- 9 -
De heer ADRIAANSEN kan, gezien de tijdens de hoorzitting verstrekte ge
gevens, stellen, dat iedere vereniging graag op een eigen terrein wil voet
ballen. Aan de andere kant moet worden gesteld, dat het P0N.-rapport en
de enquête van de 1eefbaarheidsgroep aantonen, dat er een behoefte aan een
trapveldje is.
Het lijkt hem niet reëel om het gebruik van het oefenveld tevens als
vrij trapveld als oplossing te zien. Het gebruik door S.C.Welberg voor training
legt een te groot beslag op dit veld en dat acht zijn fractie niet acceptabel.
Zijn fractie vindt het evenmin nodig een onderzoek naar de behoefte van een
2e sportveld in te stellen. Het gevraagde crediet van 3-000,zou hij toe
gevoegd willen zien aan het bedrag van 25-000,-- voor de aanleg van een trap
veld. De aanleg van een trapveld ziet hij graag spoedig gerealiseerd.
De VOORZITTER constateert, dat ook de heer ADRIAANSEN een voorstel dat
buiten de orde is, lanceert. De raad dient zich eerst over het b&w voorstel
uit te spreken
De heer ADRIAANSEN stelt, dat de P.v.d.A/W.P. het voorstel van B&W niet
steunen
De heer VAN DE KAR vindt, dat een objectieve opstelling vereist, dat eerst
een onafhankelijk onderzoek moet plaatsvinden. Bij het C.D.A. en de P;. v. dA/W. P
voelt hij een te eenzijdige benadering, n.l. vanuit de sport c.q. de leefbaar
hei dsgroep.
De heer HEIJMANS is het niet met de heer Adriaansen eens. Hij vindt
60.000,-- vaste lasten per jaar voor een tweede veld wel aan de erg hoge
kant
De VOORZITTER wijst er op, dat van lieverlee van een trapveld van
25-000,-- naar een volledig sportveld is toegewerkt. De volgende vergadering
zullen de raad de cijfers worden voorgelegd en kan men die aanvallen.
Nu is aan de orde het instellen van een behoefte-onderzoek en gebleken is,
dat zowel het C.D.A. als de P.v.d.A/W.P. daar tegen zijn. De heer VAN DE KAR
wil een algemeen inzicht hebben en niet die van een bepaalde groepering en
zegt dus "ja".
De heer HEIJMANS vindt de stelling van het C.D.A., dat de kosten van
centralisatie op het sportpark wil afwegen tegen die van een accommodatie
op Welberg principieel en consequent.
Hij stelt daarom voor wel 3-000,-- te voteren maar met de besteding
van dit bedrag en de ƒ25.000 voor het trapveld, te wachten totdat de resul
taten van het onderzoek bekend zijn.
De heer HAGE de discussie gehoord hebbende, lijkt het onderzoek over
bodig. Hij acht het beter de kostenraming en - vergelijking in september af
te wachten. Graag zou hij weten, dat als er geen tweede sportveld in Welberg
komt dan uitbreiding van het sportpark aan de Seringenlaan moet plaatsvinden.
Indien dat het geval is, dan ziet hij de kosten daarvan graag tegenover elkaar
geplaatst.
Wethouder HOENDERVANGERS antwoordt, dat die noodzakelijkheid nog niet aange
toond en in onderzoek is. Overigens zijn er geen geldmiddelen voor een uitbreidin
beschi kbaar
De heer VAN MEER vindt, dat nu bekend is hoe S.C.Welberg er over denkt
en er van uitgaande, dat bij het behoefte-onderzoek geen andere groeperingen
zullen worden gehoord, een dergelijk onderzoek geen zin heeft. Hij wacht liever
het rekenmodel af.
De heer ADRIAANSEN vindt het heel jammer,dat door de discussie over het 2e
sportveld de aanleg van een trapveld telkens wordt uitgesteld.
De heer VAN DE KAR wenst hoofdelijke stemming, omdat hij een deskundig
en onafhankelijk onderzoek voor staat.
De VOORZITTER brengt het voorstel van b&w in hoofdelijke stemming.
Vóór stemmen CRademakersCHoendervangersL.v.d.Kar en C.Ooms
Tegen stemmen J.van Eek, C.van Meer, A.AdriaansenHvE1 zakkerA.Heijmans
J.van Schilt, E.van Riessen, A.v.Nispen-Aarden
M.Onland-van Haaren, en D.Hage.
De VOORZITTER constateert, dat het voorstel van b&w met 10 tegen k stemmen
is verworpen.