmansdie met de machines moet werken, advies heeft uitge bracht. En dat advies schijnt, volgens wethouder Ooms, spoorloos verdwenen te zijn. De VOORZITTER maakt bezwaar tegen dit soort opmerkingen, waardoor ambtena ren in het geding worden gebracht. B&W hebben te maken met het advies van het verantwoordelijk afdelingshoofd. Het kan zijn, dat ambtenaren de directeur heb ben geadviseerd. Over een verdwenen advies is spreker niets bekend en hij acht het onjuist daarbij, zonder bewijs, de indruk te wekken, dat het achtergehouden is. Hij herinnert er aan, dat B&W, onder instemming van de raad, opdracht hebben ver strekt om zoveel mogelijk spreiding onder plaatselijke leveranciers te betrachten. De heer BATEN vraagt hoe B&W staan t.o.v. de suggestie van de cie.financiën om een limiet te stellen voor door ambtenaren te plaatsen orders. De VOORZITTER antwoordt, dat er een limiet/, die als maximum 1 000,== in houdt en dit nog binnen de betreffende begrotingsposten. De heer VAN MEER vraagt of dit ook geldt voor gevoteerde credieten. De VOORZITTER ontkent dit. B&W verlenen dan opdracht. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 9. VOTERING CREDIET VOOR GROOT ONDERHOUD GEMEENTEWERKPLAATS TE KRUISLAND (33e wijz. begr. 1981) De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel I 57

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1981 | | pagina 71