- 40 -
INTERRUPTIE DOOR DE VOORZITTER
De VOORZITTER onderbreekt het betoog van de heer Heijmans, omdat hij
het woord"gesjoemel" als beledigend beschouwt.
De heer HEIJMANS dacht, dat hij tijdens het uitspreken van de algemene
beschouwingen niet in de rede mag worden gevallen.
De VOORZITTER wijst er op, dat het reglement van orde er in voorziet,
dat men zich van beledigende opmerkingen onthoudt. Bij beschouwthetgeen
de heer Heijmans zegt, als beledigend voor het collegede raadsleden en
het seniorenconventdat van de aanbesteding kennis droeg. Hij wil daarom
wetenwat de heer Heijmans onder het woord "sjoemelen" verstaat.
De heer HEIJMANS meentdat in algemene beschouwingen wel meer wordt
beweerdwat niet zo is bedoeld.
De VOORZITTER wenst, dat de heer Heijmans of het woord "gesjoemel"
terugneemt öf verklaart.
De heer HEIJMANS is bereid, als de voorzitter daar behoefte aan heeft,
het woord terug te nemen en zet hij er iets ander voor in de plaats.
De VOORZITTER vindt, dat de heer Heijmans anders duidelijk moet maken
hoe en waar er "gesjoemeld" is. Waarom is er in de raad dan niet eerder
over gsproken. "Gesjoemel" is in het spraakgebruik een niet nette manier
van handelen.
De heer HEIJMANS weet niet of het reglement van orde er in voorziet,
dat de voorzitter hem onderbreekt.
De VOORZITTER stelt, dat dit wel het geval is en bovendien regelt dat
reglement, dat de voorzitter het woord mag voeren, als hem dat gepast voor
komt.
De heer HEIJMANS trekt, zo de voorzitter daar op staat, alleen het
woord "gesjoemel" terug. Hij vervangt dit woord door "spreken".
De VOORZITTER gaat hiermee akkoord.
Wethouder OOMS is het niet eens met de laatste opmerking van de heer
Heijmans, dat de leden van het college, als zij in het zakenleven zaten
tot de bedelstaf veroordeeld zouden zijn. Hij is naast wethouder zelfstandig
ondernemer en is graag bereid zich in te zetten, zoalng zijn gezondheid dit
zal toelaten. Hij neemt de heer de heer Heijmans de verwijzing naar de
bedelstaf zeer kwalijk.
De heer HEIJMANS wijst op zijn parlementaire onschendbaarheid.
De VOORZITTER werkt op, dat deze geldt voor de buitenwacht niet t.o.v.
een wethouder.
Wethouder OOMS vindt de opmerking van de heer Heijmans aan de lage kant.
Wethouder HOENDERVANGERS voelt zich ook aangesproken, al kan hij zich er
niet kwaad over maken. Hij is dergelijke struikelpraatvan de heer Heijmans
al meer gewend.
De heer HEIJMANS wil wethouder Hoendervangers er aan herinneren, dat hij
op een andere stoel gezeten vrij scherp kon zijn, ook t.o.v. hem.
Wethouder HOENDERVANGERS beaamt dit laatstemaar dat was steeds beleefd
en zeker niet beledigend.
De heer HEIJMANS zal hierop de notulen nog eens naslaan. Hij verwachtdat
er mogelijk nog meer redenen zullen zijn hem in zijn betoog te onderbreken.
Hij vervolgt:
't Is maar goed dat de leden van het college niet in het zakenleven zijn
gegaan, zij waren reeds lang aan de bedelstaf.
h. Openbare werken riolering/reconstructie KIadde-We1 berg)
Mijnheer de Voorzitter.
Bij alle misere kunnen we toch stellen dat het bij deze dienst in 1981 goed
is gegaan. Nadat de rioleringen op Kladde en Wel bergsedijk waren gereed gekomen
(op zich uitstekende verbeteringen) meende de PvdA-fractie het voorbeeld van
de grotere broeders en zusters in de politiek te moeten volgens.
Dus potverteren.