- 9 -
15. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE BEGROTING VAN DE OPENBARE BIBLIOTHEEK
STEENBERGEN VOOR 1982.
Uittreksel verslag CIE FINANCIEN:
"De heer VAN MEER brengt ter kennis welke voorbeschouwingen tussen afgevaar
digden van de bibliotheek en van de gemeente hebben plaats gevonden. Hij
betoogt dat het bestuur bij de bezuinigingsmaatregelen tot het uiterste is
gegaan en geen mogelijkheid meer ziet voor verder genoemde bezuinigingen
zonder de service voor het publiek en de doelstelling al te zeer aan te
tasten. Het heeft hem verwonderd dat na de bespreking met de heren Ooms en
Bakx op nog een bezuiniging van 8.010,wordt aangedrongen.
De heer Bakx wijst er op dat tijdens die bespreking uitdrukkelijk is mede
gedeeld dat van gemeentewege geen besluit kon worden genomen en dat het
college zich over het voorstel van het bestuur moest beraden.
De heer HOENDERVANGERS vraagt of niet tot vermindering van de uren van
part-timers kan worden gekomen.
De heer VAN MEER betoogt dat dit niet kan zonder de openstellingsuren on
verantwoord te verminderen. Hij vindt dit een afbraak van de eigen zaak.
De heer ADRIAANSEN vindt dat het bestuur bijzonder ver aan de ver
langens van de gemeente tegemoet is gekomen en wenst het voorstel van b&w
niet te steunen.
De heer VAN ELZAKKER vraagt waarom de wethouder van financien de besprekingen
niet heeft bijgewoond. De heer HOENDERVANGERS antwoordt dat hij verhinderd
was. De heer BATEN vraagt waarom de subsidie aangelegenheid niet bij het
sociaal-culture el plan wordt betrokken. Hij meent dat het bestuur goed werk
verricht. Verstandig bezuinigen verdient lof doch hij acht het van gemeentewege
onjuist, zonder de begrotingspositie te kennen zo ver te gaan tegenover de
bibliotheek als thans wordt voorgesteld.
De COMMISSIE besluit de raad te adviseren de begroting 1982 goed te keuren
zoals deze na wijziging aan B&W is aangeboden.
De heer VAN MEER memoreert de gang van zaken rond de subsidie-vermindering.
Van het totale subsidie-bedrag van 41 2.000, diende het bestuur aanvankelijk
75-000,-- in te leveren. Na aftrek van de huisvestingskosten,die een vast
gegeven zijn, moest de bezuiniging gezocht worden in het resterende bedrag
van 136.000,--; dus ruim de helft. Hij is van mening, dat sprake is van
afbreken i.p.v. bezuinigingen, want anders kan hij het voorstel, gedaan tien
maanden na opening van een nieuwe bibliotheek, niet zien. Het verheugt hem,
dat veel leden van de cie.financiën het voorstel van b&w niet willen volgen.
Hij wil de raad voorstellen de door de bibliotheek ingediende herziene
begroting te accepteren, omdat er door het bestuur al behoorlijk bezuinigd is.
Verder kan de bibliotheek niet gaan, omdat dan de dienstverlening wordt aange
tast en dat kan met ruim 5-000 leden en bijna 200.000 uitleningen niet.
De VOORZITTER vindt het onjuist b&w er van te betichten "de zaak af te
breken". De gemeente zit ook met een gegeven, n.l., dat er door het rijk een
aantal kortingen zijn opgelegd en dat zij er in 1982 slecht voor staat. Op alle
fronten moet dus bekeken worden waar bezuinigingen mogelijk zijn en dat geldt
dan met name onverplichte bijdragen en daar gaat het hier ook over.
Door de hogere, onverplichte bijdrage, in personeelskosten kon een grotere
dienstverlening worden gerealiseerd. T.a.v. die onverplichte bijdrage willen
b&w een afbouwregeling toepassen en dat alleen door noodzaak gedwongen.
Spreker houdt de raad voor, dat dit niet de eerste en laatste keer zal
zijn, dat tot zo'n onpopulaire maatregel moet worden besloten. Zeker als
de begroting 1982 aan de orde komt zullen er meer moeten volgen.
De heer VAN MEER wil t.a.v. de discussie over verplicht of onverplicht
opmerken, dat weliswaar de wet het niet voorschrijft, maar dat de algemene
maatregel van bestuur van 7 september 1977 wel een bepaalde personeelsformatie
aangeeft naar werkgebied. Daarop is een beleidsplan gebaseerd, dat de raad
in november 1980 heeft goedgekeurd. Hij heeft er moeite mee als nu ineens ge
zegd wordt, dat de gemeente niet tot betalen verplicht is. Een morele verplich
ting is er zeker. Een geleidelijke afbouw is redelijk en daaraan wil het
bibliotheek bestuur best meewerken.