- 13 -
bepalen wat in alle redelijkheid onder "normale" en "enige" moet worden
verstaan. In het onderhavige geval komt men - gelet op de soort schade -
tot de conclusie, dat een bedrag van 1.000,== voor vergoeding in
aanmerking komt.
De commissie wil voor de beoordeling van toekomstige gevallen B&W ver
zoeken de scholen er van in kennis te stellen, dat schade onmiddellijk en
vóór herstel plaats vindt gemeld moet worden bij de afdeling gemeentewer
ken. Deze zou dan aard en omvang en herstel kosten moeten vastleggen.
Er zou naar het oordeel van de commissie op gewezen dienen te worden, dat
niet-gemelde schade niet voor vergoeding in aanmerking komt, doch dat ander
zijds aan de melding geen recht op vergoeding kan worden ontleend, zulks om
dat geval voor geval beoordeeld moet blijven of er termen aanwezig zijn de kosten
geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente te nemen.
Door enkele commissieleden wordt geïnformeerd naar de mogelijkheid om een
verzekering af te sluiten.
De SECRETARIS deelt mede, dat meermalen bij verzekeringsmaatschappijen
navraag is gedaan naar de condities. Gebleken is, dat vrijwel geen enkele
verzekeraar nog bereid is gevolgen van vandalisme e.d. te verzekeren."
De VOORZITTER acht het niet juist om te gaan selecteren, men verleent
medewerking of weigert die. Hij vindt inwilliging van het verzoek voor de
hand liggen, omdat anders de school een onevenredige verzwaring van haar ex
ploitatiekosten krijgt opgedrongen.
De heer VAN DE KAR merkt op, dat de financiële commissie een bedrag van
1.000,== voor medewerking in aanmerking vindt komen, de rest moet uit de
exploitatie-vergoeding worden bestreden.
De VOORZITTER wijst er op, dat de inspecteur zijn medewerking niet zou
verleend hebben als er twijfels over de juistheid waren geweest. Er zijn bij
zondere omstandigheden door het toenemend vandalisme en die gaan normale
exploitatie te boven. Van belang is ook de jurisprudentie die over deze ma
terie is ontstaan. Daaruit blijkt, dat afhankelijk van de frekwentie en omvang
kan worden uitgemaakt of artikel 72 dan wel 101 van de L.o.-wet wordt toege
past. Er zijn al gevallen, vergelijkbaar met het voorliggende, die leidden
tot toepassing van artikel 72.
De heer VAN DE KAR lijkt het mogelijk om een limiet te stellen aan de
hand van de schadegevallen. Hij wijst ook op precedenten.
De VOORZITTER ontkent dit, want het betreft gebonden bestuur.
De heer VAN DE KAR vindt het ook bezwaarlijk, dat er gevallen van maart
en apri1 1979 bij zijn.
De VOORZITTER meent, dat aan dit bezwaar tegemoet kan worden gekomen door
het stellen van meidingstermijnenDat het nu niet gebeurd is, heeft als oor
zaak het jaarlijks overleg met de schoolbesturen, dat onlangs is gehouden.
Toen hebben B&W geadviseerd om een aanvraag ex art.72 in te dienen, omdat de
herstel kosten een te zware belasting van de exploitatievergoeding gaat veroor
zaken
De heer VAN MEER heeft ook moeite met het voorstel en het opsparen van
rekeningen. De samenvatting van schadeposten roept vraagtekens op. Twee posten
laten geen twijfel bestaan, zoals b„v. het dakherstel. Het gaat hem te ver
als b.v. het plaatsen van een klein ruitje en vervanging van een spo tje niet
uit de exploitatievergoeding zouden kunnen worden bekostigd. En de vervan
ging van een fiets vindt hij so-wie-so al niet in aanmerking komen, want een school
heeft toch geen fiets?
- 14 -