-14-
Vestiging mogelijk voor alle agrarische bedrijven met beperking^
t.a.v. niet-grondgebonden bedrijven. De mammoetveredelingsbedrij-
ven alleen in aan te wijzen deelgebieden.
2. In niet-primaire landbouwgebieden:
In deze gebieden werken met het bouwbloksysteem (uitwerkingsplan
per geval) maar met termijnstelling en beroepsmogelijkheid voor
de uitwerking
De VOORZITTER constateert, dat het amendement is ingediend door
5 raadsleden en dus voldoende is ondersteund.
De heer VAN ECK zegt, dat zijn fractie een afwijkende mening
heeft, met name t.a.v. de grootte van de bedrijven.
Het amendement spreekt alleen van mammoetbedrijvenGezien de ont-^
wikkeling in de landbouwbedrijven dient het begrip mammoet duidelijk
omschreven te worden en zijn fractie denkt dan aan 3 of meer arbeids
krachten. De intensieve veehouderij vraagt bijzondere aandacht i.v.m.
de daarmee gepaard gaande grote gebouwen en silo's, mest en stankover
last. Ook de ruimtelijke invloed van glastuinbouw en champignonkweke
rijen is door de bedrijfsgebouwen niet gering en bij sterke concen
tratie kan bij de glastuinbouw hinder optreden door het gebruik van
ontsmett i ngsm i dde1 en
Zijn fractie vindt dan ook, dat het amendement niet voldoende
garantie biedt om een wildgroei in het buitengebied te voorkomen.
Op grond hiervan stemt zijn fractie met het voorstel van B&W in
De heer HAGE spreekt als volgt:
"De tekst,voorgelezen door de heer Rademakers, heeft onze instemming,
omdat we het toch belangrijk vinden, dat er een standpunt komt, waar-
mede de begeleidingscommissie vevdev kan wevkenMet gunt ly 2> 4 hebben
we geen enkel probleem. Met punt Z, vrije vestiging op primair agra
rische gronden, met beperking voor niet-grondgebonden bedrijven, heb
ben wij nog steeds moeite.
Daar dit tegen de provinciale regels en voorstellen indruistdie
vrije vestiging van alle strukturen voorstelt. Daarvan uitgaande is te
verwachten, dat er bezwaren van de provincie zullen komen. Beperking
moet goed omschreven worden, anders kan het tot willekeur leiden.
Wij wijzen op artikel 10 W.R.O., waarin wordt bepaald, dat een bestem
mingsplan geen eis mag bevatten met betrekking tot de struktuur van
agrarische bedrijven. Misschien is het toch te overwegen om zich in
verbinding te stellen met de agrarische commissie van de provincie."
De heer VAN ECK merkt op, dat het streekplan, waarnaar de heer
Hage verwijst, op bladz. 87 zegt, "dat met nadruk wordt opgemerkt,
dat in het streekplan geen bestemmingen, maar aanduidingen zijn opge
nomen. Het geven van bestemmingen is een taak van de gemeenten."
Daarnaast maakt het agrarisch gebied onderdeel uit van het z.g. "ele
ment 3"waarvan volgens de ruimtelijke hoofdstruktuur gedeputeerde
staten, eventueel op verzoek van de gemeente, kunnen afwijken. Hij
ziet dan ook het nut van een amendement niet in.
De heer HAGE ziet geen reden om te vrezen, dat het buitengebied
vol met mammoetbedrijven zal komen.
Het is zaak deze materie praktisch en nuchter, zonder sentimenty te
bekijken. Ook dient men te letten op de werkgelegenheid, want beper
kingen lei den tot werkloosheid. Het nieuwe kabinet, dat het door het
landbouwschap aangeboden advies in zijn beleidsprogramma heeft opge
nomen zegt, dat onder de huidige sociale en economische situatie de
werkgelegenheid in de landbouw hoge prioriteit moet worden gegeven.
Het opleggen van beperkingen zou in strijd zijn met de beleidsvoor
nemens van de nieuwe regering.
De VOORZITTER schorst de vergadering om 21.05 uur, omdat B&W be
hoefte hebben aan beraad over het ingediende amendement.