- 35 -
1. kritiek op college (1)
De VOORZITTER vindt het op de eerste plaats vrij goedkoop het college
gebrek aan leiderschap te verwijtenals het de raad is, die gestalte moet
geven aan de onroerendgoedbelasting aan de hand van zijn wensen. Als de
raad het met de mening van de VVD eens is, dan wil het college best opstaan.
2. regionaal centrum maatschappelijk welzijn 7)
De VOORZITTER verwijst naar het antwoord op vragen eerder door de
heer van Eek gesteld. Eet is van belang om deze zaak niet te forceren en b&w
het vertrouwen te geven. Eet betreft bovendien een autonome stichting. Hij
vraagt om de gesprekken, die in het voornemen liggen af te wachten. Er is
geen enkele reden om het probleem voor de raad verborgen te houden, wel om
in de huidige fase te zwijgen, totdat het college een bepaalde indruk heeft
en in staat is de raad voorstellen of mededeling te doen.
3. overlegde, gemeenschapshuizen. (8)
De VOORZITTER wil hierover opmerken, dat de commissie al wel bij elkaar
is geweest. Zo dra .bekend is welke bedragen voor de gemeenschapshuizen be
schikbaar zullerffêff1op welke punten bezuinigd zou moeten wprden zal nieuw
overleg plaatsvinden. Op dit punt is er al eenheid binnend<bdministratie
waaronder verhoging van de tarieven. Niet vergeten mag worden, dat het hier
gaat om autonome Stichtingen die alleen maar op de grenzen van het mogelijke
kunnen worden gewezen.
De behoefte aan betaalbare huurwoningen zal evenwel blijven bestaan en wij
zijn bezorgd, dat de hoge huurlasten een onevenredig beroep op gemeenschaps
gelden in de vorm van huursubsidie zullen blijven doen.
Wij zouden er dientengevolge voor willen pleiten te komen tot een aanpass i ng
van de bouwkosten, die enerzijds misschien een versobering zijn, doch die
anderzijds een besparing betekenen van gemeenschapsgelden.
Uw aandacht vragen wij tevens voor de leefbaarheid van de kerkdorpen incl.
de woonwijk Wélberg, al vinden wij deze kwalificatie een provinciale misser
van allure, die het best kan worden gewaarborgd door het bieden van nieuwe
woon rui mte.
De wethouder Hoendervangers gaat misschien terecht trots op het resultaat
van zijn bezoek in Den Bosch, het lijkt ons nooit nutteloos nogmaals op de
bel van de dikke deur van het provinciehuis te drukken.