4
- 31 -
VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE
Algemene beschouwingen
1Inleiding.
Gaarne maken wij van de gelegenheid gebruik om het college van B&W en niet
in de laatste plaats de ambtelijke medewerkers te bedanken voor het vele werk
en zeker ook extra werk wat de begroting 1982 en de investeringsstaat 1982,
zo daar sprake van kan zijn, hebben gevraagd.
Tegelijkertijd ontvingen wij een aantal suggesties m.b.t. bezuinigingen en
lastenverzwaringen, waarvoor wij u erkentelijk zijn als presentatie, doch waar
in een duidelijk standpunt van het college ontbreekt. Nu geeft het de indruk
van het televisieprogramma "Wie van de drie" met als variant "Wil het echte
college nu opstaan".
Natuurlijk, de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenteraad,
doch het tonen van politieke moed had het verondersteld leiderschap kunnen be
vestigen, terwijl daaraan nu twijfels bestaan.
Was het in het recente verleden nog zo, dat grotendeels de wensen van de poli
tieke partijen,in deze raad vertegenwoordigd konden worden gehonoreerd, nu
is de nieuwe situatie dat er zelfs voor noodzakelijkheden prioriteiten moeten
worden gesteld.
Hierdoor onderstreept de VVD-f racti e haar voorkeur om deze prioriteiten vast
te leggen en bij te sturen bij kwartaalnota's in 1982 inzake de financiële
positie en beperkt zij zich zoals verder zal blijken uit deze verhandeling,
tot een gereduceerde investeringsstaat als summiere beleidslijn.
De houding van onze fractie is er mede op gericht de lastenverzwaringen
zo beperkt mogelijk te houden. Het zou te ver voeren diepgaand de economische
recessie en al haar gevolgen uitputtend te behandelen; duidelijk is dat niemand
op lastenverzwaringen zit te wachten en dientengevolge kan de VVD-fractie een
trendmatige verhoging van de on roerendgoedbe1 asting accepteren met een maximum
van 5 natuurlijk in relatie tot de investeringsstaat. In een tijd van ver
sobering en matiging is het kiezersbedrog realisatie van wensen voor te staan,
zonder direkt daarbij de lastenverzwaring aan te geven.
2. Begroting
Steeds meer wordt de gemeentebegroting een administratief-technisch document,
waarbij de autonomie van de gemeente min of meer wordt gelijkgeschakeld met
een doorgeefluik.
Zoals gezegd hebben wij oog voor bezuiniging en matiging, doch onderstaand
zouden wijenkele varianten willen bepleiten.
1. de efficiency van de onderhoudskosten voor de verschillende objecten lijkt
ons voor verbetering vatbaar. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
a. wij achten het niet verantwoord, dat aan de ambtswon i ng 1 1.000,-- aan
onderhoudskosten worden besteed. Wij hebben wel eens vernomen, dat de
bewoner het geenszins verlangd en mede daarom moet het mogelijk zijn
met lagere kosten een functioneel onderhoud uit te voeren.
b. de onderhoudskosten van de sportaccommodaties zijn zeer hoog en ook
door de sportcommissie wordt serieus getwijfeld of de registratie van
deze kosten wel juist is. Het vermoeden bestaat dat niet altijd de juiste
kostenplaats wordt gehanteerd en dat daardoor een vertekend beeld ontstaat.
2. indien van de bezuinigingssuggesties op pagina 3 en A wordt kennis genomen
in relatie tot bijlage VII dan zijn er enkele vreemde constateringen ,indien
serieus over bezuinigingen wordt gesproken.
a. post 36.00, bezuinigd wordt 21.000,-- t.o.v. 1981 op schrijf- en bureau
behoeften nadat de post eerst is verhoogd met 26.000,--. 0.iis hier
sprake van een verhoging van 5-000,--
Indien de post ad 21.000,-- wordt gehandhaafd is er cijfermatig van geen
bezuiniging sprake.