- 10 - De VOORZITTER meent, dat dan wellicht bedoeld zijn de twijfels, die bij de werknemers t.a.v. het vakbondbei eid zijn gerezen. De heer BATEN heeft gezegd, dat de kater daarna des te groter was, om dat er toch nog hoop was. De heer VAN ECK is blij met hetgeen wethouder Ooms op de telersvergade ring heeft gezegd. Dit sluit helemaal aan bij de mening van zijn fractie. De heer VAN ELZAKKER vindt het jammer, dat de rede van wethouder Ooms niet in de publiciteit is gekomen. Dat hebben B&W zelf in de hand gehad. Nu hoor je niet anders of we horen of zien van B&W niets, dus ze zullen met deze gang van zaken wel akkoord gaan." De VOORZITTER repliceert, dat ook de raad initiatieven had kunnen ontplooien en als de heer Heijmans dan een spoedvergadering had verwacht dan had hij ook zelf daarvoor kunnen zorgen. De heer VAN ELZAKKER meent, dat toch is aangetoond, dat de al bij herhaling door het C.D.A. gewenste stuurgroep werkgelegenheid er wel degelijk moet komen en nuttig werk kan doen. De VOORZITTER betwijfelt dit, maar hij wil deze suggestie graag in de B&W- vergadering brengen. De heer VAN SCHILT, werknemer van de Enka, heeft ook zo z'n twijfels of de Enkafabriek in Steenbergen kan blijven bestaan. Zo is in de Bredase fabriek een afvloeiing en arbeidsverkorting in het geding. Het is een klein kunstje om in een dag de machines in Steenbergen af te breken en in Breda te installeren De werknemers kunnen dan wellicht ook naar Breda. Hij bedoelt hiermee zijn zorg uit te spreken over de werkgelegenheid in Steen bergen en de machteloosheid van de gemeente. De VOORZITTER herinnert er aan, dat ook landelijk er over wordt gediscus sieerd, dat de factor arbeid te weinig in de afweging wordt betrokken. Een ge meenteraad is nu eenmaal niet het aangewezen orgaan; het is een landelijk po litieke zaak. De eventuele overplaatsing van de Enka-fabriek heeft hij tijdens het gesprek met de Enka-direetie aan de orde gesteld. Tot tweemaal toe is hem verzekerd, dat, zoals men thans kan zien, er niets aan de hand is en er zelfs nog geïnvesteerd gaat worden. De heer VAN SCHILT wijst er dan wel op, dat er vorig jaar bij de CoS.M.ook niets aan de hand was. Verplaatsing kan van de een op de andere dag gebeuren. De VOORZITTER kan dit niet in technische zin beoordelen, maar hij kan zich de stelling van de heer van Schilt voorstellen, Hij blijft erbij, dat een gemeen te hier weinig aan kan doen. Het is vooral een zaak van de vakbonden en in die geest hebben B&W gehandeld. Het slaken van kreten heeft geen nut als er niet ookactie kan worden gevoerd. Het is juist die actie, die B&W niet zagen zitten. Over de door het C.D.A. voorgestelde stuurgroep, wat wel een element van actie in zich heeft, zullen B&W zich gaan beraden. Moeilijkheid is daarbij, dat z.i. de gemeente geen faciliteiten heeft om daadwerkelijk iets te doen. Bovendien is het niet alleen een verschijnsel in Steenbergen, maar in het gehele land en het houdt nauw verband met de economische situatie, die onvoldoende onder kend is. Als een paal boven water staat het verlies aan arbeidsplaatsen en B&W zul len zeker alle mogelijkheden benutten om in de vervanging te voorzien, alhoewel een gemeentebestuur daarin zeer beperkt is. De VOORZITTER schorst de vergadering om 20.00 uur om het publiek de gele genheid te geven over deze kwestie het woord te voeren. De VOORZITTER heropent om 20.30 uur de vergadering. De heer BATEN heeft kennis genomen van de brief, die het F.N„V. afd.Steen bergen, aan de minister van Economische Zaken, de grote politieke partijen, ge deputeerde staten en B&W van Steenbergen heeft gezonden. N.a.v„ deze brief zou hij willen voorstellen een telegram van de gemeenteraad te richten aan de ministers van economische en sociale zaken en gedeputeerde staten met de vol gende inhoud: - 11

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1980 | | pagina 19