-4-
dubbele bedrag kwijt zal zijn. Dat zal de exploitatie-opzet van een
bestemmingsplan beïnvloeden, dus tot dure grond leiden.
De VOORZITTER erkent, dat de grond i.v.m. renteverlies zal stij
gen, maar dat gebeurt steeds. De gemeente zal toch in een vroeg stadium
over grond moeten beschikken.
De heer BATEN heeft in de commissie financiën een kritische noot la
ten horen. Hem is echter gebleken, dat de grond niet is aangeboden, maar
dat uit overleg de grondverkoop tot stand is gebracht.
Een gemeente zal steeds grond in portefeuille moeten hebben, ook ruilgrond.
De enige vraag, die hem rest is de wat hoge prijs, maar daar maakt zijn
fractie geen halszaak van.
De VOORZITTER merkt op, dat de grond is getaxeerd. B&W hebben, ook
een wat hoge prijs veronderstellend, de koopsom opnieuw laten bekijken.
Daaruit is geen andere prijs voortgevloeid dan die, welke nu wordt voor
gesteld.
De heer BATEN stelt zijn vraag op een ervaring enige tijd geleden
bij verkoop aan de S.B.L. toen de 1andbouwgrondprijzen op hun top waren.
Die prijs viel toen wat hoger uit, maar feit is, dat thans ongeveer 10
minder wordt betaald.
De VOORZITTER plaatst hierbij toch vraagtekens, ook al heeft hij geen
bewijzen van het tegendeel.
De heer VAN RI ESSEN heeft zijn bezwaren tegen de koopsom in de commissie
gemeentewerken geuit. Hij is inmiddels door de S.B.L. benaderd en die heeft
hem verzekerd, dat in deze regio gronden voor maximaal 50.000,== per
ha. worden aangekocht. Dat is ook de reden waarom hij tegen de prijs heeft
geageerd. Hij voelde er meer voor om een prijs van 50.000,== aan te houden
met een kwa1iteitstoes1ag van 2.500,== a 3-000,==.
Het merendeel van de CDA-fractie heeft zich echter achter het voorstel van
B&W geplaatst. Hij neemt echter een afwijkend standpunt in.
De VOORZITTER ziet geen reden om van de taxatierapporten af te wijken.
Bovendien hebben B&W geconstateerd, dat er geen verschillen zijn met de gang
bare prijzen, ook de kwaliteit in aanmerking genomen.
Dit laatste aspect speelt toch ook bij de S.B.L. een rol.
De heer ADR IAANSEN vecht niet de koopsom aan, maar ziet, vooral in aan
merking nemend het verlies van de uitkering bodemgesteldheid en gezien het
feit, dat er in Kruisland de eerste jaren geen grond nodig is, geen reden
om deze grond aan te kopen. Zijn fractie is daarom tegen het voorstel.
De VOORZITTER wijst er op, dat het in het kader van de ruilverkavelings
uitvoering van nut is, dat de gemeente over ruilgrond beschikt. Het is niet
juist om deze aankoop in het licht van de uitkering bodemgesteldheid te zien,
want de grondkosten worden t.z.t. terugontvangen. eens
De heer HEÜMANS is het wel enigszins met de heer Adriaansen t.a.v. de
wenselijkheid van/aankoop nu. In het verleden is echter gebleken hoe be
langrijk het kan zijn grond beschikbaar te hebben. Hij doelt op de uitbrei
ding van de vuilnisbelt. Omdat de situatie snel kan veranderen stelt hij
zich achter het voorstel van B&W.
Wethouder OOMS wijst tenslotte op het wetsontwerp tot wijziging van de
Wet op de vervreemding landbouwgronden, die het de gemeenten haast onmogelijk
maakt vrije landbouwgrond te kopen. De gemeenten krijgen dan voorkeur op
grond van bestemmingsplannen. Deze transactie zal dan wel eens een van de
laatsten kunnen zijn voorzover het vrije grond betreft.
De VOORZITTER brengt het voorstel in stemming.
De heer VAN RIESSEN vraagt hoofdelijke stemming.
Vóór stemmen L.v.d.Kar, CHoendervangersM.Baten, A.Heijmans, C.Ooms, M.
van Vossen, H.van Elzakker, A.van Nispen-Aarden en M.Onland
van Haaren.
Tégen stemmen: M.van Meer, E.van Riessen, J.van Eek, A.Adriaansen en J.van
Sch i11
De VOORZITTER concludeert, dat de RAAD met 9 tegen 5 stemmen overeen
komstig het voorstel heeft besloten.