- 7 -
De heer HAGE vraagt of in Dinteloord en Nieuw-Vossemeer de tarieven
dezelfde verhogingen kenne
De VOORZITTER antwoordt, dat dit wel aan te nemen is, tenzij de positie
van die gemeenten een hogere gemeentelijke bijdrage toelaat of men met een
lager tarief genoegen neemt.
Hij brengt vervolgens het voorstel van de P.v.d.A/W.P. in stemming.
Vóór stemmen J.van Schilt, J.van Eek en A.Adriaansen
Tegen stemmen A.v.Nispen-AardenD.Hage, CRademakersCOomsA.Heijmans
M.Baten, M.van Meer, E.van Riessen, M.Onland-van Haaren,
H.van Elzakker en C.Hoendervangers
De VOORZITTER concludeert, dat het voorstel met 11 tegen 3 stemmen is
verworpen en het voorstel van b&w is aangenomen.
9. VOTERING CREDIET VAN 79.000,-- VOOR UITBREIDING VUILNISSTORTPLAATS
B00NHIL C.A. (65e WIJZIGING BEGROTING 1981)
Uittreksel verslag C1E GEMEENTEWERKEN
"Het bevreemdt de heer VAN ECK dat nu ineens en dan nog steeds voor enkele
jaren voorzieningen nodig zijn voor de beheerder en de machine. Hij vraagt
zich af of met zelfwerkzaamheid het huidige beheerderonderkomen niet nog
enkele jaren kan worden gebruikt. De heer CORNEL stelt dat het huidige
onderkomen totaal versleten is en dat een provisorische afsluitbare stalling
voor de machine i.v.m. het tegengaan van vernielingen, gewenst is.
Vervolgens wordt nog gediscussieerd over de resterende stortcapaciteit.^
In Streekgewestelijk verband wordt een studie voorbereid voor de inrichting
van een gezamenlijke c.q. regionale stortplaats. Als voorloper zal een noodplan
worden opgesteld. De gemeente is gevraagd de nodige gegevens te verstrekken
Konklusie: akkoord met voorstel".
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel
9a. VERKLARING, DAT EEN WIJZIGING WORDT VOORBEREID VAN HET BESTEMMINGSPLAN
"WOONWAGENCENTRUM, 1976"
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel
10. VASTSTELLING "BOUWREGISTRATI EVERORDENING, 1981"
De VOORZITTER deelt mee, dat de commissie voor de strafverordeningen,
zoals uit het aan de raad overgelegde verslag blijkt, met de strafbepalingen
akkoord gaat.
De heer VAN ECK merkt op, dat zijn fractie het met het voorstel eens is,
er daarbij vanuitgaandedat eigen bouwers zich niet in hun mogelijkheden be
perkt zullen mogen voelen. Hij denkt dan aan hulp door familie en vrienden,
die onbetaald vrijwilligers werk verrichten. Hij vraagt zich af of deze
bijdrage, die vaak zeer onregelmatig geschiedt, wel vooraf omschreven kan
worden
Hij hoopt, dat er geen heksenjacht op dergelijke bouw zal ontstaan.
De VOORZITTER deelde die vrees, zoals uit het voorstel blijkt. Dat is
ook de reden waarom nu pas de raad het voorstel bereikt. Hij zegttoe in die
geest de verordening te hanteren, voorzover dit van bSw afhangt.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming tot vaststelling van de
verordening overeenkomstig het concept.