- 4 -
4. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN RECHTSGEDING TEGEN DE STAAT
DER NEDERLANDEN.
De VOORZITTER kan meedelen, dat het instellenvan een kort geding niet
in aanmerking komt. De rechtskundig raadsman neemt aan, dat het een normale
rechtbankprocedure moet worden. Vóórdat het geding wordt aangespannen
zal nog contact worden opgenomen met de minister van binnenlandse zaken
en/of de staatssecretaris.
De heer VAN ECK vraagt of de V.N.G. ook de kosten van een gewoon
rechtsgeding voor haar rekening neemt.
De VOORZITTER bevestigt dit, De V.NGbetaa1t tot en met hoger beroep,
dus uitgezonderd cassatie. Indien de gemeente het geding wint dan rekent
men op een vergoeding.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel.
5. CREDIET VOOR GROOT ONDERHOUD GARAGE BODEWONING MET BOUW GARAGE/
BERGING GEMEENTEHUIS.
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorste 1
6. VASTSTELLING VAN DE "AFVALSTOFFENVERORDENING, 1981"
Uittreksel verslag vergadering CIE GEMEENTEWERKEN:
"Hoewel het dhr. VAN ECK bevreemdtdat voor de beperking van het aantal
zakken (4 stuks) nu hetzelfde argument wordt gebruikt als destijds voor
de invoering van de 8 zakken, wordt na een discussie toch akkoord gegaan
met het in de verordening genoemde aantal van 4.
De heer CORNEL deelt mevr. VAN ONLAND-VAN HAAREN desgevraagd mede, dat
wanneer de verordening rechtskracht heeft een verdere voorlichting van de
burger inzake het zich ontdoen van afvalstoffen zal plaatsvinden. Nu zijn
in eerste instantie alleen de nieuwe "klanten" benaderd.
In de voorlichting zal o.a. ook worden meegenomen, dat men papier kan
deponeren in de aanwezige container op de gemeentewerkplaats aan de
Van Andelstraat. De heer VAN ECK vindt de redactie van artikel 55. lid 1
nogal ruim. Toegezegd wordt dat in de komende raadsvergadering eventueel
een aangepaste redactie zal worden voorgelegd.
Op vragen van de heren HAGE en HEIJMANS deelt de heer CORNEL mede, dat
wellicht nog voor enkele percelen een ontheffing zal worden gevraagd
inzake de inzamelingsplicht.
De heer VAN SCHILT konstateert, dat de verruimde inzamelingsplicht de
exploitatiekosten van de reinigingsdienst aanzienlijk zal doen stijgen. Zijn
stelling wordt door dhr.Cornel bevestigd, zulks onder de mededeling dat de
minister in een periode van enkele jaren een zelf dekkende exploitatie ver
langt. De heer VAN SCHILT ziet liever een reinigingsrecht per aangeboden
zak huisvuil. Naar aanleiding van een opmerking van dhr. van Riessen deelt
de NOTULIST mede, dat bij art.5 2e lid in eerste instantie moet worden
gedacht aan een plaats nabij b.v. woonerven. De verordening geeft thans
mogelijkheden om op een en ander in te spelen.
De NOTULIST deelt op een vraag van de heer VAN SCHILT mede, dat hoofdstuk 5
thans is opgenomen op grond van art. 168 van de gemeentewet. In afwachting
van de inwerkingtreding van het betreffende hoofdstuk 3 van de Wet en het
provinciaal vast te stellen autowrakkenplan zal dit hoofdstuk naar ver
wachting eerst op een later tijdstip in werking treden.
Konklusie
Akkoord met het voorstelmet eventueel aangepaste redactie van art. 55,
lid 1.
De VOORZITTER deelt mee, dat de commissie voor de strafverordeningen
akkoord gaat met het onderdeel, dat de strafbedreiging regelt.
De heer RADEMAKERS wil er op wijzen, dat de verordening een duidelijk
onderscheid maakt tussen huisvuil en bedrijfsvui1Omdat huishoudens prak
tisch nooit meer dan vier vuilniszakken meegeven is in de verordening een
maximum van vier opgenomen.