-9-
De heer BATEN steunt het voorstel van B&W. Hij vindt, dat juist het gekrakeel
in de raad over hoge aankoopprijzen leidt tot het opdrijven van de koopsommen.
De VOORZITTER stelt vooraf, dat niet vergeten mag worden, dat verkoper niet
staat te springen om zijn huis van de hand te doen. Integendeel, en dan is het be
grijpelijk, dat hij een goede vervanging eist en de meerdere kosten niet voor zijn
rekening wenst te nemen. B&W hebben weten te bereiken, dat de vervangende woning
in prijs daalde en verkoper tot een toebetaling van 10.000,== bereid was.
Het was een kwestie van overhalen van iemand, die zijn woning net helemaal heeft
opgeknapt en het liefst daarin had willen blijven wonen. De rente-vergoeding is een
normale zaak bij de overheid, omdat de aankoop-procedure tijd kost en gedurende die
termijn de verkoop aan een ander blokkeert.
Hij geeft graag toe, dat deze aankoop doorwerkt bij andere aankopen voor de
uitbreiding van het gemeentehuis. Telkens zal echter afweging plaats moeten vinden.
Feit is, dat zolang de huizen niet in eigendom van de gemeente zijn de bouw niet kan
beginnen. Vast staat ook, dat de mensen helemaal niet weg willen.
De heer VAN ECK verklaart, dat zijn betoog de intentie heeft, dat de woning
te duur is. Er zijn z.i. ook andere mogelijkheden tot verwerving.
De VOORZITTER wijst er op, dat een onteigeningsprocedure veel meer geld kost.
De heer VAN ECK vraagt stemming.
De VOORZITTER brengt het voorstel van B&W in hoofdelijke stemming.
Vóór stemmen L.v.d.Kar, CRademakersM.van Meer, M.Onland-van Haaren, J.van Ries-
sen, A.van Nispen-Aarden, H.van Elzakker, A.Heijmans, CHoendervangers
C.Ooms en M.Baten
Tégen stemmen: J.van Schilt en J.van Eek
De VOORZITTER concludeert, dat de RAAD met elf tegen twee stemmen overeenkomstig
het voorstel heeft besloten.
12. Rondvraag
mondeii ng (begin J.van Schilt)
1. onderzoek voorzieningen Eerste Boutweg (A.van Nispen-Aarden)
Mevr. VAN NISPEN vraagt naar de stand van zaken.
De VOORZITTER antwoordt, dat inmiddels de toegezegde adviezen aan de ANWB en
het VVN zijn aangevraagd.
2. toepassing art.19 W.R.O. t.a.v. woonwagenkamp (J.van Riessen)
De heer VAN RIESSEN komt terug op de vraag, die op 14 februari jl. vanuit de
publieke tribune werd gesteld t.a.v. het standpunt van het CDA en de PvdA over deze
kwest i e
Hij heeft toen toegezegd binnen vier weken het CDA-standpunt bekend te maken.
Veertien dagen gelden heeft zijn fractie overleg met appellanten gevoerd. Er heeft
een rustig en goed gesprek plaats gevonden, waarbij het CDA tot de conclusie is ge
komen, dat verschillende bezwaren niet genegeerd kunnen worden. Het zou zelfs zeer
ondemocratisch zijn om de bestemmingsplanprocedure te doorkruisen. Nu uit de mede
delingen blijkt, dat er een verzoek om een spoedbehandeling is verzonden is het
CDA voorlopig niet bereid aandrang om toepassing van art. 19 van de W.R.O. uit te
oefenen. Ook de kampbewoners zullen op korte termijn voor een gesprek worden uit-
genod i gd
De VOORZITTER kan zich in deze verklaring vinden, temeer omdat hij onlangs
tegenover de betrokken gedeputeerde, die directe toepassing van artikel 19 voor
staat, heeft gezegd, dat niet alleen de belangen van de woonwagenbewoners, maar ook
die van anderen in acht moeten worden genomen. Dat neemt niet weg, dat de situatie
voor de woonwagenbewoners onbevredigend is. Daarom zal de gemeente al het moge
lijke moeten doen om het kamp leefbaar te houden. Daarbij hoeft niet vergeten te
worden, dat een aantal door de gemeente aangeboden tijdelijke voorzieningen door
de kampbewoners categorisch van de hand zijn gewezen.
-10-