- 9 -
Aangaande het persbericht van de C.S.M. van donderdag 2k januari wil ik
enige aantekeningen maken; daar staat n.l.: In de onlangs door de E.E.G.
commissie ingediende plannen wordt verdergaande beperking van de bieten
teelt voorgesteld. M.d.v. dat is wel zo, maar Minister van der Stee
heeft toch ook gezegd ik verzet me daartegen desnoods tot de laatste
snik, want zowel de bietenindustrie als de Nederlandse landbouw
komen door een verdergaande beperking van de bietenteelt in grote moei-
1 i j kheden11
Verder staat in het persbericht dat de bietenteelt naar het Noorden
is opgeschoven. Dit betwijfel ik. De bietentelers in Zuid-West-Nederland
zaaien al jaren hetzelfde areaal bieten. Mijnheer van Nieuwenhuijzen
kunt u mij zeggen hoeveel schepen vanuit het Noorden Steenbergen zijn
binnengevaren. (Als antwoord kreeg ik niet één. Het waren er 23, alle
afkomstig uit Voorne en Putten. Dus vanuit het verre Noorden is geen
enkel schip hierbinnen gevaren).
Voor mij blijven veel dingen onduidelijk.
In de krant hebben we kunnen lezen dat de winst van de C.S.M. in 1978
22 millioen was en dat er een hoger dividend is uitgekeerd dan voorafgaande
jaren en dat de suikerfabriek van Steenbergen per ton bieten op een na
de hoogste winst maakte.
Waar gaan we naar toe met het sluiten van deze fabriek; natuurlijk
langere campagnes op de andere fabrieken om nog meer winst te maken
en de telers meer risico te laten lopen om zijn bieten nog langer vorst-
vrij te bewaren en voor dit gebied hogere transport kosten. We weten
allen dat de Suiker Unie de grootste aandeelhouder is van de C.S.M..
Ik heb stellig de indruk, dat de Unie achter de schermen druk uitoefent
om Steenbergen te sluiten.
Nu CS.MSteenbergen zo in de belangstelling is komen te staan,weten
we met z'n allen; dat Steenbergen de kleinste fabriek van Nederland
is, maar tevens de modernste wat betreft de ontvangst van bieten en de
mi 1ieu-vriendelijkste met zijn hoge schouw en prima zuiveringsinstallatie.
Daarom en om al deze facetten doe ik een dringend beroep op de
directie van de C.S.M.: Laat deze fabriek nog vele jaren draaien des
noods met een beetje minder winst.
De werkgelegenheid van Steenbergen en omgeving zijn hier ontzettend mee
gebaat. Tevens zullen de franco-1everanciers en de toeleveringsbedrijven
dit van harte toejuichen. Steenbergen na 109 jaar zonder suikerfabriek
is ondenkbaar; dat kan niet en dat mag niet."
De VOORZITTER stelt de raad graag in de gelegenheid in tweede ter
mijn te reageren.
De heer BATEN heeft weinig vertrouwen in de uitlating van Minister
van der Stee. In 1978 zou hij ook de Vlasfabriek helpen met het bekende
resultaat. Niettegenstaande dat pub 1iceerdedr i e maanden later De Stem,
dat dezelfde minister de vlasindustrie een geweldige toekomst voorspel
de. Dat hij kritiek op de bonden zou hebben is onjuist. Hij heeft wil-
lei zeggen, dat de Steenbergse werknemers de indruk hadden, dat daar de
standpunten van de plaatselijke ondernemingsraad en het districtsbestuur
van de vakbond eensluidend waren, het openhouden van de fabriek mogelijk
een haalbare kaart zou zijn. Dat de centrale ondernemingsraad en het
hoofdbestuur van de bonden de sluiting hebben aanvaard is een andere
zaak en hij gaat dan met de voorzitter mee, waar deze zegt, dat men heeft
gekozen voor de minst slechte oplossing. Over het functioneren van de
bonden t.a.v. deze kwestie heeft hij geen kritiek geuit.
- 10 -