- 23 -
IV. 9- cantine-inkomsten S.C.Welberg
Een vereniging, die over een cantine beschikt heeft inkomsten en verricht
daarvoor zelfwerkzaamheden. Een vereniging zonder clubhuis heeft die inkomsten
niet. S.C.Welberg heeft met enkele andere verenigingen een samenwerkingsverband
gehad t.a.v. de cantine van het sportpark. S.C.W. is daar uit getreden. BSw
hebben in het verleden het bestuur toegezegd de raad een compensatieregeling
voor te leggen. De raad heeft destijds dit voorstel overgenomen en heeft voor
twee jaar een bedrag beschikbaar gesteld.
De verwachting was, dat S.C.Welberg ondertussen overleg zou plegen met De Vaert
om via zelfwerkzaamheid inkomsten te verkrijgen. Het moet daarbij niet zo zijn,
dat De Vaert daardoor inkomsten derft, die de gemeente moet aanvullen. Het moet
een duidelijk aantoonbare dienstverlening van S.C.W. aan de Vaert zijn. Deze
machtiging krijgt S.C.W. van bSw, zij het dat overleg met De Vaert nodig is.
Verzoek Stichitng Karnaval Steenbergen
Wethouder HOENDERVANGERS gaat nu in op de "smeekbede"van de heer van Meer
en verwijst daarbij naar de door de Stichting geschreven brief. De 10 korting
op de normale subsidie blijft gehandhaafd, maar b&w stellen wel voor om t.g.v.
het bijzondere karnava1sjubi1eum van 2x11 jaar een extra bijdrage toe te
kennen van 1.111,11.
De VOORZITTER stelt de raad in de gelegenheid om in tweede instantie het
woord te voeren over nog niet beantwoorde vragen of punten, waarop men nog wil
i ngaan
DUPLIEK
XIV. financiën/investeringsstaat
De heer VAN ECK wil reageren op het betoog van de Voorzitter op de door
zijn fractie gegeven berekeningen. Op de investeringsstaat 1982 staan onder A
en B een aantal éénmalig te dekken posten. Dat hoeft dus geen verhoging van
de onroerend goedbe1 asting te betekenen. Hem gaat het er om, dat volgens
de investeringsstaat in 1982 voor ƒ110.890,-- dekkingsmiddelen moeten worden
gezocht; dat betreft de punten 8 t/m 16. Uitvoering hiervan zou gepaard
gaan met een extra verhoging van de onroegend goedbe1 asting met 6
In de berekening van zijn fractie is aangegeven, dat die verhoging niet
noodzakelijk is.
De VOORZITTER merkt op, dat die berekeningen niet hard gemaakt zijn.
De heer VAN ECK vindt, dat dit ook bij de begroting het geval is; want ook
daarbij moet men afwachten of de ramingen uitkomen.
De VOORZITTER bestrijdt dit, want de begroting is een serieuse benadering.
De heer VAN ECK ontkent dit niet, maar vraagt ook begrip voor het betoog
van zijn fractie, waarbij geprobeerd is op redelijke gronden aan te tonen, dat
er op basis van redelijke verwachtingen, zonder een meer dan trendmatige O.G.B.-
verhoging, toch uitvoering aan de posten 8 t/m 16 kan worden gegeven.
De posten 14 en 15 wil zijn fractie laten vervallen, post 11 wijzigen.
De VOORZITTER meent, dat de heer van Eek een denkfout maakt. B&w hebben
gezegd, dat de posten tot en met B uit de begroting gedekt kunnen worden. Dan
hoeft de O.G.B. maar 5 X omhoog. De openbare ver 1ichtingspost is nodig en de
post onderhoud wegen is met pijn teruggebracht tot 165.000,--. B&w realiseren
ziclj daarbij, dat hierdoor grote moeilijkheden kunnen ontstaan. In goed overleg
met de directeur gemeentewerken heeft het college dit aangedurfd. Daarnaast
is 150.000,-- voor riolering absoluut nodig, daar is de raad het mee eens,
en voor de rest zijn de posten op de investeringsstaat vervallen en behoren dus
niet meer tot het voorstel.
De heer VAN ECK constateert, dat het meningsverschil tussen b&w en zijn
fractie zit in het niet willen overnemen van de verwachtingen, die de PvdA/WP
aanvoe rt
De VOORZITTER erkent dit, maar b&w hebben door het gemis aan aantoonbare
middelen na post 11 geen voorstellen meer. Verwachtingen als 6.000,-- opbrengst
begraafplaats, bezuiniging op brandweerbegroting en 2/8 rentedaling, zijn
op het moment n iet hard te maken.